Politicoloog Ammar Maleki: ‘In Nederland veranderde mijn leven’

Politicoloog Ammar Maleki: ‘In Nederland veranderde mijn leven’

Zijn ideeën kregen niet meteen vaste voet aan de grond in Nederland, maar de Iranees Ammar Maleki (45) zette zijn onderzoek naar democratische en maatschappelijke ontwikkelingen in zijn vaderland door. Het bracht hem waardering – en bedreigingen. ‘Ik onderzoek het autoritaire systeem niet alleen, ik leef het.’

Ammar Maleki. Beeld Ton Toemen

Read this interview in English.

Het is een ijzige februaridag. Universitair docent politicologie Ammar Maleki grijpt naar zijn vitamine D-pillen. Veel mensen op de universiteit die van huis uit zijn gewend aan een zonniger klimaat hebben zo’n flesje bij zich, vertelt hij. ‘Ik merk dat internationale studenten in de winter altijd een beetje depressief worden.’

Op de keukentafel heeft een foto van zijn lachende ouders een ereplaats gekregen. Zijn moeder overleed in de zomer van 2020, zijn vader een half jaar later. Op dat moment hadden ouders en zoon elkaar al elf jaar niet gezien. Ammar Maleki mocht Iran niet meer betreden, nadat hij in 2009 op de luchthaven van Teheran werd ondervraagd over zijn boek over burgerlijke ongehoorzaamheid.

Vader Mohammad Maleki, voormalig hoofd van de Universiteit van Teheran, mocht het land niet verlaten vanwege zijn openbare strijd voor democratie en mensenrechten en zijn kritiek op de autoritaire Islamitische Republiek. Regelmatig werd hij gevangengezet en gemarteld. De eerste keer dat dat gebeurde was Ammar Maleki drie jaar oud, vertelt hij, aan de keukentafel in zijn Haagse woning.

Internationals in Tilburg

Chinees, Duits, Braziliaans: lange tijd zijn internationals uit alle hoeken van de wereld naar Nederland getrokken. De wetenschap houdt zich niet aan landsgrenzen en Dutch universities willen goed scoren op het academische wereldtoneel. Maar er kwamen wel heel veel internationals deze kant op: collegezalen en studentenhuizen zitten overvol en veel opleidingen worden alleen nog in het Engels gegeven.

Tijd voor een ommekeer, klinkt het nu. De politiek wil minder internationals en Engels aan universiteiten. Universiteiten maken plannen om de internationalisering terug te dringen. En zo gaat het steeds óver internationals. Maar wie zijn zij eigenlijk? En hoe zien zij hun toekomst voor zich? In deze rubriek gaat Univers in gesprek met internationale studenten en medewerkers van Tilburg University.

‘Eens per maand bezocht ik hem in de gevangenis. Mijn oudere zussen en broer mochten hem alleen vanachter een scherm zien, maar omdat ik zo klein was mocht ik hem knuffelen. Tot mijn tiende woedde er een oorlog tussen Iran en Irak. Er was een gebrek aan voorzieningen, stookolie en eten. Voedsel was gerantsoeneerd.

‘Mijn moeder probeerde ons leven zo normaal mogelijk te houden. Soms gingen we op vakantie naar de Kaspische Zee, een prachtig berggebied in het noorden. Die oorlog, daar waren we aan gewend, verder probeerden we te genieten. Dat is ook het Iraanse volk eigen: zelfs diepgelovige mensen zijn niet vies van een grapje op zijn tijd. Dat helpt ze om te overleven.’

Wat kreeg u thuis mee van het politiek activisme van uw vader?

‘Er waren thuis vaak vergaderingen met kopstukken uit de oppositie. De politiek domineerde alles, daarom had ik er vroeger zo’n hekel aan. Mijn vader heeft tot op hoge leeftijd regelmatig vastgezeten. Vrijwel alle mijlpalen in mijn leven heeft hij gemist. Toen ik op mijn 23ste wilde trouwen werd hij samen met een groep activisten gearresteerd, inmiddels was hij al 68.

‘Ik probeerde met de autoriteiten te onderhandelen zodat mijn vader de ceremonie kon bijwonen. Uiteindelijk mocht hij er een uurtje bij zijn, in het gezelschap van 12 bewakers. Twee van die lui bleven er zelfs bij zitten! Zo was het eigenlijk altijd. Op mijn eerste schooldag was hij er niet bij. Toen ik mijn PhD in Tilburg ging verdedigen, was hij er ook niet.’

