Nederlands bursalenstelsel op komst

Krijgen promovendi straks nog salaris voor hun werkzaamheden of alleen een beurs? Staatssecretaris Halbe Zijlstra is van plan een bursalenstelsel in te voeren.

Zijlstra wil meer differentiatie in het promotiestelsel, zo schreef hij eerder al zijn strategische plan voor het hoger onderwijs. Zijlstra wil de wet veranderen waardoor universiteiten promovendi met een studentstatus (bursalen) in kunnen zetten. Er komt dan een onderscheid tussen promovendi met aanstelling die onderwijs geven en bursalen (met studentstatus) die (extra) onderwijs volgen. Dat zou helpen om een aantal promovendi te vergroten. Nu is er immers vaak genoeg animo voor een promovendusplek, maar is er niet genoeg geld om alle onderzoeksvoorstellen te honoreren.

Het voorstel van Zijlstra leidt tot veel onbegrip van promovendi. In maart werd al een speciale protestsite opgericht, een initiatief van promovendi en promovendivertegenwoordigers van de dertien Nederlandse universiteiten. Bijna 3000 medestanders tekenden de petitie tegen de invoering van het bursalenstelsel, zegt initiatiefnemer Matthias van Rossum, promovendus aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

“We hebben de promovendi ook gevraagd een protestbrief te sturen naar het Kamerlid waar ze bij de verkiezingen op hebben gestemd. Ik weet dat 20 procent van de petitie-ondertekenaars dat gedaan heeft. Het is nu aan de Tweede Kamer.”

De onderwijsspecialisten van de Tweede Kamer debatteerden deze week over de invoering van het bursalenstelsel. Het CDA is tegen het plan. “Mijn fractie is zeer kritisch over de manier waarop het  plan zal worden ingevuld. Ik vraag me werkelijk af of dit leidt tot meer mensen die onderzoek doen. Ik wil hierop ook graag een nadere toelichting van de staatssecretaris, ” aldus Tweede Kamerlid Sander de Rouwe tijdens de bespreking van de Strategische Agenda Hoger Onderwijs in de Tweede Kamercommissie voor OCW.

Jesse Klaver van GroenLinks heeft ook grote twijfels: “Het promovendi-stelsel in Nederland is van grote klasse. Ik heb dan ook enkele vragen over de veranderingen waarvoor de staatssecretaris pleit. Gaat de mogelijkheid om met bursalen te werken de betaalde promotieplaatsen niet verdringen? Wat betekent een bursalenstelsel voor de toegankelijkheid, zeker in het licht van het levenlang leren? Kun je straks nog een gezin onderhouden en promoveren? Promovendi geven een kwart van de tijd les. Wat betekent dit voor het lerarentekort in het onderwijs en voor de mogelijkheden van intensivering van het onderwijs? Ik heb op de achterkant van een sigarendoosje uitgerekend dat het om zo’n 2000 fte’s zou kunnen gaan.”

Ook Carola Schouten (ChristenUnie) maakt zich grote zorgen. “Wij zijn van mening dat promovendi een goede arbeidsrechtelijke positie moeten hebben en dat er niet een soort tweedeling mag komen tussen promovendi, waarbij de ene groep onderwijs mag geven en de andere niet en er een verschil is in onderzoeksprestaties. Wij zien ook het liefst dat die maatregel van tafel gaat.”

Kamerleden Tanja Jadnanansing (PvdA) en Jasper Van Dijk (SP) dienden tijdens het debat een motie in met het verzoek om het bursalenstelsel niet in te voeren. Kamerlid Jesse Klaver (GroenLinks) diende een motie in met het verzoek de Kamer op de hoogte te houden van de effecten van het bursalenstelsel met daarbij gegevens over de aantallen promotieplaatsen en de beschikbaarheid van universitair docenten. Kamerlid Sander De Rouwe (CDA) merkte op dat het lage promotierendement (7% in 4 jaar) aandacht verdient. De Tweede Kamer stemt 4 oktober over de moties.

VSNU
De Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU) laat weten dat de vereniging ‘in overleg is met  OCW om invulling te geven aan de Strategische Agenda over het promotiestelsel.’.

“De Universiteiten zetten in op een flexibel promotiestelsel dat diversiteit beidt in de vormen van promoveren. We willen het huidig stelsel niet vervangen, maar uitbreiden met studentpromovendussen.  Het verdwijnen van de aardgasbaten (FES-middelen) en andere door het kabinet aangekondigde bezuinigingen kunnen gevolgen hebben voor het aantal promotieplaatsen. Hoewel het lastig is om in te schatten wat de effecten zullen zijn, is het zeer aannemelijk dat het aantal promotieplaatsen (die met tijdelijke contracten werken) zal afnemen. De universiteiten hebben zich afgelopen jaren ingezet om juist het aantal promotieplaatsen te vergroten. Een bursalenstelsel biedt juist voordelen voor vakgebieden die minder aansluiten met de economische markt en daardoor moeite hebben met het werven van externe financiering,” zegt VSNU-woordvoerder Martine van der Lee.

Buitenland
Nederland is samen met Denemarken en Kroatie het enige land dat geen bursalenstelsel kent. In veel andere Europese landen zoals Groot-Brittannië, krijgen promovendi alleen een beurs.

