Filosoof en comedian Dirk Waterreus: ‘Zwaarmoedigheid en humor zijn innig met elkaar verbonden’
Dirk Waterreus, voormalig filosofiestudent, raakte verstrikt in een depressie en verslaving. Maar hij krabbelde op en kiest nu vol overtuiging voor een carrière in de comedy: ‘Als mensen voelen dat het echt is, komt de grap pas écht binnen.’

Het is een warme voorjaarsmiddag in de Oude Warande, het bos achter Tilburg University. Op een houten bankje, half in de zon, zit Dirk Waterreus. Een paar jaar geleden studeerde hij nog aan Tilburg University, en hoewel zijn studententijd waardevolle inzichten bracht, was het ook een periode waarin hij geconfronteerd werd met verslaving en depressie. Die ervaringen kwamen tussen hem en het leven dat hij probeerde te begrijpen en te voelen.
‘Ik was goed in nadenken, maar niet zo goed in dingen voelen,’ zegt hij met een lachje in een duidelijk Brabants accent. ‘Ik kon het denken ook wel gebruiken om niet te hoeven voelen.’
Nu, jaren later, heeft Dirk besloten zich volledig te richten op zijn comedycarrière. Iets waar hij tijdens zijn studententijd ook al mee bezig was. Maar nu gooit hij het over een andere boeg: geen half werk meer. Univers spreekt hem over de moeilijke jaren, zijn herstel, de schoonheid van een goede grap en waarom hij eindelijk durft te kiezen voor de spotlights.
Hoe gaat het nu met je?
‘Mijn leven ziet er op dit moment meesterlijk uit. Ik zit goed in mijn vel. Ik heb zin in het leven en zin om dingen te doen. En ja… dat verbaast me soms ook een beetje. Het voelt alsof de tektonische gevoelsplaten in mij precies goed liggen, alsof alles toevallig even goed samenvalt.’
En dat is weleens anders geweest?
‘Dat is inderdaad wel eens anders geweest.
‘Ik ben heel depressief geweest. Hoe dat voelde? Alsof je een nachtmerrie hebt, denkt dat je wakker wordt, maar dan beseft dat je er nog steeds in zit. Op het moment dat het te heftig wordt, wil je wakker worden, maar dat lukt niet omdat je al wakker bent en het geen droom is.’
Hoe ben je er bovenop gekomen?
‘Ik heb geleerd om beter om te gaan met dingen, of ze me nu een goed of een slecht gevoel geven. Ook ben ik gestopt met roken en heb ik al een hele tijd geen druppel alcohol gedronken.
‘Voor mij was het echt een kwestie van tijd, met de juiste mensen om me heen. Ik heb veel steun gehad van naaste familieleden in de periode dat ik echt diep zat. Daarnaast heeft het me erg geholpen om kleine doelen te stellen om zo grotere doelen te bereiken.
‘Ik moet eerlijk zijn: ik heb ook een tijdje antidepressiva gebruikt, zo’n drie of vier maanden. Ik dacht eerst dat ik het zelf wel zou kunnen, dat ik het zonder hulp zou redden, maar na verloop van tijd kwam ik erachter dat ik het niet alleen aankon. Trots ben ik er niet op. Uiteindelijk geloof ik ook niet dat zulke medicijnen een echte oplossing zijn.’
Heb je je vaker zo gevoeld?
‘Eigenlijk begon het sombere gevoel al eerder. In groep 8 voelde ik me vaak buitengesloten. Ik wilde graag bij de stoere jongens horen, maar ik was daar te gevoelig, vrolijk of clownesk voor. Op zondag voelde ik me dan melancholisch. De overgang naar maandag voelde als een eindeloos besef van tijd en dat gaf me een naar gevoel.
‘Dat was denk ik mijn eerste ervaring met zwaarmoedigheid. Maar daar is voor mij ook de comedy geboren, omdat melancholie, zwaarmoedigheid en humor innig met elkaar verbonden zijn.’
Wanneer werd voor het eerst duidelijk dat er meer aan de hand was dan somberheid alleen?
