Stevige kritiek universiteitsraad op evaluatie opening academisch jaar: ‘Wat zijn de lessen die hieruit worden getrokken?’
De evaluatie van de veiligheidsmaatregelen tijdens de opening van het academisch jaar houdt de gemoederen bezig. Studentenfracties en medewerkers hebben scherpe kritiek op de inhoud en het gebrek aan conclusies in het rapport. Het College van Bestuur erkent dat er fouten zijn gemaakt, maar benadrukt dat er geen sprake was van een discriminatiebeleid.
De spanning rond de strenge beveiliging tijdens de opening van het academisch jaar op 1 september, waarbij studenten met een kufiya de toegang geweigerd zou zijn, laait opnieuw op in de universiteitsraad van donderdag. De evaluatie van Van Genugten, die onafhankelijk moest onderzoeken hoe het zover kon komen, wordt door veel raadsleden als onvoldoende beoordeeld.
Panka Toma van de fractie Progressive Student Alliance (PSA) noemt het rapport tegenstrijdig. ‘Van Genugten concludeert dat er geen beleid van discriminatie was, maar wat waren dan de instructies aan de beveiliging?’ vraagt ze. ‘Er is video- en audiodocumentatie van studenten die wél gediscrimineerd zijn. De feiten liggen gewoon op tafel.’
Ook David Schindler van TiU International spreekt van een teleurstellende evaluatie. ‘Het rapport is moeilijk te lezen en ongestructureerd. Het leest als een he said, she said-verhaal. We hopen dat er in de toekomst beter en gestructureerder onderzoek wordt gedaan.’
Te ver gegaan
Rector magnificus Wim van de Donk herhaalt tijdens de vergadering dat het College van Bestuur al excuses heeft aangeboden voor de gang van zaken, maar weerspreekt dat er sprake was van een beleid gericht op discriminatie. ‘Er is geen instructie gegeven om mensen met een kufiya tegen te houden,’ zegt hij.
‘Er zijn diezelfde dag gesprekken gehouden met de demonstranten, waarin afspraken zijn gemaakt over een protest op een aangewezen plek buiten. Toen mensen toch naar binnen gingen, handelden beveiligers dus vanuit de gemaakte afspraken, niet vanuit discriminatie. Misschien zijn sommigen daarbij te ver gegaan.’
Tegelijk erkent Van de Donk dat de universiteit lering moet trekken uit de gebeurtenissen. ‘De mogelijkheid tot protest is er altijd geweest, en dat blijft zo. Discriminatie is nooit acceptabel,’ zegt hij. ‘Maar we moeten ons wel afvragen wat er beter kan. Waren de instructies aan de beveiliging duidelijk genoeg?’
Universiteit afwezig
Katya Ivanova van fractie Onafhankelijken vraagt om meer duidelijkheid over de vervolgstappen. ‘Wat zijn nu de lessen die hieruit getrokken worden? Wat zijn de verbeterpunten? Voor ons is dat niet helder.’
Volgens fractiegenoot Marinus Verhagen was de universiteit zelf ook te afwezig bij de strenge beveiliging op 1 september. ‘Iemand moet namens de universiteit bij dit soort voorvallen zelf aanwezig zijn – iemand die kan uitleggen wat er gebeurt en in gesprek gaat met studenten en medewerkers.’
Geen beelden tijdens openbare vergadering
ALs PSA-lid Toma voorstelt om videobeelden en audiobestanden van de gebeurtenissen af te spelen, raadt Van de Donk dit af. ‘We zijn verantwoordelijk als bestuur en moeten hier lering uit trekken. Maar deze vergadering is openbaar. Het is niet netjes en een schending van privacy om hier nu video’s te laten zien van direct betrokken individuen.’
Studentenfracties Front en SAM dringen ook aan op een concreet actieplan van het bestuur, waarin duidelijk wordt hoe de universiteit in het vervolg met protesten en veiligheidsmaatregelen omgaat. ‘We willen zien wat er geleerd wordt, er moet een duidelijk actieplan komen.’
De raad komt tot het besluit dat er een aparte, besloten sessie komt tussen het dagelijks bestuur van de universiteitsraad, Van Genugten en het College van Bestuur, mits Van Genugten bereid is daarbij aanwezig te zijn. Of de besloten bijeenkomst het vertrouwen in de evaluatie kan herstellen, blijft de vraag.
Ook komt de universiteit aanstaande dinsdag met een besluit over de samenwerking met Israëlische partnerinstellingen.
Reactie universiteit
Na de vergadering van de universiteitsraad heeft de universiteit de volgende reactie geplaatst op de evaluatie van de strenge beveiliging tijdens de opening van het academisch jaar:
‘Het College van Bestuur heeft kennisgenomen van de Evaluatie veiligheidsmaatregelen Opening Academisch Jaar Tilburg University en de leerpunten die het Crisismanagementteam (CMT) heeft geformuleerd. Wij waarderen de zorgvuldige reflectie en de bereidheid van het CMT om actief te leren en te verbeteren.
‘Uit de evaluatie blijkt dat verdere professionalisering mogelijk is op enkele punten. Zo is het bijvoorbeeld van belang dat bij de voorbereiding van grote evenementen meer aandacht wordt besteed aan het vooraf uitwerken van veiligheidsscenario’s. Daarbij hoort ook dat besluiten van het CMT beter worden doorvertaald naar concrete instructies en handelingsperspectieven voor medewerkers, beveiliging en woordvoering. Daarnaast dienen afspraken over de toepassing van maatregelen, zoals het vorderen, duidelijk te zijn en goed afgestemd tussen het CMT en de beveiliging. Ook is het belangrijk om sneller te evalueren na afloop van grote bijeenkomsten, zodat leerpunten tijdig kunnen worden benut bij volgende gelegenheden.
‘Het College onderschrijft deze inzichten en heeft het CMT verzocht deze actief op te pakken. Daarbij hebben wij ook aandacht voor onze eigen rol en verantwoordelijkheid. We delen de overtuiging dat Tilburg University een open en toegankelijke academische gemeenschap is, waarin we blijven denken in mogelijkheden en ruimte houden voor dialoog en samenwerking. Het CMT benadrukt terecht het belang van een open houding en van constructief overleg met betrokkenen — een insteek die tijdens en na de opening van het academisch jaar zichtbaar is gebleven, bijvoorbeeld in initiatieven als de community kitchen.
‘Wij hechten grote waarde aan academische vrijheid en demonstratievrijheid als fundamenten van een open academische gemeenschap. Het is van groot belang om steeds zorgvuldig af te wegen hoe we daaraan ruimte bieden, terwijl we ook zorgen voor de fysieke en sociale veiligheid van studenten, medewerkers en gasten, het onderwijs en onderzoek kunnen doorgaan én de dagelijkse organisatie goed blijft draaien. Als College van Bestuur nemen wij deze verantwoordelijkheid zeer serieus, omdat zij samen de basis vormen voor een veilige en open universitaire gemeenschap.’
Advertentie.