Van Rossum: “Dat er nu ook in Nederland studentpromovendi moeten komen van de overheid, heeft te maken met het Bolognaproces. De regels rondom hoger onderwijs moeten in alle landen gelijk getrokken worden. Het wordt zo ook makkelijker om internationaal phd’s uit te wisselen. Maar in Nederland geven promovendi ook veel les. Tevens krijgen ze van een hoogleraar vaak opdracht om een bepaald onderwerp te onderzoeken, ze hebben zelf geen keuzevrijheid. Promoveren is dus gewoon werk.”

Rechter
Van Rossum krijgt in die stelling gelijk van de rechter. Een paar jaar geleden voerde de Rijksuniversiteit Groningen een systeem van beurspromovendi in. De RUG gaat geen arbeidsovereenkomst met ze aan. De beurspromovendi ontvangen daardoor geen vakantiegeld en geen eindejaarsuitkering en hebben later ook geen recht op een werkloosheidsuitkering. Vakbond AbvaKabo spande een rechtszaak aan namens twaalf beurspromovendi, de kantonrechter gaf de vakbond gelijk. In het vonnis uit 2009 stelt de rechter dat activiteiten van promotiestudenten en bursalen “productieve arbeid” zijn. De gezagsverhouding tussen begeleider en beurspromovendus bevat “onmiskenbaar elementen van toezicht, instructie, beoordeling en sancties.” Ook ziet de rechter verband tussen prestatie en vergoeding. “De conclusie is dan ook dat de beurs moet worden aangemerkt als loon.”

Vakbonden
Ook nu zijn de Nederlandse vakbonden not amused over het plan van Halbe Zijlstra. Abvakabo FNV stuurde een brandbrief naar de Tweede Kamer om de ‘uitholling van de positie van promovendi tegen te gaan’, ook de VAWO (vakbond voor wetenschap) stuurde een brief vol argumenten om niet tot het bursalenstelsel over te gaan.

CNV Publieke Zaak is niet tegen de invoering van studentpromovendi, maar wil wel dat de Tweede Kamer aanvullende afspraken maakt over de invoering ervan. Bestuurder Saskia Marsman: “Volgens de plannen zal een studentpromovendus een beurs ontvangen die vergelijkbaar is met een student met een uitwonende beurs. Daarbij worden betrokkenen geacht om collegegeld te betalen en boeken aan te schaffen. Dit leidt ertoe dat een studentpromovendus onder het sociaal minimum terecht komt (rond 800 euro per maand). Studentpromovendi worden dan afhankelijk van een aanvullende beurs, een bijbaan of van de ouders. Ook een belangrijk financieel aspect is dat studentpromovendi minimaal vier jaar pensioenopbouw en andere sociale voorzieningen ( zoals bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid) gaan missen. Andere landen, zoals België hebben hiervoor al voorzieningen getroffen.”

Staatssecretaris Zijlstra definieerde het verschil tussen studentpromovendi en werknemerspromovendi als het verschil tussen mensen die onderwijs krijgen en onderwijs geven. Van Rossum vindt dit onderscheid te zwak: “Bovendien is het werk aan een proefschrift en de publicatie ervan ook werk. Wij denken dat de animo om te promoveren zal dalen als er geen salaris meer tegenover staat. Nederlandse promovendi zijn vergeleken met Engelse promovendi misschien qua beloning goed af, maar ze publiceren ook veel meer. Tevens promoveren we in Nederland in gemiddeld 4,9 jaar. In Engeland doen ze er 7,5 jaar over.”

Tilburgse promovendi worden vertegenwoordigd door het Tilburgs Overleg Promovendi. Voorzitter Margot Bennink verwijst voor een reactie naar het Promovendi Netwerk Nederland (PNN), de landelijke belangenorganisatie voor en door promovendi. Voorzitter Linda Klumpers (promovendus in Leiden) geeft aan dat Zijlstra in een persoonlijk gesprek heeft gezegd dat hij ‘niet wil dat meer dan tien procent van de promovendi in Nederland onder het bursalenstelsel komt te vallen.’ Klumpers: ‘Dat zou niet zo’n probleem zijn. Per jaar promoveren 3500 tot 4000 mensen op een proefschrift. We hebben ongeveer 9000 werknemerspromovendi in Nederland en ook nog eens 9000 buitenpromovendi. Tien procent is een gering aantal. Wel zijn we bang dat studenten na hun afstuderen liever bij een commercieel bedrijf gaan werken als ze niet uitbetaald krijgen en dat er minder goede promovendi uit het buitenland zullen komen. Het verschil dat Zijlstra schetst tussen studentpromovendi en werknemerspromovendi is ons nog onduidelijk. Zijlstra heeft het over onderwijs krijgen en onderwijs geven. Maar van de studentpromovendi in Groningen en Delft weten we dat de studenten officieel geen les mogen geven, maar dat ze in de praktijk wel studenten begeleiden.”

Het argument dat er maar drie landen in Europa zijn, die geen bursalenstelsel kennen, veegt Klumpers van tafel.  “In 2009 heeft de European University Association (EUA), de Prague Declaration gepubliceerd. En in 2005 publiceerde  de EU het European Charter for Researchers, een gedragscode voor het aannamebeleid van wetenschappers. In beide documenten staat dat het Nederlandse systeem zo goed bevalt, dat de andere landen ook iets dergelijks na moeten streven.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.