Onvoltooid verleden tijd (Mijn kerstvakantie, deel 2)

 Donker waren mijn gedachten toen ik, nadat ook mijn tweede rode pen was opgebruikt, eindelijk alle tentamenvragen had nagekeken. Het ging om het tentamen rechtsgeschiedenis. Een hele generatie overmoedige eerstejaarsstudenten had het wel een aardig idee gevonden daaraan deel te nemen, aangezien zij in dat vak ook college hadden gevolgd. “O ijdelheid der ijdelheden. Alles is ijdelheid” (Prediker 1:2).

Hun antwoorden op de vragen – ik neem althans aan dat ze op de vragen betrekking hadden – waren verbijsterend. Over de geschiedenis van ons recht kan weinig met zekerheid worden gezegd, zoveel is intussen wel zeker. De geschiedenis is veranderlijk en verraderlijk. Zij speelt zich af in parallelle universums en virtuele werelden, met time loops en eeuwen waar maar geen einde aan komt, met volkeren die weigeren uit te sterven, spontane reïncarnaties en androgyne geestverschijningen.

Had Harry Mulisch toch gelijk in zijn Voer voor psychologen: “op ieder punt van ons verleden wordt nog onafgebroken gewerkt en veranderd. Laat niemand zich iets wijsmaken. Het verleden is even onzeker als de toekomst. In de toekomst kan (bijna) alles gebeuren – maar in het verleden kan (bijna) alles gebeurd zijn”. Bijna? Hoezo bijna?

Het was in de vroege ochtend van 31 december toen ik de tentamens terzijde schoof. Een heel nieuw jaar stond voor de deur – zou ik open doen? Een jaar vol rechtsgeschiedenis… En ik had me nog wel zo voorgenomen om dit jaar minder te gaan drinken.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.