Van Gogh sells, ook in Tilburg
De naam Vincent van Gogh tot de laatste druppel uitmelken, laat dat maar aan Brabant over. Bijna iedere plaats waar de schilder ooit een appel heeft gegeten of aan de spuitpoep was, schreeuwt zijn naam van de daken.
Zo kun je in Boxmeer overnachten in een hotelkamer die exact gemodelleerd is naar het schilderij ‘De Slaapkamer.’ Vincent woonde een half jaartje bij zijn ouders in Etten-Leur, dus hopla, daar heb je de Van Gogh Kerk, met gekleurde ramen over de schilder. In Zundert kun je uiteraard zijn geboortegrond bezoeken. En dan is er nog het Van Gogh-Roosegaarde fietspad, geïnspireerd op het beroemde schilderij ‘Sterrennacht’, mét oplichtende steentjes in het donker.
Van Goghplein
Ook Tilburg doet mee. Hier volgde Vincent van 1866 tot maart 1868 zijn eerste tekenlessen. Dus hebben we ‘Vincents Tekenlokaal’, waar je – de naam zegt het al – het lokaal kan zien waarin Vincent tekenles kreeg. Het St. Annaplein, waar de schilder destijds woonde, wordt nu omgedoopt tot Van Goghplein. Het plein wordt heringericht, er verschijnt een silhouet van de kunstenaar op dertienjarige leeftijd, er komen tegels in typische Van Gogh-kleuren.
Het heeft iets gênants, dat schaamteloos exploiteren van kruimels Van Gogh. Alsof je een kiezelsteen vindt en schreeuwt: ‘Een diamant! Kom allemaal kijken!’ Aan de andere kant: Van Gogh sells. Tijdens het Van Gogh-jaar in 2015 brachten bijna een miljoen Nederlanders een meerdaags bezoek aan Brabant. Ka-ching!
Anish Kapoor
Ik lig er niet wakker van. Necrofilie houdt de dode kunstenaar in leven, zeg ik altijd. Maar zelf raakte ik meer opgewonden van het nieuws dat er een zes meter hoog kunstwerk van Anish Kapoor bij De Pont verschijnt, dan dat het pleintje waar Van Gogh ooit vijf minuten uit zijn neus pulkte nu eindelijk naar hem wordt vernoemd. Zo zie ik Tilburg het liefst. Als een moderne en eigenzinnige stad met ballen. Niet als de zoveelste lijkenpikker rond het graf van Van Gogh.
Advertentie.
