Vidi-beurzen voor Caspar van Lissa en Connie de Vos
Na veni komt vidi, bij twee Tilburgse onderzoekers klopt dat dit jaar helemaal. Taalwetenschapper Connie de Vos en methodoloog Caspar van Lissa kunnen na een Veni, nu ook een Vidi op hun palmares schrijven. De Vidi is een talentenbeurs van NWO van maximaal 850 duizend euro.

Connie de Vos doet onderzoek naar non-verbale communicatie aan de faculteit Humanities and Digital Sciences. Met de beurs kan ze vijf jaar onderzoek doen naar thuisgebarentaalsystemen. Wereldwijd groeien veel dove kinderen op in een horende wereld, buiten de gebarentaalgemeenschap. Met familie en vrienden ontwikkelen ze unieke, eigen thuisgebarensystemen.
De Vos gaat die vormen van communicatie onderzoeken door analyse van video-opnames en met sociaal-cognitieve experimenten. Ook wordt met dovenorganisaties een website gebouwd met informatie en adviezen om communicatie te verbeteren. Behalve een Veni won De Vos eerder ook al een ERC Starting Grant voor onderzoek naar gebarentalen op Bali.
Tegenstrijdige bevindingen
Caspar van Lissa van de faculteit Social and Behavioral Sciences krijgt een Vidi om te onderzoeken hoe je betere sociaalwetenschappelijke theorieën kunt maken. Die zijn vaak zo flexibel dat ze tegenstrijdige bevindingen kunnen verklaren. Van Lissa gaat onderzoeken of met machine learning patronen in data vertaald kunnen worden naar eenduidige theorieën. Hij wil dat doen met theorieën over emotieregulering bij adolescenten.
In 2019 kreeg Van Lissa al een Veni, ook voor onderzoek naar adolescenten. Dat ging om een combinatie van pedagogiek en machine learning om te onderzoeken welke jongeren risico lopen op emotionele problemen en welke rol ouders daarbij spelen.