Druk op universiteiten over statements samenwerking met Israël neemt toe

Druk op universiteiten over statements samenwerking met Israël neemt toe

Op Nederlandse universiteiten voeren pro-Palestina-demonstranten de druk op om banden met Israëlische universiteiten te verbreken. Negen universiteiten hebben recent hun standpunt aangepast of zijn daar mee bezig. Geen enkele universiteit wil echter de banden met Israëlische partners geheel verbreken. Actievoerders noemen de nieuwe standpunten ‘too little, too late’.

Palestine Solidarity Tilburg demonstreert bij de opening van het academisch jaar, september 2024. Beeld: Jack Tummers

‘Wij zien geen reden om banden met Israëlische en Palestijnse universiteiten te heroverwegen of te verbreken. Wij vinden het belangrijk kritische Israëlische wetenschappers niet te isoleren, net zo goed als wij er sterk aan hechten onze Palestijnse collega’s te steunen. Sowieso zullen wij nooit banden met een heel land verbreken.’ Dat schreven vijftien rectoren van Nederlandse universiteiten op 8 juni 2024 gezamenlijk in een opiniestuk in Trouw.  Ze noemen academische vrijheid en de kans op academisch debat als belangrijkste argumenten.

We zijn nu een jaar verder. De situatie in Gaza is nog slechter dan een jaar geleden. Israël zegt een oorlog te voeren tegen terreurorganisatie Hamas en om de ontvoerde gijzelaars van 7 oktober terug te krijgen. Maar het geweld richt zich in extreme mate op de Palestijnse bevolking. Daarbij worden internationale verdragen geschonden; steeds meer organisaties spreken openlijk van genocide.

Veel studenten en medewerkers van Nederlandse universiteiten nemen geen genoegen met het standpunt van de rectoren zoals ze die in Trouw verwoordden. Ze willen dat de universiteit een meer radicaal besluit neemt: de Nederlandse universiteiten moeten alle institutionele banden met Israëlische universiteiten verbreken.

Zij stellen dat Israëlische universiteiten zo verbonden zijn met de staat dat zij medeverantwoordelijk gehouden kunnen worden voor het genocidaal geweld en dat je daar als Nederlandse universiteit niet aan mag meewerken. Om dat idee kracht bij te zetten worden er al ruim anderhalf jaar walk-outs, demonstratiemarsen, tentenkampen, teach-ins, (gast)lezingen en bezettingen georganiseerd.

Geen gezamenlijk standpunt

Wat is het effect? Hoe staan de universiteiten nu ten opzichte van de oorlog in Gaza? Om dat te weten te komen is voor dit artikel samengewerkt met alle Nederlandse universiteits- en hogeschoolbladen die verenigd zijn in de Kring Hoger Onderwijsmedia.

In tegenstelling tot op hogescholen (zie kader) is op alle universiteiten de discussie over samenwerking met Israël een issue, zo blijkt uit de rapportage van de hoger onderwijsmedia. Overal zijn acties, soms kleinschalig, soms groot. Behalve de eerder genoemde brief van de rectoren in Trouw, is er geen gezamenlijk standpunt van de universiteiten meer gekomen. Iedere universiteit heeft zijn eigen beleid. En bijna alle universiteiten zagen zich genoodzaakt in het voorjaar van 2024 met een statement te komen.

Samenwerking met Israël speelt niet sterk in hbo

Waar bij de universiteiten de discussie hoog oploopt, blijft die in het hbo op de achtergrond. Bij de Hogeschool Rotterdam is vorige maand besloten om te stoppen met de uitwisseling met Israël. Op deze hogeschool is een actieve pro-Palestinabeweging die ook acties organiseert.

Maar de meeste andere hogescholen hebben geen directe contacten met Israël en daardoor is de discussie daar niet zo actief. In sommige steden sluiten de studenten zich aan bij de beweging op de universiteit.

Op dit moment is het standpunt van drie universiteiten nog ongewijzigd sinds voorjaar 2024. Ze willen niet tornen aan de samenwerking met Israëlische universiteiten. Dat zijn de Technische Universiteit Eindhoven en de Wageningse universiteit. Zij stellen dat de universiteit geen politieke organisatie is en dat Israëlische universiteiten niet gelijkgesteld kunnen worden aan de Israëlische overheid.

