Wel of niet samenwerken met Israëlische partners? Universiteit, neem een besluit
Het College van Bestuur wil reflecteren op het advies om samenwerkingsverbanden met academische partners in Israël op te schorten, maar Tilburgse theologen roepen op tot actie. ‘Beraadslagingen die niet leiden tot daden hebben geen waarde.’
![](https://universonline.nl/wp-content/uploads/2023/12/tilburg-university-1024x683.jpg)
Vrijdagmiddag, 20 december, heeft een aantal medewerkers van de theologische faculteit zich verzameld om van gedachten te wisselen over het advies om de relaties met de Israëlische universiteiten op te schorten. Het advies baseerde zich op de ethiek van de samenwerking, niet op de academische vrijheid waarop de rectoren van vijftien universiteiten in een eerdere brief hun standpunt bouwden.
Ons gesprek was ook niet meer dan een gedachtenwisseling. We meenden dat we als theologen de plicht hadden om ons over deze kwestie uit te spreken. Zij ligt voor ons als theologen gevoelig, omdat de christelijke theologie onlosmakelijk verbonden is met het joodse volk dat een centrale rol speelt in de hoop op een hemels rijk van vrede en gerechtigheid. Die hoop kan echter niet worden afgedwongen met geweld. De huidige regering van Israël zaait enkel verwoesting. En dan kunnen bij theologen hoop en wanhoop tegelijkertijd naar boven komen. In zo’n situatie is het moeilijk een standpunt te hebben.
Het gesprek concentreerde zich echter op de gehanteerde taal in het advies en in publicaties die ermee verband houden, met name op een aantal termen die niet altijd even goed verstaan lijken te worden. Wat betekent het als er wordt gesproken over ‘academische vrijheid,’ wat is ‘een goede relatie,’ en wat betekent ‘opschorten’?
Net als dichterlijke vrijheid voor de dichtkunst, is academische vrijheid voor de universiteit niet het hoogste goed. Het gaat in ons werk niet om vrijheid, maar om waarachtige menselijkheid, waar we in vrijheid naar willen zoeken. Willen academici vrij zijn om het ware en goede te zoeken, dan moeten ze iedere stap die ze zetten kunnen verantwoorden. Academische vrijheid is doortrokken van verantwoordelijkheid, en daarom een volop ethische kwestie. Dat geldt ook voor de universiteit als geheel, die ervoor moet waken zich te laten leiden door andere instanties of machinaties: ze heeft de vrijheid nodig om verantwoordelijk te kunnen zijn.
De verantwoordelijkheid betreft ook de relaties die de universiteit onderhoudt. De vraag is hier niet met wie de universiteit relaties kan onderhouden, ook niet of de relaties slapend zijn of veel opleveren, maar de vraag is wat de kwaliteit van de relatie is. In een goede relatie is dialoog gaande, liefde en vrijheid. In een goede relatie houd je elkaar op het rechte pad, zeg je elkaar onomwonden de waarheid, en ga je daar ook serieus mee aan de slag. In een slechte relatie gijzelt de een de ander. Dan is het soms nodig dat de gegijzelde de ander de wacht aanzegt.
![](https://universonline.nl/wp-content/uploads/2021/06/Nicola-Jagers-1-scaled.jpg)
Schort de samenwerking met Israëlische universiteiten op, is het advies aan Tilburg University
Daarmee komen we bij het derde woord dat verduidelijking behoeft, namelijk het opschorten van de relatie. Het opschorten is anders dan het verbreken van een relatie, omdat het uiteindelijk gericht is op het verbeteren van die relatie. De een zegt tegen de ander: ‘zolang je dit doet ga ik niet met je samenwerken, ook al is die samenwerking nog zo lucratief, want het raakt mijn integriteit en ik ga eraan kapot.’ Het opschorten is een boodschap, dat de ander zijn of haar gedrag moet aanpassen om een goede relatie mogelijk te maken. Zo beschouwd is het advies uiteindelijk gericht op het verbeteren van de relatie met de Israëlische universiteiten.
In het gesprek kwam ook ter sprake hoe de samenwerking is met Palestijnse wetenschappers, in het bewustzijn dat hun universiteiten vernietigd zijn. Samenwerking met hen zou de wederopbouw van het verwoeste land ondersteunen. Dat deze vraag openbleef, deed ons beseffen dat ons vertrekpunt partijdig is: de Bar Ilan universiteit geldt als een oude vriend, terwijl zo’n relatie er niet is met een Palestijnse instelling. Dit betekent dat wij verantwoordelijk zijn om juist deze stem tot ons door te laten dringen.
Na ons gesprek lazen we de procesboodschap van het College van Bestuur. Hieruit komt een tegenovergestelde houding naar voren: omdat er binnen onze universitaire gemeenschap luid stemmen klinken die tegen het overnemen van het advies zijn, wordt voorlopig vermeden een besluit te nemen. Hier missen we overwegingen die verwijzen naar de vraag wat het goede is om te doen. Het is zeer wel mogelijk dat een goed en wijs besluit mensen tegen de haren in strijkt. Wat hiervoor nodig is, is moed, kernwaarde van de universiteit en een kardinale deugd.
Ten slotte willen wij de overweging meegeven dat reflectie betekenis krijgt in actie. Beraadslagingen die niet leiden tot daden hebben geen waarde, en dat geldt des te meer in een uitzonderlijk urgente situatie als deze.
Kees de Groot, bijzonder hoogleraar Sociologie van levensbeschouwing en geestelijke volksgezondheid
Willem Marie Speelman, hoogleraar Franciscaanse spiritualiteit, theologie en geschiedenis
Ruben van Wingerden, docent Nieuwe Testament
Harm Goris, universitair docent Systematische theologie
Antonio Pinilla Torres, promovendus