Aan de universiteit moeten we meer rekening houden met jonge ouders

Aan de universiteit moeten we meer rekening houden met jonge ouders

Waarom zijn collega’s met jonge kinderen zo vaak ziek? Myrthe Faber snapte er jarenlang niets van. Tot ze zelf moeder werd. Ze roept de academische wereld op meer rekening te houden met jonge ouders. ‘Maak het ze niet moeilijker dan het al is.’

Myrthe Faber. Beeld Erik van ’t Hullenaar / Donders instituut

Ik moet iets bekennen: vroeger – zeg vijftien, tien, of zelfs vijf jaar geleden – begreep ik niet waarom er speciale regelingen waren voor ouders. Ik durf zelfs te zeggen dat ik me er ietwat verbolgen over voelde: waarom zou je uitstel krijgen voor beursaanvragen of evaluaties, simpelweg omdat je een kind op de wereld gezet hebt? Zodra je kind er is, ga je gewoon weer aan het werk, toch?

In al mijn naïviteit begreep ik niet wat de implicaties waren van het ouderschap – ik wist uiteraard wel dat gebroken nachten een ding waren, maar ik had geen idee van de impact. Ik vond dat mijn collega’s met kinderen wel erg vaak ziek waren, maar had me niet gerealiseerd dat mijn gezin het eerste jaar ook om de week plat zou liggen met een nieuw virus. En dat borstvoeding geven per dag meer energie kost dan een uur hardlopen wist ik ook niet (nog los van de bijkomende hormonen en onderbreking van je dag).

Fast forward naar drie jaar geleden. Het eerste jaar na de geboorte van mijn zoon heb ik doorgebracht in een waas. Mom brain (en algemener, parent brain) bestaat echt: de hersenen passen zich aan, aan de nieuwe rol die je als ouder inneemt. Ik voelde ineens een biologische drive om bij mijn kindje te zijn, en werk kwam voor het eerst in mijn volwassen leven op de tweede plaats.

Dit is een wisselcolumn van de Tilburg Young Academy (TYA). Elke maand belicht een ander lid van TYA ontwikkelingen in de academische wereld.

Dit was ook het moment dat ik me voor het eerst realiseerde dat de academische wereld eigenlijk heel weinig rekening houdt met ouders. Netwerkborrels zijn een uitstekend voorbeeld: na een bijeenkomst is er vaak nog een informeel moment, meestal rond een uur of vijf, waarop connecties aangehaald of gevormd worden. Een duivels dilemma, want dit is precies de tijd dat je als ouder naar huis moet als je je kind die dag nog wil zien.

Dit probleem treft alle ouders in de academie. Maar specifiek voor moeders – voor wie de sociale druk om ‘een goede moeder’ te zijn extreem hoog ligt, de onderbreking van de carrière groter is door de zwangerschap, en de weg omhoog op de academische ladder daardoor potentieel moeilijker is – kunnen de consequenties groot zijn. Ik heb om me heen (ja, ook in Tilburg) voorbeelden gezien van jonge moeders die door hun tijdelijke afwezigheid en verminderde beschikbaarheid zomaar van papers en projecten worden gegooid.

Van moeders die toch maar geen borstvoeding geven omdat er in de praktijk vaak geen rekening gehouden wordt met de tijd die het kost om te kolven. En ook van vaders, die uit een internationaal netwerk vallen omdat reizen met jonge kinderen geen optie is. Laten we het jonge ouders alsjeblieft niet moeilijker maken dan het al is, en bij simpele dingen zoals het plannen van netwerkborrels rekening houden met deze groep young academics.

Toepasselijk ga ik nu beginnen met genieten van het zwangerschapsverlof van mijn tweede kind, en zie ik hopelijk de effecten van deze column als ik kolvend, met mom brain, doodmoe, en bekomend van het zoveelste virus, weer terug aan het werk ga.

Myrthe Faber werkt als universitair docent bij de afdeling Cognitive Science and Artificial Intelligence (TSHD). Ook is Faber Research Affiliate bij Donders Centre for Cognitive Neuroimaging van de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze is moeder van een zoon van 3 jaar en in verwachting van een tweede kind.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.