De Rijksuniversiteit Groningen houdt nu ook nog vast aan haar verklaring van 2024. De Groningse universiteit stelt dat ze samenwerkt met drie Israëlische universiteiten in het kader van uitwisselingsprogramma’s, maar dat deze samenwerking met Israël niet is gericht op militair onderzoek of onderzoek over veiligheidsvraagstukken. Die samenwerking staat daar nog altijd niet ter discussie.

Commissie Gevoelige Samenwerkingsverbanden

Bij de andere universiteiten is er wel beweging. Tien universiteiten hebben een commissie ingesteld die internationale samenwerkingsverbanden moet toetsen. De precieze afspraken van die toetsing verschilt per universiteit.

Bij de technische universiteiten van Twente en Delft houden ze vooralsnog vast aan de bestaande samenwerking, maar willen ze wel een aanscherping van de moreel-ethische afweging als het gaat om mensenrechten. De statements uit 2024 om samenwerking voort te zetten zijn dus nog niet aangepast, maar dat zou wel kunnen gebeuren.

In Rotterdam heet de commissie Gevoelige Samenwerkingsverbanden. De commissie bracht recent het advies uit om bestaande samenwerking te minimaliseren en geen nieuwe partnerschappen of uitwisselingsprogramma’s aan te gaan met Israëlische universiteiten. Het bestuur van de Erasmus Universiteit moet nog beslissen of hij dit advies overneemt.

In Maastricht besloot het universiteitsbestuur een commissie in het leven te roepen die op grond van uitspraken van het Internationaal Hof in Den Haag moet bepalen of de universiteit met een bepaalde partner kan samenwerken. Er zijn nog geen concrete adviezen.

De Vrije Universiteit heeft een commissie ingesteld voor een toetsingskader gebaseerd op de eigen waarden en de internationale standaarden op het gebied van (bijvoorbeeld) mensenrechten. Die moet na de zomer met een advies komen. 

In Leiden is vorig jaar juni een ethische commissie gekomen die de banden met Israël onderzoekt. Een jaar later moet de commissie nog met het werk beginnen, meldde Mare vorige week.

Vier universiteiten met aangepaste statements

Vier universiteiten hebben afgelopen maand hun statement echt aangepast. Dat zijn Tilburg University, de Radboud Universiteit, de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht.

In Tilburg maakte het bestuur begin mei bekend de samenwerking met de Bar-Ilan University en de Reichman University op te schorten. Met deze twee universiteiten bleek het niet mogelijk om een dialoog te voeren ‘over de risico’s van onze samenwerking voor systematische en grove schendingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden’. Met de Hebrew University blijft de dialoog bestaan. De universiteit volgt hiermee het advies op van een onafhankelijke commissie.

De Nijmeegse Radboud Universiteit besloot in mei op advies van een commissie de universiteitsbrede samenwerkingsverbanden met de partneruniversiteiten Tel Aviv University en Hebrew University op te schorten.

Demonstranten kijken mee naar een gesprek tussen de rector en Palestine Solidarity Tilburg, mei 2024. Beeld Jack Tummers

De Universiteit Utrecht kwam half mei met het besluit om geen nieuwe samenwerking met Israëlische universiteiten te starten en de institutionele contacten met de Universiteit Haifa te verbreken. De bestaande 23 samenwerkingsprojecten blijven bestaan omdat die geen relatie hebben met militaire doeleinden of de mensenrechten schaden.

Er is één uitzondering: een gezondheidsproject waar het ministerie van Gezondheid direct bij is betrokken.  Gekeken wordt of die samenwerking kan worden verbroken. Een nieuwe ethische commissie moet in de toekomst advies geven over projecten die plaats vinden in een land met een gewapend conflict.

Ook de Universiteit van Amsterdam heeft het statement aangepast. In maart kondigde de universiteit na advies van een commissie aan de studentenuitwisseling met Hebrew University te stoppen omdat studenten mogelijk in aanraking zouden komen met schendingen van mensenrechten.  Toen Joodse alumni protesteerden, liet de UvA twee weken later weten samenwerking met de Hebrew University opnieuw te willen bespreken.

