Pro-Palestijnse activisten kraken evaluatie Van Genugten: ‘Misleidend en teleurstellend’
De evaluatie over de veiligheidsmaatregelen tijdens de opening van het academisch jaar is volgens pro-Palestijnse activisten aan Tilburg University onvolledig en vooringenomen. Zowel Palestine Solidarity Tilburg (PST) als universitair hoofddocent Michiel Bot plaatsen stevige vraagtekens bij de onafhankelijkheid en kwaliteit van het onderzoek.

In een schriftelijke reactie aan Univers noemt Palestine Solidarity Tilburg (PST) de evaluatie van Van Genugten ‘misleidend en teleurstellend.’ Volgens PST-voorman Rami Fransawi worden de gebeurtenissen van 1 september niet accuraat weergegeven. ‘Er was wel degelijk sprake van discriminatie en onrechtvaardigheden,’ stelt hij.
Fransawi verwijt emeritus hoogleraar Internationaal recht Willem van Genugten dat de evaluatie ‘de discriminerende veiligheidsmaatregelen rechtvaardigt door te verwijzen naar de niet-gerelateerde gebeurtenissen die eerder plaatsvonden tijdens Night University.’
Schuld wordt afgeschoven
Daarbij, zegt Fransawi, ‘laat de evaluatie na te benoemen waarom de actie tijdens Night University überhaupt plaatsvond – namelijk het niet handelen van Tilburg University ten aanzien van haar met bloed bevlekte banden met Israël, waarvan haar eigen adviescommissie heeft geadviseerd deze te verbreken.’
PST vindt bovendien dat de evaluatie de verantwoordelijkheid van het Crisis Management Team (CMT) afschermt. ‘Beveiligers worden geportretteerd als slachtoffers in plaats van als uitvoerders. De schuld voor het discriminerende beleid wordt afgeschoven op de studenten die dat beleid zelf ondervonden,’ aldus Fransawi.
De pro-Palestijnse actiegroep roept het CMT op ‘te leren dat zogenoemde veiligheidsmaatregelen die je eigen studenten discrimineren geen veiligheid bevorderen, maar juist onrechtvaardig en onwettig zijn.’
Dragen van kufiya
Ook Michiel Bot, universitair hoofddocent aan Tilburg Law School, uit stevige kritiek. Volgens hem blijft in de evaluatie onduidelijk of Van Genugten het rechtmatig acht dat studenten of medewerkers extra veiligheidscontroles ondergaan omdat ze een kufiya dragen. ‘Van Genugten maakt nergens duidelijk of zulke extra beperkingen gepast of rechtmatig zijn,’ zegt Bot.
Bot noemt de evaluatie ‘opmerkelijk voor een (emeritus) hoogleraar rechtswetenschappen.’ Hij wijst op passages waarin Van Genugten schrijft dat de context van de gebeurtenissen discriminatie ‘verklaarbaar’ maakt. ‘Een rechter oordeelt niet over de vraag of handelingen verklaarbaar zijn, maar of ze gerechtvaardigd zijn,’ zegt Bot. ‘Het is vreemd dat Van Genugten dat niet zelf evalueert, terwijl dat juist de kernvraag van zijn onderzoek is.’
Volgens Bot is de evaluatie ‘sofistisch van toon’ en getuigt ze van vooringenomenheid. Ook wijst hij op de positie van Van Genugten, die weliswaar met emeritaat is, maar nog steeds een kantoor heeft. En niet in het Montesquieugebouw van de rechtenfaculteit, merkt Bot op, maar in het Cobbenhagengebouw, waar ook het College van Bestuur kantoor houdt.
Kan iemand die zich nog binnen de muren van Tilburg University beweegt echt onafhankelijk opereren? Bot: ‘De slager keurt zijn eigen vlees.’
