Universiteiten moeten bij nieuwe minister aandringen op opzeggen Associatieverdrag met Israël
Het is hoog tijd dat Tilburg University zich uitspreekt over de verder escalerende situatie in Gaza, schrijft Tineke Bennema. ‘Onze universiteit blijft maar oeverloos praten met Israëlische partners die volgens de eigen ethische commissie medeplichtig zijn aan oorlogsmisdaden.’

Een nieuw academisch jaar is begonnen. Nieuwe demissionaire ministers zijn aangetreden. Een nieuw Israëlisch offensief, nu om Gaza-stad te veroveren, is ook gestart. Maar het bestuur van onze universiteit heeft sinds 7 mei geen nieuw besluit genomen omtrent de banden met Israëlische universiteiten.
Ondanks het verbreken van het staakt-t-vuren door Israël, ondanks de inmiddels vastgestelde uithongering van de burgers van Gaza, ondanks het voortgaande doelbewust vernietigen van de hele infrastructuur in de strook, ook de wetenschappelijke. Ondanks het aanzwellend koor van experts, juristen, journalisten, medici, mensenrechtenorganisaties, ook Israëlische, dat stelt dat Israël genocide bedrijft, ja zelfs van westerse regeringen. Het College beweegt niet.
Ghanam al Attar is een Palestijnse in Damascus opgeleide jurist met specialisme internationaal constitutioneel recht wonend in Gaza. Een maand geleden verschenen beelden van de sterk vermagerde man die met zes lege plastic 10 liter-flessen op zoek is naar water voor zijn familie. Overleven is zijn nieuwe baan.
Na 7 oktober hebben de Nederlandse universiteiten de oproep tot het opschorten van banden met alle Israëlische academische partners naast zich neergelegd, met argumenten van het respecteren van de academische vrijheid en dialoog. Kennelijk geldt dat niet voor Palestijnse academische vrijheid en dialoog, zoals van al Attar. Inmiddels zijn alle Palestijnse universiteiten verwoest en hun wetenschappers doelwit geworden: ze worden gearresteerd en naar martelgevangenissen overgebracht, uitgehongerd of vermoord.
Einddoel is het hele Palestijnse leven te vernietigen, zoals we op 31 juli ook zagen op de Westelijk Jordaanoever, waar Israëlische bulldozers een wetenschappelijk instituut van opslag voor zaden met de grond gelijkmaakten. In deze Seed Bank in Hebron werden niet alleen vele soorten zaden geconserveerd, maar ook archieven bijgehouden over plantengroei. De opslag was belangrijk voor het ontwikkelen van soorten en voor klimaatadaptatie.
Ik heb nog geen woord van steun gelezen van ons College aan het adres van hun Palestijnse collega’s en hun universiteiten en instituten. Het bestuur vindt het daarentegen wel noodzakelijk maar te blijven praten met Israëlische collega’s. Want op 28 januari schreef het College op de website:
‘Juist in de huidige situatie van het staakt-het-vuren zien wij een belangrijke rol voor universiteiten in het proces richting vredesakkoorden’. En: ‘Hoopvol volgen wij de huidige ontwikkelingen rond het staakt-het-vuren.’ Nog geen twee maanden later, op 18 maart, verbrak Israël dat staakt-t-vuren eenzijdig met bombardementen waarbij 300 burgerslachtoffers vielen. Het College bracht geen nieuwe verklaring uit waarin het Israël bekritiseert om het verbreken van de wapenstilstand. Politiek bedrijven doet de universiteit nooit, stelt zij altijd, maar kennelijk wel als het goed uitpakt voor Israël. Loven ok, kritiseren nee.
Wel nam het College op 7 mei het halfslachtig besluit om uitwisselingsprogramma’s met twee universiteiten op te schorten (programma’s die toch al stillagen en geen waarvan verbreken pijn doet dan wel geld kost). Het kondigde aan in die dialoog te blijven met de andere universiteiten. Welnu, we zijn inmiddels vier en een halve maand verder.
Opinie
Deze opinie is geschreven door Tineke Bennema, historicus en wetenschapsredacteur aan Tilburg University. Opiniestukken van derden weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie.
Terwijl de Gazaanse bevolking in nog kleinere gebieden is samengedreven, blijft onze universiteit oeverloos praten met de andere Israëlische partners die volgens de eigen ethische commissie medeplichtig zijn aan oorlogsmisdaden. Een eindtermijn voor die gesprekken is gemakshalve niet vastgesteld. Deze schier eindeloze stroom aan woorden staat in schril contrast met het zwijgen over de Palestijnse collega’s.
Academische vrijheid nastreven, dialoog, contact blijven houden, het vredesproces ondersteunen, niets kunnen ondernemen zonder de andere universiteiten (die absoluut niet samenwerken als het gaat over Gaza, en niet of wel verbanden met verschillende Israëlische universiteiten verbreken). Allemaal excuses die slechts dienen om het maar niet te hebben waar het over gaat: ernstige schending van internationaal recht door onze vriend Israël en universitaire medeplichtigheid daaraan.
Al bijna twee jaar handelt de universiteit niet conform internationaal recht en legt de oproep van het Internationaal Strafhof aan ‘alle landen en instituten’ (advies 19 juli 2024) om geen medewerking te verlenen aan voortgang van de bezetting en de Palestijnen te beschermen, naast zich neer.
Daarbij heeft het bestuur keer op keer bewezen verkeerde politieke inschattingen te maken: hoop putten uit een staakt-het-vuren; menen dat universiteiten nooit banden met vriend Israël gaan verbreken; denken dat de demonstrerende studenten er volledig naast zaten met hun eisen; zelfoverschatting waar het gaat om resultaten boeken in de dialoog met de Israëlische universiteiten; en gokken dat de pro-Palestijnse acties ook landelijk wel over zullen waaien.
Maar het tij is gekeerd. Nog slechts 15 procent van de Nederlandse bevolking steunt het hard core pro-Israël beleid van de regering (Ipsos 22 april 2025). En de grote partijen die op winst staan bij de komende verkiezingen zijn de partijen die negatiever ten opzichte van Israël zijn geworden.
Haalt het bestuur nu even verlicht adem omdat er een ministerswissel is van de bewindspersoon die kritischer werd ten opzichte van Israël? Maar Tilburg University meende toch ‘een belangrijke rol voor universiteiten in het proces richting vredesakkoorden te zien’? De universiteit, die graag schermt met ‘het goede leven’ voor iedereen, ‘brede welvaart’, een instituut gebaseerd op ‘verantwoordelijke denkers’, een die trots is op de ethische, katholieke beginselen is ongeloofwaardig als zij niet handelt volgens haar uitgangspunten. Haar eigen ethische commissie. En internationaal recht.
In het licht van de nieuwe ontwikkelingen moet zij dan een nieuwe koers varen, een die weer in lijn is met dat recht. Namelijk om zich in te zetten om alle universiteiten op een lijn te krijgen en met een gezamenlijk advies te komen aan de regering om op basis van handhaving van de clausules uit het Associatieverdrag, alle banden met alle Israëlische universiteiten op te schorten. Want dit is het alternatief: dat een nieuwgekozen regering het Associatieverdrag met Israël zal herroepen en de universiteiten hun moreel failliet tonen.
Misschien klinkt het allemaal te veeleisend. Misschien kent het College geen Palestijnse academici en universiteiten. Misschien kan het dan het beeld van de zes waterflessen van Ghanam al Attar oproepen. Op social media legt hij bovendien heel precies en wetenschappelijk uit hoe het westen de rechten van Palestijnen schendt.