Nieuwe research portal legt de nadruk op kwantiteit

De nieuwe Research Portal maakt het makkelijker om wetenschappers te vinden, en precies te zien wat ze doen. Maar de nadruk wordt wel erg gelegd op kwantiteit.

De nieuwe onderzoeksportal, die sinds deze maand draait, is visueel een flinke verbetering. Ook is het Tilburgse wetenschapsbedrijf nu transparanter. Geopend wordt met een reeks cijfers. Er zijn op het moment van schrijven bijvoorbeeld 2.096 wetenschappers verbonden aan de universiteit en de publicatieteller staat op 89.272.

Iedere wetenschapper heeft bovendien een eigen profielpagina. Daar zijn onder meer contactgegevens te vinden, behaalde prijzen en bijvoorbeeld onderzoek- en onderwijsinteresses. Verder is te zien met welke co-auteurs is samengewerkt en uit welke landen die komen (over de periode van de afgelopen vijf jaar). Voor iedere wetenschapper is er een fingerprint, die in kernwoorden laat zien waarmee iemand bezig is. En er wordt verwezen naar soortgelijke wetenschappers.

research-portal-cijfers

Kwantiteit

Kwantiteit lijkt voorop te staan. Het viel universitair docent arbeidsrecht Nuna Zekic ook op dat aantallen publicaties prominent in beeld zijn gebracht. “Wat is daar de toegevoegde waarde van?” Met een staafdiagram wordt bovendien getoond hoeveel er door de jaren heen is gepubliceerd. Voorheen was dat geen geheim, want bij elke publicatie wordt een jaartal vermeld. Maar het werd niet zo in beeld gebracht. “Waarom zou je dat zo inzichtelijk maken?”

Wetenschappers zouden geneigd kunnen zijn staafdiagrammen te gaan vergelijken, of er wordt wellicht de indruk gewekt dat iemand niet genoeg publiceert. Terwijl er bijvoorbeeld door ziekte, zwangerschap of zorgtaken, zegt Zekic, best een jaar bij kan zijn zonder publicaties. Daardoor ontstaat nu wel een gapend gat in het diagram. “Sommige onderzoekers vinden het grafiekje niet fijn,” zegt projectleider Jola Prinsen. “Het moet inderdaad gaan om kwaliteit, niet om kwantiteit. We kunnen die grafiekjes helaas niet uitzetten, maar het laat bijvoorbeeld wel zien of iemand al jarenlang bezig is, of pas een beginnend onderzoeker is.”Hoe belangrijk de cijfers ook lijken, helemaal kloppen doen ze niet. Een punt van kritiek die Prinsen al vaker heeft gehoord, is dat door een hoogleraar begeleide proefschriften onder zijn of haar Research Output staan. De cijfers kunnen daardoor vertekend zijn, blijkt bijvoorbeeld uit het profiel van hoogleraar methodologie van de sociale en gedragswetenschappen Jelte Wicherts. Volgens de portal heeft Wicherts 107 publicaties op naam staan.

Daaronder worden zes proefschriften geteld. Die van hemzelf, en van vijf promovendi. Die komen ook terug in de publicatielijst: publicatie twee en drie in de lijst zijn proefschriften van promovendi. “Het hoort daar niet,” zegt Prinsen. “Dat is ook aangekaart bij de leverancier, en die heeft toegezegd het probleem op te lossen.”

Onderwijs

Wetenschappers die alleen onderwijs geven hebben wat minder aan de nieuwe pagina, omdat ze minder te tonen hebben. Dit viel Nuna Zekic ook op. Naast een beschrijvende tekst wordt er alleen een hyperlink geplaatst naar cursussen die gegeven worden.  Sommigen vragen zich af waarom ze deze profielpagina hebben. “Het is een wetenschappelijke profielpagina,” zegt Prinsen. “Zij zijn ook wetenschappers en kunnen zich bijvoorbeeld profileren met wat ze belangrijk vinden in het onderwijs.”

