Hoe inclusief is het academische taalbeleid voor anderstaligen?

Hoe inclusief is het academische taalbeleid voor anderstaligen?

Je bent volledig opgeleid in het Engels, maar op je werk moet je ineens stukken schrijven in het Nederlands. Tilburgse sociolinguïsten stellen vragen bij de inclusiviteit van het huidige taalbeleid. ‘Als universiteiten uitsluitend in het Engels communiceren, wordt de kloof tussen wetenschap en samenleving alleen maar groter.’

Hoe inclusief is het academische taalbeleid? Beeld: Bas van der Schot

Niemand buiten sluiten is het voornaamste argument om Engels als academische voertaal aan te bevelen, want iedere student en iedere medewerker kan het spreken en verstaan. Daarnaast is Engels dé lingua franca in publicaties en op internationale fora. Door die uitzonderlijke positie is het Engels de laatste decennia de dominante taal geworden op de campussen van Nederland, en heeft ze het Nederlands én andere talen naar de marge verdrongen.

‘Daar zijn we in Nederland veel verder mee gegaan dan in de buurlanden,’ betoogt hoogleraar Diversiteit in taal en cultuur Jos Swanenberg. ‘Want in Duitsland, België of Frankrijk is het veel minder vanzelfsprekend dat je overschakelt op het Engels. Daar wordt van internationals óók verwacht dat ze hun best doen om de taal van het land te leren verstaan en te spreken.’

Meertaligheid

Al voor de komst van het nieuwe kabinet begonnen Swanenberg en taalkundig etnograaf Max Spotti aan een vergelijkend onderzoek, binnen het kader van het European Civic Society Platform for Multilingualism (ECSPM) naar het taalbeleid en naar het debat daarover op de campussen van Tilburg en Eindhoven.

Maar het onderzoek wordt op de hielen gezeten door de praktijk: Tilburg University heeft het taalbeleid vorig jaar al bijgesteld onder invloed van het huidige politieke debat en de daaruit voortvloeiende wetgeving.

‘Toen wij hiermee begonnen was er nog geen sterk protest tegen de verengelsing in de academische wereld of tegen de internationalisering van het hoger onderwijs,’ zegt Swanenberg. Inmiddels is het dus enigszins achterhaald door de realiteit, want de publicatie The Monolingual Campus and the Bilingual Campus verscheen pas in januari van dit jaar.

Opvallend in het wetenschappelijke artikel is het pleidooi voor meertaligheid als voorwaarde voor méér inclusiviteit. Swanenberg: ‘Naast Engels en Nederlands zijn er veel meer talen op de campus, zoals Roemeens, Mandarijn en misschien ook wel Brabantse of Limburgse dialecten. Die talen krijgen nauwelijks aandacht en hebben een lagere status dan Engels of Nederlands.’ Het gevolg is dat gebruikers deze talen alleen gebruiken in een kleine kring en niet kunnen toepassen in een wetenschappelijke context.’

Stemmen

‘Maar het is belangrijk dat die talen ook gehoord worden,’ stelt Swanenberg. ‘Want ze geven een stem aan de culturele identiteiten van onze studenten en medewerkers. En wat zij leren en onderzoeken nemen ze weer mee terug naar de gemeenschappen waar ze vandaan komen.’

Het is dus belangrijk om ook in die talen te leren communiceren. Als universiteiten uitsluitend in het Engels communiceren, wordt de kloof tussen wetenschap en samenleving alleen maar groter, meent de Tilburgse sociolinguïst Kristel Doreleijers, die wordt aangehaald in het artikel. En dat is een standpunt dat beide onderzoekers van harte willen onderschrijven.

Talen mengen

Talen zijn ook niet zo strikt afgebakend als beleidsmakers ons voorhouden, aldus Doreleijers, geciteerd in het artikel. Het is niet zo dat we alleen Engels, of alleen onze eigen taal zouden spreken. In de praktijk mengen we talen voortdurend.

‘We schakelen constant tussen talen,’ legt Swanenberg uit. ‘Stel je praat met iemand die Duits spreekt. Omdat die talen zoveel op elkaar lijken, spreek je dan een paar zinnen Duits, met af en toe wat Nederlands ertussen. Spanjaarden en Italianen verstaan elkaar ook prima op die manier.’

Contraproductief

De nadruk op eentalig Engels gaat dus ten koste van die talige praktijk en van de culturele uitwisseling tussen internationals uit landen waar geen Engels wordt gesproken, concluderen de onderzoekers. En daarmee werkt het taalbeleid in feite niet inclusief, maar sluit het andere culturele waarden juist uit.

‘Als ik bijvoorbeeld met studenten uit Colombia spreek, wil ik ook graag weten welke waarden voor hen belangrijk zijn,’ zegt Swanenberg, ‘of weten wat de verschillende perspectieven van iemand uit Turkije zijn. Door naar elkaar te luisteren, leren we hoe culturele diversiteit in een internationale omgeving in elkaar steekt.’

Volwaardige taal

Daarbij gaat de dominantie van het Engels ten koste van het Nederlands als volwaardige taal, betogen de onderzoekers. Want ‘Nederlands tenzij’ wordt in de praktijk meestal ‘Engels tenzij’. En los van het feit dat het Nederlands in de grondwet is verankerd als onderwijstaal, willen we het Nederlands behouden als taal die in alle domeinen van de samenleving gesproken kan en mag worden, aldus Swanenberg.

De universiteit leidt mensen op voor de samenleving. ‘Bij de gemeente Tilburg werken mensen die door ons volledig in het Engels zijn opgeleid,’ geeft Swanenberg als voorbeeld. ‘En nu moeten ze bij de gemeente stukken schrijven in het Nederlands. Dat hebben ze op de universiteit nooit hoeven doen.

‘En stel je voor dat we alle rechtspraak in het Engels zouden doen. Dan zou het Nederlands niet langer een taal in het juridisch domein zijn, vult Swanenberg aan. ‘Dat zou ik voor Nederland heel gek vinden. Nederlands is een volwaardige taal die terug moet komen in alle facetten van die samenleving.’

Intrinsieke waarde

En dus moet je ook in het Nederlands met elkaar kunnen communiceren op de campus, in het lab en in de collegezaal. ‘Nederlands heeft een intrinsieke waarde, ook voor de academische wereld,’ pleit Swanenberg. ‘Ik ben helemaal niet tegen lesgeven in het Engels. Dat doe ik met veel plezier, maar het Nederlands moet er ook mogen zijn.

Tot slot breekt Swanenberg nog een lans voor de regio, want Tilburg University draagt nadrukkelijk uit dat ze is geworteld in het zuiden van het land: ‘Als we als Tilburgse universiteit midden in de Brabantse samenleving willen staan, dan moeten we ook de regionale dialecten en talen van minderheden meer aandacht geven. Dus naast het Engels en het Nederlands, niet in plaats van, maar wel ernaast. En ik vind dat we dat te weinig doen.’

Zie ook:

Taalbeleid en de paradox van inclusiviteit – Univers magazine

Rechtszaak tegen verengelsing onderwijs – Univers magazine

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.