U spreekt in uw les ook over uw vader.

‘De laatste les vindt altijd plaats rond 1 december, zijn sterfdag. Een emotionele periode. Voordat de klas uitgaat laat ik een foto van mijn vader zien. 70 tot 80% van mijn studenten is Nederlands. Tegen hen zeg ik: ‘Je moet vrijheid niet als iets vanzelfsprekends beschouwen.’’

Op dit moment is de Grondwet een serieus onderwerp van gesprek bij de coalitievorming. Dat zagen veel Nederlanders niet aankomen.

‘Ik had het wel verwacht. Jullie democratie werkt, maar kent een aantal problemen. Het is een consensusdemocratie, een poldermodel, zoals jullie het noemen. Dat betekent dat je veel partijen hebt, die lastig tot overeenstemming kunnen komen. Eigenlijk zou je een kiesdrempel moeten instellen, zoals de Zweden doen.

‘Representatie en inclusiviteit zijn belangrijk, samen tot overeenstemming komen is ook prima, maar als je geen efficiënte besluitvorming inbouwt raak je mensen kwijt en gaan ze roepen: was er maar één iemand die de boel snel voor elkaar kon boksen.’

Toch moet het met uw achtergrond een vreemde gewaarwording zijn dat de Grondwet hier ter discussie staat.

‘Collega’s merken soms op dat in Nederland ook mensenrechten worden geschonden. Dat voelt als een klap in mijn gezicht. Natuurlijk worden hier ook mensenrechten geschonden, maar dat is toch iets heel anders dan dat je vermoord wordt omdat je je haar niet hebt bedekt?’

Maleki begint zijn loopbaan als werktuigbouwkundig ingenieur bij de afdeling research & development van autofabriek Iran Khodro. ‘Gaandeweg merkte ik dat het systeem corrupt was. Ik moest nieuwe auto’s testen, maar de managers vonden mijn commentaar alleen maar irritant.’

 ‘Je hebt hier vrijheid van meningsuiting, in de les kun je gewoon in discussie’

Maleki wil verder studeren, het liefst op het snijvlak van werktuigbouwkunde en sociale wetenschappen. ‘Er bleken twee programma’s te zijn, eentje in de Verenigde Staten en eentje in Delft: engineering en policy analysis. Shell gaf volledige beurzen uit voor studenten uit ontwikkelingslanden. Daarom koos ik voor Nederland.’

In 2008 landt Maleki, inmiddels 30, op vliegveld Schiphol. Op de vraag wat hij op dat moment weet van Nederland, schiet hij in de lach. ‘Ik had geen flauw idee. Ik volgde het Nederlandse voetbalteam, Van Basten en Gullit vond ik geweldig. Maar ik wist niet eens dat de Nederlandse taal verschilde van de Duitse.’

‘Eenmaal hier veranderde mijn hele leven. Ik ontmoette Geert Hofstede, een bekende Nederlandse socioloog die een manier had gevonden om cultuurverschillen te meten. Daar ben ik me in gaan specialiseren, en ik ben cum laude afgestudeerd met een masterscriptie in dat onderwerp. Daarna deed ik in Tilburg mijn PhD over het verband tussen democratische modellen en cultuurverschillen.’

Wat herinnert u zich van uw eerste dagen in Nederland?

‘Mijn aankomst verliep soepel. De universiteit had een goede introductieweek voor internationale studenten. Thuis had ik wel wat probleempjes. Ik deed mijn afwas met schoonmaakmiddel dat voor de wc was bedoeld. Ik zag het plaatje op de fles en dacht dat zit wel goed.

‘Het eerste wat me opviel is dat niemand gordijnen had. Overal waren cafés! Tot ik begreep: dat zijn woonhuizen, bij mensen naar binnen kijken is hier normaal. In Iran zijn de gordijnen dicht. Het vermijden van onzekerheden is in onze cultuur verankerd.’

Verschilde het leven op de campus van dat in Iran?

‘Oh ja. Mijn toenmalige vrouw en ik zaten op de universiteit bij elkaar in de klas, maar we konden elkaar niet in het openbaar treffen, dat was wettelijk niet toegestaan. Ik weet nog dat ik haar een lift naar huis wilde geven toen de politie opdook en vroeg hoe we elkaar kenden.

