Universiteit wil inkomsten uit onderzoeksbeurzen in vijf jaar verdubbelen
Honderden miljoenen worden er jaarlijks verdeeld via onderzoeksbeurzen en subsidies, en maar een klein deel daarvan gaat naar Tilburg University. Terwijl andere universiteiten daar gemiddeld 19 procent van hun budget uithalen, is dat voor Tilburg slechts een magere 9 procent. Dat moet anders: binnen vijf jaar wil het College van Bestuur een inhaalslag maken naar 19 procent.

Vorige week werden de toekenningen van de lucratieve Europese Advanced Grants bekendgemaakt. Maar liefst 24 van de 281 toegekende beurzen van 2,5 miljoen euro gaan naar Nederland. Geen enkele daarvan gaat naar Tilburg University.
Dat is niet ongebruikelijk. Bij veel onderzoeksbeurzen uit de tweede (bijvoorbeeld NWO of KNAW) of derde (private partijen, maar ook de Europese Unie) geldstroom zijn de toekenningen voor Tilburg University karig, vergeleken met andere Nederlandse universiteiten.
Dat moet structureel veranderen, stelt vice-rector Antoinette de Bont bij de vergadering van de commissie Onderwijs, Onderzoek en Impact (OOI) van de Universiteitsraad. Door meer mee te doen in de concurrentiestrijd om nationale en Europese beurzen kan de kwaliteit van het Tilburgs onderzoek omhooggaan, de maatschappelijke relevantie vergroot worden en de afhankelijk van de landelijke overheid omlaag, betoogt ze. ‘Het gaat niet alleen om het geld.’
Relatief minder aanvragen
Tilburg zou zo’n kleine speler in het onderzoeksbeurzenbal zijn omdat er relatief minder aanvragen vanuit hier worden gedaan. Het schrijven van een aanvraag is een tijdrovend proces en de kansen op succes zijn vaak niet groot. Zo werd begin dit jaar maar 12 procent van de vooraanvragen beloond met een Vici-beurs van 1,5 miljoen euro (ook daarbij geen enkele voor Tilburg).
De oorzaak daarvan is volgens het college te weinig structureel beleid van faculteiten en vakgroepen. Er moet meer aanmoediging, facilitering, monitoring en ondersteuning tot het schrijven van aanvragen komen. Meer ervaring daarmee zou ook de kans op succes kunnen vergroten. De invulling daarvan kan per faculteit of vakgroep verschillen.
Volgens De Bont is de extra onderzoeksfinanciering de komende jaren nodig omdat de overheidsbijdragen voor onderzoek de laatste jaren al zijn afgenomen. Verdubbeling van tweede en derde geldstroom binnen vijf jaar is daarbij niet te ambitieus, stelt ze. ‘Het is iets om naar te streven. Alle faculteiten denken dat het ambitieus, maar haalbaar is.’