Je hebt wél iets te verbergen

Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis schreven het boek Je hebt wél iets te verbergen. In het boek willen de journalisten van De Correspondent laten zien waarom privacy wel iets is om je druk over te maken. En waarom je dus nooit kunt zeggen dat je niks te verbergen hebt. Martijn kwam op uitnodiging van LIS over zijn boek vertellen op de campus. Univers sprak met hem.

Denk je dat het boek echt helpt?

“Ons boek is heel populair, het is echt een bestseller. We krijgen enorm veel aandacht en we worden nog steeds vaak uitgenodigd voor lezingen. Het helpt zeker mee bewustwording te creëren over het onderwerp privacy. Ook merken we bij De Correspondent dat stukken over internetveiligheid het heel erg goed doen. Een artikel over het maken van sterke wachtwoorden en over hoe je veilig kunt communiceren, worden op onze website steevast enorm goed gelezen. “

Hoe fanatiek ben je zelf in het beschermen van je privacy?

“Als het moet kan ik heel fanatiek zijn. Tijdens mijn werk neem ik soms bepaalde maatregelen. Als ik bijvoorbeeld onderzoek doe naar een bedrijf, ministerie of persoon dan zorg ik er voor dat ik niet met één IP-adres constant op dezelfde website kom. Daar gebruik ik dan soms TOR voor. Daarmee kun je anoniem op het net surfen. Dat gebeurt niet heel vaak, maar soms is dat nodig.”

Wanneer neem je zulke maatregelen?

 

“In mijn bronnencontact maak ik vrij veel bewuste keuzes. Het gros van de bronnen is gewoon voor informatie en daar neem ik geen extra maatregelen voor. Met andere bronnen bel of chat ik versleuteld. Anderen spreek ik echt alleen face-to-face. En dan het liefst ook buiten, zodat er echt niemand meeluistert. Dat laatste doe ik met mensen die bijvoorbeeld voor bepaalde overheden werken, of met individuen die de kans lopen om door een overheid in de gaten gehouden te worden. Als je echt anoniem wil blijven, moet je naast openbare ruimtes ook elke communicatie via een apparaat vermijden.”

Er is vorig jaar sprake geweest van een eventuele vingerafdrukscan bij de entree van de bibliotheek hier op de campus. Wat vind jij daar van?

“Zo’n maatregel is op zich wel zorgelijk. Want je laat overal vingerafdrukken achter. Zo’n database stelt degene die er toegang tot heeft in staat om van alle studenten hier te achterhalen waar ze geweest zijn. Daarvan kun je je nu misschien niet voorstellen dat dat interessant is, maar wie weet wie daar in de toekomst in is geïnteresseerd.”

In je boek omschrijf je een situatie waarin je samen met een hacker op een terrasje in Amsterdam mensen zo ver krijgt zich te verbinden met jouw wifispot om vervolgens ongevraagd in hun mobieltje te kijken. Kan dat op de campus van universiteiten ook?

“Natuurlijk is de campus een target. Bepaalde data op een universiteit kunnen interessant zijn voor andere instanties. Er zijn wel verhalen bekend over wetenschappers in de VS en Japan die getarget worden door inlichtingendiensten. Dan is een wifipunt wel een vrij simpele ingang om alvast een klein profiel van die persoon samen te stellen. Ik weet niet of het hier gebeurt, maar ik kan het mij voorstellen dat het hier kan.”

Wat is één simpel ding dat alle studenten zouden kunnen doen om hun privacy beter te beschermen?

“Ik kan iedereen aanraden Signal te gebruiken. Dat is een veilige chat/bel-app. Whatsapp is ook veilig, er wordt niet meegekeken met de inhoud van je berichtjes, maar Whatsapp is wel van Facebook… Signal hoef je echt niet altijd te gebruiken. Maar als je een keer met iemand of met een groep mensen wil praten over dingen waarvan je denkt: dit houden we lekker tussen ons, dan is Signal een echte aanrader. ”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.