Kritiek Uraad op Onderwijsvisie UvT
‘Niet concreet genoeg’, ‘ook van toepassing op andere universiteiten’, ‘niet-uniek’, ‘onvoldoende inspirerend’, ‘het kan beter’ en ‘het moet SMART’. De diverse fracties uitten dinsdag bij de vergadering van de commissie Onderwijs & Onderzoek flinke kritiek op de Onderwijsvisie van de UvT.
De Onderwijsvisie is bedoeld als basis voor het strategisch plan. “Tilburg University is een overzichtelijke instelling, waar de menselijke maat nog betekenis heeft. Die schaal behoort daarom tot de unique selling points, zo valt in de visie te lezen.
En een ander punt luidt: “Tilburg University stelt zich ten doel om met de inbreng van alle partners inspirerend en uitdagend onderwijs te creëren en is aanspreekbaar op kwaliteit en rendement daarvan. ”
Deze algemeenheden zorgden voor veel opmerkingen van de fracties. Atse Kemper van fractie Front: “We hadden op een concreter stuk gehoopt dat meer TiU-gerelateerd was.” Riet Bettonviel van fractie Onafhankelijken spreekt over ‘open deuren’: “Ik vraag me af, kun je bij dit stuk onze universiteitsnaam vervangen door de naam van en andere universiteit? Zijn we hier wel uniek in?” In de Onderwijsvisie geeft de UvT verder aan zowel voor regionaal als internationaal te kiezen, iets waar de fractie vragen bij heeft.
Ook fractie AbvaKabo heeft kanttekeningen bij het stuk. Volgens Alkeline van Lenning is het essentieel dat de universiteit een duidelijke keuze maakt. “De universiteit kan niet alles tegelijk willen zijn. Een visie is een keuze voor een bepaalde richting. Kiest de universiteit voor excellentie, dan zal de begeleiding van zwakkere studenten hieronder moeten lijden. Kiest de universiteit voor de gemiddelde student dan zal er minder aan excellentie worden gedaan. In de onderwijsvisie komen nauwelijks heldere keuzes voor.”
Volgens rector magnificus Philip Eijlander is er bewust voor gekozen om het stuk niet concreet of SMART te maken. “Het stuk schetst een visie. We moeten de cijfers natuurlijk kennen om en richting te bepalen, maar die cijfers komen terug in onderliggende stukken, niet in deze visie.”
Volgens Eijlander kan de universiteit tevens tegelijkertijd regionaal en internationaal zijn. “Deze universiteit hangt niet in de lucht, maar heeft ankers in de regio. Regionaal en internationaal hoeft dus geen tegenstrijdigheid te zijn.”
