Studenten: pas op met nieuwe financiering van het hoger onderwijs
Hoe gaat het kabinet de financiering van het hoger onderwijs op de schop nemen? Veertien studentenvakbonden vrezen dat de vrije studiekeuze en de academische vrijheid op het spel staan.

Het stond in veel verkiezingsprogramma’s en het kabinet wil er ook mee aan de slag: stabielere financiering voor universiteiten en hogescholen, zodat ze minder afhankelijk worden van studentenaantallen.
En de lokale studentenvakbonden snappen wel waar het vandaan komt, blijkt uit een opinieartikel dat ze op de website van de LSVb plaatsen. Universiteiten en hogescholen zijn nu afhankelijk van het aantal studenten dat ze trekken: meer studenten betekent meer geld, en omgekeerd krijgen ze minder financiering als ze minder studenten trekken.
Dit zorgt onder meer voor onderlinge concurrentie, overvolle collegezalen en woningnood onder studenten. En kleine opleidingen krijgen het moeilijk als ze studenten verliezen: dan dreigt hun ondergang. In de krimpregio’s kunnen zelfs hele instellingen in de problemen komen.
Capaciteit
Maar wat is de oplossing? De universiteiten pleitten in het verleden voor ‘capaciteitsbekostiging,’ oftewel genoeg geld om het aanbod (een bepaalde capaciteit) overeind te houden zonder dat ze sterk van studentenaantallen afhankelijk zijn.
Maar de LSVb en dertien aangesloten studentenvakbonden uit steden verspreid door het hele land voorzien politiek opportunisme. Kun je deze regering wel vertrouwen bij de inrichting van een nieuw systeem? Ze kijken naar de situatie in de Verenigde Staten, waar Trump keihard de aanval opent op een universiteit als Harvard. Pas op dat het hier nooit zover kan komen, waarschuwen ze.
Er zitten inderdaad politieke keuzes achter de hang naar capaciteitsbekostiging. De universiteiten dachten bijvoorbeeld dat ze makkelijk 15 procent van hun studenten naar het hbo konden doorsluizen: studenten die naar hun mening eigenlijk niet in het academische onderwijs thuishoorden.
De politiek ziet wel iets in stabielere financiering, maar kan er ook mee aan de haal gaan. Bijvoorbeeld door te bepalen hoeveel studenten er mogen studeren aan bepaalde universiteiten. Of door ermee te bezuinigen. Het CDA bijvoorbeeld wilde capaciteitsbekostiging gepaard laten gaan met een bezuiniging van 200 miljoen euro op het hoger onderwijs, bleek in 2023 uit de doorrekening van het verkiezingsprogramma.
Inperken
De studentenvakbonden vertrouwen het niet. ‘De laatste jaren zien we duidelijker hoe rechts-populistische overheden proberen om democratische grondrechten in te perken. Is het verstandig om de overheid te laten bepalen welke opleiding er toe doet, zeker wanneer we zien hoe ook onze rechtsstaat toenemend onder druk staat?’
Ze schetsen een toekomst waarin de overheid gaat bepalen waar studenten zich kunnen aanmelden. ‘De achterliggende gedachte is om opleidingen in de ‘krimpregio’s’ of opleidingen waar de arbeidsmarkt behoefte aan heeft te laten groeien. Dit lijkt sympathiek, maar het tast ons onderwijs aan tot in de kern.’ Het gaat dan niet langer om de voorkeur van studenten, maar de voorkeur van bedrijven voor bepaalde studies, vrezen de vakbonden.
Voorzitter Abdelkader Karbache van de Landelijke Studentenvakbond is blij dat zoveel lokale bonden een streep in het zand trekken. ‘Het is best een moeilijk verhaal om te volgen, want er ligt nog geen voorstel. En ‘plannen voor een nieuwe bekostiging’ klinkt voor veel studenten een beetje abstract, heel anders dan bijvoorbeeld de langstudeerboete. Toch laten we nu al onze stem horen.’
Een van de gevaren volgens Karbache: als een opleiding betaald krijgt voor een beperkt aantal studenten, dan ontkom je niet aan selectie. ‘Stel, duizend mensen melden zich aan en je krijgt maar geld voor vijfhonderd, wat doe je dan?’
Geneeskunde
Voor opleidingen als geneeskunde en fysiotherapie is zo’n systeem er eigenlijk al: die hebben een beperkte capaciteit. ‘Je ziet wat dat voor gevolgen heeft,’ zegt Karbache. ‘Mensen proberen twee of drie keer binnen te komen, gaan in de tussentijd iets anders doen waar eigenlijk hun hart niet ligt… En dat gaat dan voor alle opleidingen gebeuren.’
‘Als het kabinet vindt dat er te veel studenten voor geesteswetenschappen kiezen, kunnen ze straks de capaciteit verlagen. Of neem journalistiek: moet een minister de macht krijgen om die opleidingen te snoeien? En wat gaat er gebeuren met genderstudies? Je kunt een nieuw systeem gebruiken om bepaalde studies te dwarsbomen.’
Op zich begrijpt hij het probleem van instabiele financiering wel. ‘Universiteiten en hogescholen zijn geen bedrijven. Je kunt niet zeggen: ze lopen een ondernemersrisico als er het ene jaar meer studenten komen en het andere jaar minder. Neem de TU Delft, die wil uitbreiden naar Rotterdam. Dat is een groot project, waarbij je wel enige zekerheid kunt gebruiken.’
De huidige financiering is niet ideaal, vindt hij. ‘Maar we willen de autonomie van instellingen overeind houden. We moeten oppassen dat de overheid gaat denken: wie betaalt, bepaalt. Straks hebben we stabiele financiering, maar een instabiele overheid en dan zijn we nog verder van huis.’
Gesprek openbreken
Karbache wil graag het gesprek over het nieuwe systeem openbreken. ‘Dat de financiering beter voorspelbaar wordt, is op zich goed. Maar zorg dat de overheid op afstand blijft en dat studenten en medewerkers in de medezeggenschap kunnen meedenken over de besteding.’