Waarom we teveel betalen voor printerinkt. Alumnus Jona van Loenen kijkt naar de economie door de ogen van een kind
De economie is te belangrijk om aan economen over te laten, volgens alumnus Jona van Loenen. In zijn boek Waarom de laagsteprijsgarantie ervoor zorgt dat jij te veel betaalt legt hij uit hoe de economie écht werkt.

Jona van Loenen heeft een missie, ‘want de economie is allesbepalend geworden in ons leven, maar tegelijkertijd begrijpen we er heel weinig van. En dat is niet alleen heel jammer maar ook heel zorgelijk,’ schrijft hij in zijn boek Waarom de laagsteprijsgarantie ervoor zorgt dat jij te veel betaalt, dat 8 mei verscheen.
Want waarom krijgt de baas van een groot bedrijf zo’n absurd hoog salaris? En waarom is een printer goedkoop, terwijl je je blauw betaalt voor de inkt? Van Loenens boek barst van de interessante en lezenswaardige voorbeelden, die je als lezer aan het denken zetten.
Begrijpelijke taal
Economie moet je niet uitleggen met ingewikkelde formules, schrijft Van Loenen, ‘maar door echt door de ogen van een kind naar de economie te kijken. En door die economische praktijken heel dicht bij de mensen te brengen.’
Neem die topman- of vrouw. Ze krijgen tot wel vijftig keer meer betaald dan een gemiddelde werknemer. Is dat omdat ze zoveel harder werken, of omdat ze overstappen naar een concurrent als er minder geld op tafel wordt gelegd? Welnee, legt Van Loenen uit.
Het topsalaris van een CEO kán nooit een redelijke afspiegeling van diens verdiensten zijn. Het torenhoge bedrag is vooral bedoeld als een prikkel voor de mensen direct onder hem of haar om keihard te werken, in de hoop dat ze ook ooit zoveel geld gaan verdienen.
En de fabrikanten van printers hebben heel goed gekeken naar de marketingstrategie van een bekende producent van scheermesjes. Die ontdekte dat je veel meer kunt verdienen aan wegwerpmesjes, als je de houder gratis weggeeft. Zo wordt er op de printers zelf weinig marge gemaakt, maar de op inkt des te meer.
Neoklassiek
De economie werkt anders dan we soms denken. Maar zelfs op de universiteit wordt dat niet verteld, volgens de alumnus. Twee bachelors rondde Van Loenen af in Tilburg, bedrijfseconomie en organisation studies, met lof. Toen hield hij het economie-onderwijs in Tilburg voor gezien en ging een master volgen in het buitenland, in de hoop daar in aanraking te komen met nieuwe inzichten.
Maar dat viel tegen. ‘Het enige dat ik, en met mij miljoenen andere studenten, op de universiteit leerde, is namelijk de ‘neoklassieke’ economie,’ schrijft Van Loenen. Alle theorie draait om efficiënte markten, nuts- en winstmaximalisatie en rationele individuen. Maar aan die modellen heb je niets als je de echte economie wilt bestuderen, schrijft hij.
Zijn professoren moeten het ontgelden. ‘Stel je voor dat jij natuurkunde gaat studeren, en dat de professoren je alleen de wetten van Newton leren, maar niets van Einstein of de kwantummechanica.’ Dat kan natuurlijk niet goed gaan. Het is alsof je ‘een kaart voor de Pyreneeën gebruiken om je een weg door de Alpen te banen’.
Economieonderwijs op de schop
De ondertitel van het boek is Antwoorden op vragen die economen niet durven te stellen. ‘Economiestudenten die dit lezen zullen weer met beide benen in de werkelijkheid geplaatst worden,’ vertelt Van Loenen desgevraagd.
Het is hoog tijd dat het economieonderwijs aan universiteiten op de schop gaat, vindt de alumnus. Dat is niet alleen belangrijk voor economiestudenten. Met meer kennis over hoe de economie werkt, kunnen we er volgens Van Loenen ook daadwerkelijk iets aan veranderen.
‘We kunnen pas in opstand komen als we weten wat er daadwerkelijk gebeurt,’ zegt hij. ‘Als we die kennis hebben, kunnen we bijvoorbeeld in gesprek gaan met de politieke partij waarop we stemmen om betere wetgeving te krijgen.’ Zodat de economie niet meer alleen werkt voor bedrijven en CEO’s, maar voor iedereen.