‘Moet je je voorstellen: opeens kom je in Nederland en denk je wow, hier kunnen we gewoon samen naar het park. Zo moet het leven zijn! Je hebt hier vrijheid van meningsuiting, in de les kun je gewoon in discussie. Zo werkt dat niet in een autoritair regime.’

Moest u daaraan wennen?

‘Nee, ik was in Iran ook gewend om me uit te spreken. Maar sommige conservatieve studenten deden hun mond niet open, omdat ze nog terug wilden kunnen naar Iran. Nederlanders voelen zich niet snel minder dan een ander. Voor jullie is een premier geen onaantastbare figuur, omdat jullie een egalitaire samenleving hebben.

‘Professor De Jong gaf college in cross-culturele verschillen, van hem heb ik veel geleerd. Hij bleef maar zeggen dat ik hem Martin moest noemen. Dat vond ik ingewikkeld. In Iran is de docent God. Zelfs vrienden noemen me dr. Maleki.’

Dat heeft wellicht ook zijn charme?

‘Mwah, eerlijk gezegd denk ik dat de nieuwe generatie in Iran die hiërarchie ook niet meer accepteert. In mijn lessen heb ik een manier gevonden om de vrijmoedigheid van Nederlandse studenten te benutten. Ik zeg altijd: het is niet verplicht om mijn lessen bij te wonen. Als je moe bent, of ergens anders moet zijn, geen probleem.

‘Ik onderzoek het autoritaire systeem niet alleen, ik leef het’

‘Alleen mis je dan mijn multiple choice-vragen, die 1 studiepunt opleveren. En als je in de les gaat zitten kletsen, mag je gerust vertrekken. Zo kun je met vrijheid en individualisme, grote waarden in de Nederlandse samenleving, tot een sociaal contract komen.’

Heeft u ooit last gehad van discriminatie bij de universiteit?

‘In mijn studententijd had ik niet het idee dat er systemisch racisme speelde. Misschien was ik er ook ongevoelig voor. Maar toen ik bij Universiteit Tilburg begon te werken waren er collega’s die me, stilzwijgend, niet zo mochten. Ik had het gevoel dat mijn werk en mijn ideeën werden genegeerd. Maar dat is oké. Het zijn nu andere tijden.’

Nu begint u het al glad te strijken. Kunt u eerst nog iets dieper graven?

‘Nouja, ik merkte dat mijn opmerkingen niet zo serieus werden genomen op mijn afdeling. Een van die mensen uit die tijd zit er nog, hij is nu heel aardig tegen me. Ik wil niet zeggen dat hij zich toen racistisch uitliet, maar er was wel wat gaande. Na verloop van tijd, zeker toen mijn werk invloedrijker werd, kreeg ik meer respect van mijn collega’s.’

Had u de indruk dat u uzelf moest bewijzen?

‘Dat heb ik nooit geprobeerd. En ik heb ook mijn zwaktes. Ik spreek geen Nederlands, terwijl ik hier al 16 jaar ben. Dat vind ik gênant. Ik heb een zoon van acht en zou graag willen kunnen communiceren met zijn leraren en vriendjes. Als mensen mij daarop beoordelen, kan ik daar inkomen. Maar als iemand jouw taal niet spreekt, betekent dat niet dat diegene er niets om geeft. Vat dat alsjeblieft niet op als dat ik me hier niet thuis zou voelen.’

Heeft u ooit geprobeerd om Nederlands te leren?

‘Nouja, ik woog af of het mijn tijdsinvestering waard zou zijn, want Engels is de tweede onofficiële taal van Nederland. Na de dood van mijn vader raakte ik in scheiding. Ik kreeg symptomen van een burn-out en ging in psychotherapie. Bij een van de testen die ik deed ontdekte ik bij toeval waarom een taal leren mij moeilijk afgaat. Ik bleek ADHD te hebben, van kinds af aan, zonder het te weten.

Ammar Maleki. Beeld Ton Toemen

‘Simpele dingen, zoals het schrijven van een e-mail, vind ik lastig. Ik ben ook een enorme uitsteller. Bij het leren van een taal is je geheugen belangrijk, maar ik kan me soms de naam van een vriend niet eens herinneren. Zelfs mijn Engels is niet zo goed als ik zou willen. Maar ik vind het heerlijk om les te geven, dat is mijn manier om te integreren. Ik vertel mijn studenten iets wat ze van niemand anders kunnen krijgen. Want ik onderzoek het autoritaire systeem niet alleen, ik leef het.’