Standaardproduct

Niet alles op de portal werkt zoals gewenst. In 2014 vond de universiteit een mooie portal, die op maat gemaakt kon worden. De leverancier kondigde echter een standaardproduct aan die ook voldoet, waarvoor vanwege beleid gekozen moest worden. Standaardproducten zijn vaak beter te onderhouden, en zijn goedkoper. Maar het duurt langer om eigenaardigheden te verhelpen. Zo worden behaalde prijzen vertoond op alfabet en worden mediabijdragen gesorteerd op relevantie, terwijl niet duidelijk is hoe die relevantie bepaald wordt.De cijfers worden ook vertekend omdat in het verleden alleen Tilburgse publicaties werden ingevoerd, in onderzoeksregistratiesysteem Pure. Zo stonden er donderdag 18 oktober nog maar drie publicaties op naam van rector Emile Aarts, inmiddels zijn dat er 49. In de portal van de TU/e komt Aarts op ruim 310 publicaties. Bovendien komen andere soorten artikelen, zoals opiniebijdragen in kranten, ook in de lijst met publicaties te staan. “Het zou fijn zijn als je kan sorteren of filteren op het soort publicatie,” zegt Prinsen.

staafdiagram

Waar anderen mee bezig zijn

De nieuwe portal biedt mogelijkheden om te zien of wetenschappers met dezelfde onderwerpen bezig zijn. “Ik kan me voorstellen dat dit van toegevoegde waarde is. Nu weten we meestal niet waar collega’s van andere faculteiten mee bezig zijn,” zegt juriste Nuna Zekic. Dit kan bijvoorbeeld met vergelijkbare profielen, al verbaast Zekic zich erover dat ze de econoom Lans Bovenberg bij haar vergelijkbare profielen aantreft. Andersom staat Zekic niet in de lijst van Bovenberg, terwijl dat volgens Prinsen wel logisch zou zijn. Ze kan het niet verklaren, het is niet duidelijk hoe het algoritme werkt. “Ik ga het aan de leverancier vragen.”

Ook de zogeheten fingerprint laat zien waar wetenschappers mee bezig zijn, in Engelstalige kernwoorden. Zo wordt inderdaad inzichtelijk gemaakt waar wetenschappers mee bezig zijn. “Maar voor juristen is dit een minder gunstig systeem,” zegt Zekic. Vaak schrijven zij in het Nederlands over nationaal recht.

“Deze onderzoekers zullen geen fingerprint hebben, of één die niet goed weergeeft waarmee ze bezig zijn,” zegt projectleider Prinsen. Niet omdat de universiteit er geen belang aan hecht, maar omdat het systeem met Engelstalige woordenlijsten werkt. “Onderzoekers kunnen de fingerprint verbeteren door Engelstalige titels in Pure in te voeren, en Engelstalige samenvattingen. Ze kunnen ook termen of zelfs de hele fingerprint uitzetten. Onderzoekers moeten zelf beoordelen wat de moeite waard is.”

Het sterkste punt van de portal, is dat bijna alles automatisch wordt ingeladen vanuit Pure en My Employee Portal. Zo ontstaat met weinig moeite een overzichtelijke pagina die andere onderzoekers of subsidievertrekkers een goed beeld geeft van een wetenschapper. Veel meer dan voorheen het geval was. “Wetenschappers moeten al zoveel,” aldus Prinsen.

ORCiD en metrics

Jola Prinsen raadt wetenschappers aan een ORCiD (Open Researcher and Contributor iD) aan te maken. Die is uniek en volgens Prinsen steeds vaker nodig bij het indienen van publicaties of subsidieaanvragen. Bovendien verhoogt zo’n ID de betrouwbaarheid van alternatieve metrics, die in deze nieuwe portal gebruikt worden. Omdat de universiteit geen licentie heeft op Scopus, een dure citatiedatabase, kan niet getoond worden hoeveel citaties een publicatie heeft. Wel is te zien hoe een publicatie het doet op blogs, in tweets en nieuwsberichten. “Zo kan je al iets proeven van wat er gebeurt met een publicatie.”De academische profielpagina’s zijn Engelstalig en bedoeld voor een academisch publiek, zoals subsidieverstrekkers en andere wetenschappers. De WebWijs-pagina’s blijven bestaan, die zijn bedoeld voor een breder publiek en zijn daarom tweetalig. Later dit jaar wordt WebWijs voor al het universitaire personeel vervangen door populaire profielpagina’s.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.