Maak de universiteitsverkiezingen weer politiek
Voer het universiteitsdebat weer op het scherpst van de snede. Die oproep doet TiU-student Jamie Wolvekamp met het oog op de aankomende medezeggenschapsverkiezingen. ‘Studentenfracties moeten eindelijk eens verschillende geluiden van binnen onze gemeenschap laten horen.’

Er waart al enige tijd een bureaucratisch spook door de gangen van onze universiteit. Het zit ook de medezeggenschaapsraad op de hielen: gevestigde studentenpartijen Front en SAM zien zich genoodzaakt studenten vrijwel identieke partijprogramma’s voor te schotelen om vervolgens een campagne metaforisch te winnen (of te verliezen) op de herinvoering van chocomelk in de koffiemachines; een grootse zege voor die oh zo begeerde ‘sticky campus’.
Ondertussen staat het demonstratierecht onder druk doordat het College van Bestuur posteren verbiedt en meermaals de politie afstuurt op vreedzame demonstranten. Demonstranten die verantwoording eisen over het onverklaarbaar handelen van het bestuur, naar aanleiding van een adviesrapport dat de samenwerkingsverbanden die onze universiteit met Israëlische universiteiten onderhoudt hekelt (gezien de grove mensenrechtenschendingen waar die universiteiten deel aan maken).
Ook nodigt de organisatie van de Economic Business Weeks Tilburg wéér doodleuk Shell uit in een jaar waarin we de warmste januari ooit (!) gemeten doormaakten. Ten slotte wordt intensief samenwerken met defensie steeds vaker klakkeloos naar voren geschoven als volstrekt normale onderzoekspraktijk (zoals in het STEADFAST-project dat semiautonome drones ontwikkelt in samenwerking met een waslijst aan militaire partners, waaronder de controversiële wapenproducent Thales); of zelfs als noodgreep om de onderwijsbezuinigingen mee op te vangen.
Zelden geven het universiteitsbestuur of de partijen in de raad hierover een kik uit zichzelf. Met veel horten en stoten valt een kort en bovenal diplomatiek statement ze vaak nog wel te ontfutselen, maar een daadwerkelijk gesprek over deze fundamentele kwesties blijft uit. Toch een frappante houding, aangezien Aristoteles het werkelijk ‘spreken’ als hoofdzaak van de politiek beschouwt. Blijkt hij het na 2.000 jaar bij het verkeerde eind te hebben, of moet de bredere universiteitsgemeenschap in dezen de hand toch in eigen boezem steken?
De aankondiging dat dit jaar een nieuwe studentenpartij meedingt naar een zetel – de Progressive Student Alliance – is hierom bemoedigend. Hopelijk breekt de intrede van deze derde partij het vastgeroeste speelveld van de campagne en de raad enigszins open. Het dwingt alle betrokkenen tot een revaluatie van hun standpunten die verder gaat dan loze identiteitspolitiek over het al dan niet ‘actieve’ karakter van de studenten die zij vertegenwoordigen.
De waardigheid van onze universiteitspolitiek bevindt zich namelijk op een kantelpunt. Want waar gaan deze verkiezingen uiteindelijk over? Het normatief bevestigen van de ‘fatsoenlijke’ student die binnen de lijntjes kleurt als ideaal voor je partijprogramma (behalve als het gaat om aanwezigheid bij college – heel rebels!), of het daadwerkelijk omarmen van de diversiteit aan personen die zich betrokken voelen bij onze universitaire gemeenschap?
Ik hoop het laatste. Moge een politiek uitgesproken partij als de Progressive Student Alliance de oudgedienden inspireren om ook tot expliciete stellingname te komen en het universitair debat eindelijk weer eens te laten knallen.
Want zelfs het beleefde gesprek blijft op dit moment uit; of – in het beste geval – verscholen achter een administratieve rompslomp van commissies, netwerkborrels en etiquettediners aan beide kanten van de raad.
Rond deze tijd vorig jaar uitte ik, samen met een medestudent, eenzelfde zorg op dit platform. We nodigden Front en SAM uit om hierop te reageren, om zo een polemiek te realiseren en de campuspolitiek een kleine schop onder te kont te geven. Daar bleken beide partijen niet van gediend. Door het bestuur van Front werden we simpelweg afgeserveerd als zeurkousen. SAM nam wel de moeite om een (ietwat warrige) repliek te redigeren, maar besloot deze uiteindelijk toch niet te publiceren, omdat een polemiek via Univers niet bij zou dragen aan een ‘constructief gesprek’ over dit onderwerp.
Wat deze partijen dan wel als een constructief spreken beschouwen in onze universitaire polis blijft mij onduidelijk. Opdringerige appjes en andere campagnetrucjes als – jawel – gratis chocomel in ruil voor je kostbare stem beginnen mij intussen te vervelen.
De universiteitspolitiek is verworden tot een simulacrum van de hoogste orde: wanneer stappen we over het bureaucratisch geneuzel heen en hebben we het eindelijk weer eens over de inhoud? Niks zou ‘te politiek’ voor het publieke gesprek moeten zijn, omdat dat gesprek de definitie zelve van de politiek is – als Aristoteles gelijk heeft, ten minste.
Het is zaak dat de partijen in de raad het College van Bestuur eindelijk eens verschillende geluiden van binnen onze gemeenschap laten horen. Keihard. Opdat het tot ze doordringt dat we als middelgrote universiteit wel degelijk keuzes hebben te maken over belangrijke onderwerpen als het klimaat en met welke partners we ons als institutie willen inlaten.
Laten we deze verkiezingen daarom eens alle poespas negeren en daadwerkelijk het gesprek aangaan door de drie fracties te evalueren op basis van hun idealen, plannen en politieke houding. Laten we een debat organiseren, een polemiek starten; want alleen door het publieke spreken aan te gaan is onze democratie iets waard. Maak de universiteitsverkiezingen weer politiek!
Jamie Wolvekamp is student Liberal Arts and Sciences aan Tilburg University.