SER maakt zich zorgen over deeltijdonderwijs
Nederland blijft in internationaal perspectief achter wat de deelname betreft van volwassenen aan het hoger onderwijs. In Denemarken, Zweden, de Verenigde Staten en ook het Verenigd Koninkrijk is de deelname van 30-plussers aan het hoger onderwijs aanmerkelijk hoger dan in Nederland.
Dat schrijft de Sociaal-Economische Raad (SER) in een advies aan diverse ministers (onder andere Onderwijs). De SER wijt het verschil aan het onderwijssysteem. “In Nederland is het onderwijssysteem sterk gericht op snel studeren door jonge studenten. Landen met een andere wijze van aansturing van hoger onderwijsinstellingen, bijvoorbeeld via financiering van studiepunten, hebben hogere percentages volwassenen ten opzichte van het totale studentenbestand. Deze landen kennen meer stimulansen voor instellingen om zich op oudere studenten te richten.”
De SER makt zich ook zorgen over de afname in het aantal deeltijdstudenten en de terugloop van het aantal deeltijdopleidingen. Het aantal deeltijdstudenten in het hoger onderwijs bedroeg in 2010 ongeveer 75.000 terwijl het aantal voltijdstudenten 570.000 bedroeg. Ongeveer 44.000 deeltijdstudenten zijn 30 jaar of ouder.
De SER schrijft: “Naar de redenen voor de terugloop in deelname en aanbod van het bekostigde onderwijs is, voor zover bekend, geen onderzoek gedaan. Voor de terugloop van de vraag worden wel als oorzaken genoemd dat het onderwijs te weinig is toegespitst op volwassenen, dat het onvoldoende aansluit op de werksituatie en dat het onvoldoende flexibel is, waarbij ook de kosten een rol kunnen spelen. Aan de terugloop van het aanbod lijkt een samenstel van factoren ten grondslag liggen, waaronder te geringe deelname, gebrek aan rendement, invlechten in het voltijdaanbod en ook het samenvoegen van opleidingen.”
Het gehele advies vind je hier.