Nieuwe golf acties

Het wekt weinig verbazing dat de meeste actievoerders de standpunten van de universiteiten onvoldoende vinden. Tilburgse actievoerders bezetten kort na bekendmaking van het nieuwe statement het Dantegebouw waar het jaarlijkse wetenschaps- en campusfestival Night University werd gehouden. Ze zijn er door de ME uitgezet.

Dat gebeurde ook in Utrecht waar studenten eerst een week op het plein van de Universiteitsbibliotheek bivakkeerden en daarna een pand bezetten. Ook zij werden hardhandig door de politie verwijderd. In Utrecht zijn na bekendmaking van het statement ook hoogleraren begonnen met een actie richting het bestuur. Zij schreven een brief en kwamen met een petitie.

In Nijmegen leidde het nieuwe statement tot nieuwe acties. Actievoerders drongen vorige maand het bestuursgebouw binnen, waarna de politie werd gebeld. Bij de arrestaties werd een arrestant door een politiehond in haar been gebeten en zij moest meerdere operaties ondergaan. Dat heeft kwaad bloed gezet bij veel mensen.

Bezetter van het Dantegebouw wordt meegenomen door de mobiele eenheid (ME), mei 2025. Beeld: Jack Tummers

Bij de Universiteit van Amsterdam was vorige week opnieuw actie op het Roeterseiland. Demonstranten verbleven enige nachten in tentjes op het universiteitsterrein. Rector Peter-Paul Verbreek sprak in overleg met de actievoerders voor het eerst over genocide.  

Uit de inventarisatie van de universiteitsbladen blijkt dat discussies tussen universiteitsbestuurders en actievoerders moeizaam verlopen. Op verschillende universiteiten is het afgelopen jaar geprobeerd een dialoog op te zetten. Maar die gesprekken kwamen niet van de grond. In Maastricht werd een vooropgezette dialoog op het laatste moment afgelast omdat de kans op verstoring te groot was. In Rotterdam werd een bijeenkomst van medische studenten bijna afgelast.

In Utrecht organiseerde het bestuur vorig jaar zomer een dialoog, maar daar las de Palestina-activist een verklaring voor en liep toen weg. In Leiden kwamen de bestuursleden niet opdagen bij een openbare discussie over Gaza met het College van Bestuur. In Nijmegen werd een dialoog tussen studenten en medewerkers over dit onderwerp voortijdig gestopt.

De gesprekken tussen actievoerders en bestuurders komen neer op een uitwisseling van standpunten waarbij de actievoerders met enorme hoeveelheden informatie en bewijs komen over de rol van Israëlische universiteiten in het conflict en de besturen vooral insteken op academische vrijheid en de veiligheid voor alle leden van de academische gemeenschap, zo beschrijft een van de redacteuren het overleg tussen bestuurders en actievoerders.

Medezeggenschap op de achtergrond

Het is opvallend dat de rol van de medezeggenschap in deze discussie niet dominant is. In sommige gevallen verwijzen bestuurders expliciet naar de medezeggenschap als de plek waar beslissingen over deze kwestie gesproken moet worden. In Tilburg en Nijmegen ging de medezeggenschap akkoord met de adviezen van de commissies, maar hadden ze liever stevigere maatregelen gezien. Bij de Universiteit van Amsterdam sprak de Gezamenlijke Vergadering van studenten- en medewerkersraad zich 28 mei uit voor het opschorten van alle banden met Israël.

Universiteiten worstelen met de vraag hoe zij zich moeten opstellen als het gaat om academische samenwerking in een conflictgebied waar mensenrechten worden geschonden. In het geval van Rusland verwijzen de universiteiten naar de door de overheid opgelegde boycot toen de oorlog met Oekraïne begon. Dat staat ook in die brief van de rectoren in Trouw van vorig jaar.

Maar door Gaza is de moreel-ethische discussie terug op de kaart gezet en lijkt de opinie van de rectoren van een jaar geleden achterhaald. Al zijn stappen die de universiteiten nu zetten maar heel voorzichtige strepen in het zand.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.