CSI Schijndel

In de omgeving van een van de plattelandsmetropolen die Brabant rijk is, ik meen dat de nederzetting Schijndel gedoopt is, heeft men in een boerenweiland een dode parachutist aangetroffen. Zijn parachute was niet opengegaan. De man lag al meer dan een week in dat weiland alvorens hij werd ontdekt. Er zullen wel gieren boven het lijk gecirkeld hebben, die de aandacht van een eenvoudige landman zullen hebben getrokken. “Verrek, wan merrukwaorige veugels zèn da…”. Of woorden van soortgelijke strekking. Het bleek dat de man samen met anderen had deelgenomen aan een afsprong, maar dat hij niet echt tot het groepje mensen had behoord dat op deze potenieel-suïcidale wijze een teveel aan vrije tijd had willen invullen. Die mensen hadden hem dus niet echt gemist, toen ze na afloop van de afsprong hun ondergoed gingen verschonen. Dat heeft de politie althans menen te mogen opmaken uit hun met sterk regionale tongval afgelegde verklaringen.

Wat een triest verhaal. Zo’n eenzame man. Geen vrienden met wie hij iets kon gaan ondernemen. Vond moeilijk aansluiting bij andere mensen. Sprak hun taal niet. Een grijze muis die niemand opviel. Op feestjes altijd alleen in een hoekje. Niemand die hem miste als hij er niet was. En dan zo’n einde. Uitgerekend met de feestdagen voor de deur, de dagen van warmte en gezelligheid, de dagen waarop mensen traditiegetrouw net doen of ze om andere mensen geven. Ik moest een beetje huilen toen ik het krantenbericht las. Maar dat was voornamelijk naar aanleiding van het politierapport dat door de lokale veldwachter was opgemaakt. Deze kundige functionaris der lokale politie had vastgesteld dat het lichaam “ernstig letsel vertoonde, na in aanraking te zijn gekomen met een stomp voorwerp”. En dat dit vermoedelijk de oorzaak van het overlijden is geweest. Dank u, agent, ik zou er zelf niet zijn opgekomen.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.