Vroeg roken: minder kans glansrijke carrière

Mannen die jong beginnen met roken hebben minder kans op een wetenschappelijk diploma of een academische baan dan niet-rokende mannen.

Dat blijkt uit onderzoek van Ali Palali, economisch docent aan de Universiteit van Tilburg. Hij onderzocht de relatie tussen het beginnen met roken voor het vijftiende levensjaar en de latere prestaties in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. In de Volkskrant zegt Palali dat vroege rokers minder kans hebben om carrière te maken.

Negatieve effecten

Scholieren en studenten die roken hebben vaak een slechtere conditie. Ook beïnvloedt roken de cognitieve ontwikkeling van jongeren negatief, raken ze sneller afgeleid door verleidingen van buiten als ze van het schoolplein of de campus gaan om te roken en maken ze een slechtere indruk op docenten. Tot slot houden ze minder tijd over om te studeren, omdat ze moeten werken om sigaretten te kunnen betalen. Deze negatieve effecten dragen bij aan slechtere prestaties in het onderwijs. Uit het onderzoek blijkt dat de kans om een academische graad te halen of om een academische betrekking te krijgen bij vroege rokers vier procent lager ligt dan voor anderen.

Door slechtere schoolprestaties krijgen vroege rokers te maken met een minder gunstig begin op de arbeidsmarkt. Zowel de loopbaan als het loon kunnen negatief worden beïnvloed door gezondheidsproblemen, discriminatie door de werkgever en het onderbreken van de werkzaamheden om te roken.

Alleen mannen

“Het lijkt erop dat de nadelige effecten van vroeg roken zich in de loop der jaren opstapelen en dat vroege rokers die hun loopbaan beginnen met een lagere functie in die banen blijven zitten en minder kans hebben om carrière te maken”, aldus Palali in de Volkskrant. Dit effect ontdekte hij overigens alleen bij mannen. Hij denkt dat dit komt omdat vrouwen minder roken en vaker parttime werken.

Kanttekeningen

Palali ziet in dat het verband tussen roken en kans op werk het resultaat is van achterliggende factoren die niet in de statistische gegevens worden meegenomen, zoals de gezinssituatie. Om dat soort factoren uit te sluiten, heeft Palali een statistisch model gebruikt. Dat moet ervoor zorgen dat alleen de directe effecten van vroeg roken overblijven.

Michèle Nuijten, promovendus aan de Universiteit van Tilburg, reageerde in de Volkskrant op de resultaten van het onderzoek: “Ik vind het nogal wat om te zeggen dat roken leidt tot slechtere baankansen. Ik betwijfel of een statistisch model wel rekening kan houden met alle achtergrondvariabelen.”

_Advertentie.