‘Toen ik 19 was, werd er door een psycholoog in Nijmegen ook echt iets vastgesteld: persisterende depressieve stoornis, ook wel dysthymie of PDD genoemd. Vanaf dat moment werd het ook makkelijker om terug te vallen in het blowen. Wiet zorgde ervoor dat ik me normaal voelde, alsof ik weer even kon ademen. Ik wist dat het slecht voor me was, maar ik voelde me er op dat moment goed bij.’
Ons gesprek wordt onderbroken door een scherp geluid. Een man, iets verderop, blaast vol overgave op een fluitje. ‘Moeten we nu een kunstje doen?’ vraagt Dirk droog. ‘Nee hoor, mijn hond herkent dit geluid en komt zo,’ antwoordt de man. Maar er komt geen viervoeter naar hem toegerend. ‘Weet u zeker dat u wel een hond hebt?’ grapt hij waarna we ons gesprek hervatten.
Hoe ben je erbij gekomen om filosofie te gaan studeren?
‘Tijdens de eerste filosofieles op de middelbare school gebeurde er iets bijzonders. De filosofiedocent begon te praten en ik dacht meteen: Hè? Is er echt een vak dat denkt zoals ik? Dat raakte me diep. Filosofie voelde meteen vertrouwd, alsof het bij mij hoorde. Terwijl ik voor bijna alle vakken onvoldoendes haalde, kreeg ik voor filosofie ineens ruime voldoendes.
‘Dat ik later filosofie ging studeren, voelde als een logische keuze. Toch heb ik altijd een haat-liefdeverhouding gehad met het vak. Aan de ene kant bracht het me inzichten waar ik veel aan heb gehad, aan de andere kant vond ik het ook vaak zwaar en vermoeiend. De laatste jaren merk ik dat ik er minder plezier uithaal. Ik lees nu nauwelijks nog filosofie – hooguit een Donald Duck in bad. Soms denk ik: veel gepraat, weinig helderheid. Als je goed doorvraagt, weten mensen vaak niet precies wat ze bedoelen.
‘Maar voor mij is er één uitzondering: de Griekse filosoof Socrates. Die zei: Het enige dat ik weet, is dat ik niets weet. Dat is ook de titel van mijn nieuwe show: Het enige dat ik weet… Wat daarachter komt, mag je zelf invullen. Want dat is precies waar het voor mij om draait.’
Wat hebben filosofie en comedy met elkaar gemeen?
‘Allebei gaan ze over iets wat je nooit volledig kunt beheersen. In filosofie is dat de waarheid, die blijft veranderen met nieuwe invalshoeken. In comedy is het de lach van het publiek, die je niet kunt afdwingen.
‘Bovendien draaien zowel filosofie als comedy om perspectief: hoe kijk je ergens naar en hoe vertel je een verhaal? Beiden gaan over creativiteit, persoonlijkheid en reflectie. Iedereen denkt op zijn eigen manier na over het leven, de dood en de tijd. Bovendien lachen we allemaal, soms uit herkenning, soms uit ongemak maar meestal een combinatie van beiden.
‘Voor mij zit de uitdaging erin om op het podium te zeggen wat ik écht denk. Niet alleen focussen op de grap, maar ook op de oprechtheid erachter. Want als mensen voelen dat het echt is, komt de grap pas echt binnen.’
Wat kunnen we van jouw show verwachten?
‘In de voorstelling probeer ik de filosofie van Socrates toe te passen op mijn eigen leven. Op verschillende momenten in mijn leven kwam ik er telkens weer achter dat ‘ik het niet wist’. Het klinkt misschien wat cliché, maar voor mij is het ook een soort acceptatie geworden: dat het oké is om het niet te weten.
‘De show bestaat uit persoonlijke anekdotes, met als rode draad mijn eigen levenszoektocht. Soms komt er een gedicht voorbij, vaak iets absurds, maar de show blijft vooral een intiem en persoonlijk verhaal.’
Nieuwsgierig naar Dirk Waterreus en wil je hem op het podium zien? Op 4 juli speelt hij in de BlackBox op de universiteit. Ook staat Waterreus 14 mei in de halve finale van het Tilburgs Cabaret Festival.