Koestert u ook mooie herinneringen aan uw leven in Iran?

‘Ik heb best mooie herinneringen aan mijn kindertijd, maar het trauma overheerste. Dat besefte ik nog meer tijdens mijn therapie. Ik heb altijd gedacht dat mijn vader en ik elkaar zouden weerzien, maar we zagen elkaar alleen via WhatsApp. Mijn zoon heeft, net als ik, al jong iets over politiek moeten leren. Want hij wilde weten waarom we nooit naar opa gingen en waarom opa nooit naar ons toe kwam.’

Mag ik vragen hoe u afscheid van hem hebt genomen, voordat hij stierf?

‘Hij was 86 en had een rugoperatie ondergaan die goed was verlopen. Ik had camera’s laten ophangen in zijn woning, zodat we het zouden zien als hij zou vallen. Het maakte ons contact ook makkelijker. Het ellendige was alleen dat ik daardoor ook kon zien dat hij zich slecht voelde. Ik zag hoe mijn broer, die voor hem zorgde, hem probeerde te helpen. En hoe de ambulancebroeders binnenkwamen. Ik zag hem sterven. Zijn begrafenis heb ik ook via een live verbinding gadegeslagen.’

Maleki staat op om koffie te maken. Hij gebaart naar de tafel, waar pistachenootjes en bloemvormige koekjes staan uitgestald – gisteravond door een Iraanse vriend meegenomen. Op zijn mobiel tikt hij de vertaling aan. ‘Ze zijn gemaakt van erwten.’

Veertien Nederlandse universiteiten maakten onlangs bekend dat ze het aantal internationale studenten willen verminderen en het aantal Engelstalige studierichtingen gaan terugdringen. Hoe kijkt u daarnaar?

‘Ik merk dat sommige Nederlandse studenten worstelen met het Engels. Sommige collega’s menen dat teveel Engelse studierichtingen afbreuk doen aan de Nederlandse taalvaardigheid van studenten. Maar ik betwijfel of Nederlandse studenten die goed zijn in Engels, ook slechter Nederlands spreken. Daar heb ik nog nooit een onderzoek over gezien.

‘Extreemrechtse partijen proberen mensen in beweging te brengen tegen internationale studenten. Natuurlijk botsen verschillende culturen soms, wanneer men elkaars waarden niet deelt. Maar ik geloof dat internationale mensen echt iets kunnen bijdragen aan de academische gemeenschap.’

‘We schudden aan de grondvesten van het Iraanse regime’

In de keuken staat in sierlijke tekens een boodschappenlijst op het krijtbord. Op de vloer liggen Perzische tapijten. Middenin de woonkamer staat een lage tafel, een zogenaamde korsi, legt Maleki uit.‘ Steek je voeten maar eens onder het kleed, dan zul je merken dat het warm is. Er zit een kacheltje onder. In Iran zit iedereen in de winter rond zo’n tafel om te eten of kaart te spelen.’

Wat heeft uw komst naar Nederland opgeleverd?

‘Ik heb hier veel kunnen leren. Samen met Pooyan Tamimi Arab, docent bij het Departement Filosofie en Religiewetenschap van de Universiteit van Utrecht, heb ik in 2019 de Stichting GAMAAN (Group for Analysing and Measuring Attitudes in Iran, red.) opgericht, daar heb ik ondersteuning bij gekregen.

‘We doen online onderzoek naar de maatschappelijke ontwikkelingen in Iran, waarbij we deelnemers strikte anonimiteit garanderen. Maar in een vrij Iran had ik misschien Tweede Kamerlid, hoogleraar of hoofd van een faculteit kunnen worden.’

U vermoedt dat u in Iran een betere carrière zou kunnen hebben?

‘Niet op dit moment, maar in een vrij Iran misschien wel ja. In Nederland kan ik geen hogere functie bij een universiteit krijgen, omdat ik geen Nederlands spreek. Maar dat is niet de enige reden denk ik. Topposities op universiteiten worden zelden bekleed door mensen die oorspronkelijk niet uit Nederland komen. De cijfers laten dat ook zien.’

