Ik vind toch geen kamer, denkt student
Steeds minder studenten gaan uit huis. Ze blijven bij hun ouders wonen en hebben de hoop opgegeven om een kamer te bemachtigen, blijkt uit de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting. In Tilburg valt het mee met de woningnood onder studenten.

Acht jaar geleden woonde 52 procent van alle hbo- en wo-studenten op kamers en nog eens 7 procent wilde graag uit huis: dat is 59 procent in totaal. Inmiddels is nog maar 44 procent uitwonend, terwijl maar 5 procent een kamer zoekt. Dat is samen 49 procent.
Veel minder dus dan acht jaar geleden. Studenten geven de hoop op dat ze geschikte woonruimte vinden, is de conclusie van het kenniscentrum voor studentenhuisvesting Kences.
Gevolgen
De woningnood tast de toegankelijkheid van het onderwijs aan, meent directeur Jolan de Bie van Kences. Soms is de opleiding van je keuze immers te ver weg om bij je ouders thuis te blijven wonen. Wat doe je dan, als je geen kamer vindt?
Ze is ook bang dat thuiswonende studenten een deel van de sociaal-emotionele ontwikkeling missen ‘die cruciaal is voor jongeren in deze levensfase’. Deze studenten kunnen het gevoel krijgen dat ze deels buiten het studentenleven staan, wat misschien weer leidt tot een lager zelfbeeld, stelt De Bie.
Oorzaken
Er zijn verschillende redenen voor het tekort. Er werden het afgelopen jaar ongeveer vijfduizend studentenkamers bijgebouwd, maar op de particuliere markt ging het mis. Het aantal studenten in particuliere huurwoningen is met 17.800 afgenomen.
Allerlei organisaties trekken aan de bel: nieuwe wetten en regels van de overheid beschermen huurders tegen exorbitante huurprijzen en laten huiseigenaren meer belasting betalen. Daardoor gooien veel huiseigenaren hun studentenhuizen in de verkoop.
Verschil per stad
De negentien studiesteden tellen in totaal zo’n 322.400 studentenkamers. Dat zijn er naar schatting 13.500 minder dan in collegejaar 2023-2024.
In vijf van de 19 studentensteden valt het wel mee met de woningnood onder studenten. Dat zijn Arnhem, Ede, Enschede, Leeuwarden en Tilburg. In de andere steden is de druk volgens de monitor hoog of zelfs zeer hoog.
Flexibel
De onderzoekers keken ook waar het aanbod van studentenwoningen ‘structureel’ is, oftewel: in welke steden wonen studenten op kamers die altijd voor studenten bedoeld zijn en waar wonen ze maar toevallig in woonruimte die de volgende keer weer naar iemand anders kan gaan of zelfs kan verdwijnen? Dat laatste noemen de onderzoekers het ‘flexibele’ aanbod.
In Den Haag, Amsterdam en Den Bosch is dat flexibele aanbod groter dan het structurele aanbod. In Rotterdam is het precies de helft en in de rest van de steden is het structurele aanbod groter. Een vast aanbod maakt studenten minder kwetsbaar, zoals de makers van de monitor aantekenen.

Internationale studenten
De woningnood onder studenten heeft ook te maken met de komst van internationale studenten. Directeur De Bie waarschuwt dat het werven van buitenlands talent minder goed lukt als deze studenten geen kamer kunnen vinden. ‘Onze buurlanden kunnen deze huisvesting vaak wél garanderen waardoor Nederland een steeds slechtere concurrentiepositie krijgt.’
Sommige politieke partijen zien overigens de oplossing in het verminderen van het aantal buitenlandse studenten. Maar critici menen dat dit op termijn niet goed is voor de kenniseconomie, gezien de tekorten op de arbeidsmarkt.
Oplossingen
Andere oplossingen? Kences oppert onder meer soepeler regels voor woningdelen in gemeenten. Het overlastargument zou soms minder zwaar moeten wegen dan de wooncrisis. Ook zouden tijdelijke contracten voor studenten weer mogelijk moeten zijn.
Het tekort aan studentenkamers is momenteel 21.500. Dat is het verschil tussen het aanbod van studentenhuisvesting en de vraag ernaar. Dat is nog zonder de studenten die de hoop hebben opgegeven en helemaal niet meer zoeken. Ook mbo-studenten tellen er niet in mee.
Toekomst
Als het zo doorgaat, kan het kamertekort oplopen tot zo’n 26 à 63 duizend in studiejaar 2032/2033. Het aantal Nederlandse studenten gaat weliswaar dalen en het aantal buitenlandse studenten stijgt nauwelijks meer, maar het particuliere aanbod neemt nog sneller af.
De Landelijke Monitor Studentenhuisvesting wordt uitgevoerd door ABF-research, in opdracht van Kences en het ministerie van Volkshuisvesting.