De toekomst van de Nederlandse universiteiten

Het universitaire klimaat is aan het veranderen. Het Rathenau Instituut heeft samen met de VSNU, vereniging van Nederlandse universiteiten, vier scenario’s geschetst over de toekomst van de universiteiten in 2025.

De scenario’s zijn een uitwerking van de belangrijkste ontwikkelingen bij universiteiten en bedoeld om een discussie te beginnen.

Scenario 1: Nationale vertrouwdheid

De globalisering heeft gefaald en de Europese Unie laat vanaf 2020 geen landen meer toe. In Europa is er één groot onderzoeksbudget, waar lidstaten naar rato aan bijdragen. Vanaf 2018 kunnen hogescholen, bedrijven en onderzoeksinstituten hieraan meedoen. Het hoger onderwijs is een nationale zaak gebleven. Universiteiten zijn opleidingsinstituten geworden en het onderzoekgedeelte ligt bij de Europese Unie. Deze inbedding van onderwijs sluit goed aan op de arbeidsmarkt. Studenten worden begeleid, maar studiekeuze en tempo worden door de studenten zelf bepaald. ‘Succes is een collectieve prestatie’ staat centraal in dit scenario. Wie het beste presteert, doet dat niet op abstracte leerdoelen of individuele scores, maar in relatie tot het maatschappelijk thema.

Scenario 2: Regionale kracht

Het vertrouwen in Europa en Den Haag is geschonden, nadat er instabiele coalities kwamen. Nederland is opgesplitst in regio’s, waarbij burgers, lokale overheden en het lokale bedrijfsleven de handen ineen geslagen.

De economische kansen in een regio bepalen de universitaire agenda. De ligging van de regio’s bepalen de ontwikkelingskansen van verschillende branches.  Er komen steeds meer onderzoeken vanuit het bedrijfsleven en er zijn meer regionale fondsen. Bedrijfstakken die bang zijn dat er een tekort aan goed opgeleide werknemers zijn, investeren zelf in opleidingen. Hierdoor is er een wildgroei van opleidingen ontstaan. De kwaliteit hiervan is vaak onduidelijk met een grote variatie in prijs. Het aantal deeltijdstudenten stijgt en het aantal voltijdstudenten daalt. Studenten maken geen verschil meer tussen HBO en WO en stellen hun eigen opleiding samen door cursussen en trainingen te kopen.

Scenario 3: Internationale selectie

Universiteiten met de hoogste mondiale ranking zijn het populairst, maar het is moeilijk voor universiteiten om die positie vast te houden. Toptalenten en tophoogleraren laten zich steeds minder binden. De overheidsfinanciering is verschoven naar het Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en wordt verdeeld op basis van onderzoeksprestaties. Geld wordt alleen ingezet als het bijdraagt aan economisch succes. Ook bedrijven besteden veel geld aan onderzoek. De universiteiten die herkenbare keuzes maken, zijn het meest in de trek.

De universiteiten zijn hun monopolie kwijtgeraakt en zijn tot een kwart gekrompen, door de marktwerking. De mondiale studentenpopulatie is met vijftig miljoen studenten toegenomen in tien jaar. In de top van de piramide is er heftige concurrentie om schaarse plaatsen. Wereldwijd selecteren universiteiten streng, om de beste studenten te binden.

Scenario 4: Europese variatie

De eensgezindheid binnen Europa is versterkt en er is een groot Europees onderzoeksfonds gekomen, omdat de relatie met Amerika is verslechterd. Naast het Europese fonds zijn er ook particuliere fondsen voor wetenschappelijk onderzoek die zich op maatschappelijk vraagstukken zoals veiligheid, privacy of racisme richten.

Vooral Noordwest-Europa profiteert van dit klimaat. Toponderzoekers trekken naar de beste universiteiten. Dit zijn plekken waar met geld van verschillende fondsen fundamenteel en strategisch onderzoek wordt uitgezet.  Hierdoor is er een snelle circulatie van onderzoekers en heeft slechts tien procent een vaste aanstelling. De mondiale onderwijsmarkt is enorm gegroeid, waardoor er een duidelijke afbakening van niveau moest komen. Universiteiten zijn hierdoor gedwongen om op verschillende niveaus les te geven. De topstudenten leven in ‘communities’ met docenten om voorbereid te worden op een top carrière. De overige 90 procent van de studenten kunnen op drie niveaus onderwijs volgen. Van laag naar hoog het je de MOOC’s (massive open online courses), het live hoorcollege en de laatste is blended learning. Op deze manier is het hoger onderwijs toegankelijk voor iedereen, maar niet op hetzelfde niveau en met dezelfde perspectieven.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.