Lars Bregonje is campusdichter 2012
Lars Bregonje is de nieuwe campusdichter van de UvT. Dat werd donderdag bekend gemaakt in ’t Sportcafé van de universiteit.
De eerstejaars Liberal Arts-student werd unaniem verkozen uit de vijf inzendingen voor de competitie. De jury prees zijn stijl, ritme en woordkeuze. De nieuwe campuspoëet kreeg zijn prijs uit de handen van Henk Ellermann van Academic Forum – de organisator van de wedstrijd.
Ook de Tilburgse stadsdichter Esther Porcelijn, studentdichter Robert Proost, en ex-campusdichters Andrew Cartwright (2009), Nathan de Groot (2010) en Karel Soudijn (2011) waren aanwezig om voor te dragen uit eigen werk en Bregonje succes te wensen. De campusdichter mag een jaar lang gevraagd en ongevraagd poëtisch commentaar leveren op het universitaire leven en alles daaromheen. Zijn gedichten zullen ook in Univers magazine verschijnen.
Tijdens de plechtigheid werden ook twee Univers-bloggers in het zonnetje gezet: Andrew Cartwright en Erik-Jan Broers kregen uit handen van hoofdredactrice Francine Bardoel een boekje waarin hun columns zijn gebundeld.
Hieronder een van de drie gedichten waarmee Bregonje campusdichter werd:
Waarover we praten als we over Diederik praten
Daar zit je, flirtend met de camera, je gezicht
geschminkt, het trillende been van Martin Bril
werkend op je zenuwen. Je gonst je stem door de zaal
als een lekkende megafoon – je eigen wereld scheppend,
groter, groter, groter.
En daar zit je. Je leest de woorden van je vrouw
in De Telegraaf – woorden afkomstig van een stem waar je
ooit voor bent gevallen zoals een jongen voor een meisje.
‘Hij woont niet meer thuis.’
Diede, je bestaat toch wel? Jij hebt toch ook een ademtocht?
Jij hebt toch ook kinderen, bent toch ook een kind?
Jij krijgt toch ook stoppels rond vijf uur ’s middags?