Aan de gevel van uw woning hangt een bewakingscamera. Is dat noodzaak voor u?

‘Ja, het afgelopen jaar zijn we steeds vaker bedreigd door Iraanse agenten die zowel hier als daar opereren, en we zijn aangevallen door een soort cyberleger, allemaal vanwege mijn kritische onderzoek met GAMAAN. Onlangs heeft de Nederlandse politie mij op basis van informatie die zij via het Ministerie van Buitenlandse Zaken hadden ontvangen van het Iraanse regime, geadviseerd om een alarmsysteem te installeren. En om meer camera’s op te hangen.

‘Er wordt beweerd dat ik onderzoekdata uit mijn duim zuig. Ze willen me stoppen. Ze willen dat ik het opgeef.

‘In 2023 heeft in Iran een revolutionaire opstand plaatsgevonden tegen het regime. De cijfers die wij met GAMAAN genereren zijn gevaarlijk, omdat ze de waarheid onthullen over Iran. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat hooguit 40 tot 50% van de Iraniërs zichzelf identificeert als moslim. En dat 74% van de Iraanse bevolking in 2020 gekant was tegen het verplicht dragen van de hijab.

‘Onlangs hebben we een onderzoek afgerond, waaruit bleek dat 75% van de Iraniërs bij vrije verkiezingen tegen het huidige regime zou stemmen. Daarmee schudden we aan de grondvesten van het regime, dat Iran wil profileren als gelovig land.’

Is uw leven in gevaar?

‘Ja, ik denk dat mijn leven in gevaar is. In Nederland zijn eerder tegenstanders van het Iraanse regime vermoord, en minister Blok van Buitenlandse Zaken heeft in de Tweede Kamer aangegeven dat volgens de AIVD het Iraanse regime daar achter zat.

‘Ik moet op mijn hoede zijn. Op de universiteit zijn er maatregelen getroffen. Ik zorg dat mijn reisbewegingen onvoorspelbaar zijn, maar ik geef nog steeds speeches in het openbaar. Ik wil niet continu bewaakt worden of overal naartoe worden gereden.’

Toen u hier kwam won u vrijheid van meningsuiting, nu verliest u een deel van uw bewegingsvrijheid vanwege uw onderzoek. Het lijkt alsof u terug bij af bent.

‘Naast vrijheid van meningsuiting heb je ook zoiets als vrijheid na het uiten van je mening. Dat zie ik als een test voor de Nederlandse overheid. In hoeverre beschermen ze mijn onderzoek? Het is belangrijk dat er vanuit de intellectuele gemeenschap, de samenleving en vanuit de regering steun blijft komen, niet alleen voor mij. Want als je bepaalde waarden nu niet beschermt zul je daar later de prijs voor betalen.’

Overweegt u te stoppen met uw onderzoek?

‘Nee. Of nou ja, ik weet het niet. Zolang ik het fysiek en mentaal volhoud ga ik door. Want dit onderzoek laat de realiteit zien van de Iraanse samenleving.’

Maleki zucht. ‘Weet je waar ik soms moe van word? Ik word niet alleen aangevallen door het regime, maar ook door gewone Iraniërs, terwijl ik probeer te laten zien hoe zij denken. Misschien ben ik het niet eens met al je ideeën, maar ik wil wel laten zien dat je bestaat. We willen de diversiteit van de Iraanse samenleving zichtbaar maken, maar daar zijn mensen niet aan gewend.

‘Soms vraag ik me af of ik moet stoppen, maar op dat punt ben ik nog niet. Ze zeggen toch altijd: waar je niet aan sterft, maakt je sterker?’ Met een vermoeide glimlach: ‘Het is alleen te hopen dat ik niet word vermoord voordat ik sterker ben geworden.’

OVER AMMAR MALEKI (Teheran, 1979)

2000 bachelor werktuigbouwkunde aan de Universiteit van Teheran
2002 ingenieur bij autofabriek Iran Khodro
2004 masterstudie autotechniek aan de K.N. Toosi University of Technology, Iran
20082010 masterstudie engineering and policy analysis, Technische Universiteit Delft
2011 2015 PhD Tilburg University
2015 – heden universitair docent Comparative Politics Tilburg University
2018 – heden oprichter en directeur onderzoeksinstituut GAMAAN

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.