De Club van Rome: Mensen die vlak naast automatische deuren gaan staan roken

De Club van Rome: Mensen die vlak naast automatische deuren gaan staan roken

“Mensen die vlak naast automatische deuren gaan staan roken!!”, brieste Nico toen hij het HK van de Club van Rome binnen kwam gestormd.
“Wat is daarmee?”, vroeg ik. Ik zat achter onze enige computer patience te spelen. Het zag er niet naar uit dat ik dit spelletje zou winnen, hetgeen me meer frustreerde dan ik wilde toegeven.
“Ik háát ze!”
“Het is behoorlijk slecht voor het energieverbruik”, gaf Kathleen toe, “Bij elke beweging die ze maken, zwaaien de deuren weer onnodig open: het kost stroom en stookkosten. Het zou eigenlijk niet mogen. Dat ben ik met je eens.”
“Slecht voor de duurzaamheid van hun lichaam ook, dat roken.”, deed Benjamin een duit in het zakje.
“Waarschijnlijk weten ze niet eens dat wat ze doen fout is”, zei ik, “Misschien moeten we ze een educatie geven.” Ik klikte patience weg, voordat iemand kon zien dat ik er weer een potje van had gemaakt. “Zeg maar nu meteen. We leren die schoorstenen een lesje!”
“Ja! Door heel hard te gaan hoesten als we er langs lopen”, stelde Kathleen voor, “Net zolang tot ze de boodschap oppikken.”
“Dat is een nogal passief-agressieve manier van protesteren”, vond ik, maar inmiddels was iedereen al akkoord gegaan met Kathleen haar plan.

Dus gingen we met zijn vijven op pad langs de ingangen van de diverse campusgebouwen, hoestend en proestend; een heus kuchconcert dat al van veraf te horen was. Het viel me op dat al mijn verenigingsleden hun eigen manier van hoesten hadden. Benjamins kuchje was licht en meisjesachtig, terwijl Nico steevast een woest en meer dan een beetje ongezond geblaf uitbracht. ‘Awoef! Awoef!’
Die van mij hield het midden tussen een kuch en het schrapen van een keel; ik stond nog steeds niet heel erg achter dit plan. We trokken weliswaar een hoop aandacht, maar nooit van de rokers zelf; die waren te diep verzonken in hun gesprekken om ons op te merken.
“Deze mensen zijn ziek”, hoorde ik menig voorbijganger bezorgd mompelen.
“Dat krijg je nou als je zoveel rookt…”, zei een ander hoofdschuddend.
Ik draaide me om. “Nee, wacht!”, riep ik, “Jullie begrijpen het niet. Wij protesteren juist tegen de mensen die roken. Tégen!” Ik werd echter overstemd door het hevige gehoest van mijn verenigingsgenoten, die helemaal opgingen in hun uitstoot. Luider en luider, alsof ze tegen elkaar opboden wie het hardst kon hoesten.
Daarna ging het vrij snel. Een cirkel van toeschouwers had zich rondom ons gevormd, en het was slechts een kwestie van tijd voordat zij hun eigen conclusies trokken.
“Ziek! Ze zijn ziek!”, riep iemand.
Een meisje stak haar neus in de lucht. “Ik ruik geloof ik iets… Rare geur!”
“Mijn kanarie is dood!”, krijste iemand achter haar, “Mijn kanarie! Mijn kanarie!”
“Gas! GAS!”, schreeuwde een gezaghebbend professor epidemiologie, “Ze hebben een gas te pakken! We gaan er allemaal aan! Weg hier!”
Chaos! Paniek! Mensen sloegen op de vlucht, een stampede richting de dichtstbijzijnde parkeerplaats.
Benjamin hield op met hoesten. “Wat gebeurde er? Is de boodschap aangekomen?”
Ik knikte langzaam. “Ik denk dat een boodschap is aangekomen.”
We mochten de campus niet verlaten; die was inmiddels met roodwitte linten afgezet. Een bewaker in een geel HazMat-pak kwam op ons af gewaggeld. Hij hield een geigerteller voor zich uit. Ik kon zijn gezicht niet zien maar hij zal niet blij hebben gekeken toen hij ons herkende. “Oh… Zijn júllie het?” Hij sprak in een walkie-talkie. “Brady! Laat maar zitten… We blazen deze operatie af. Het zijn die idiote hippies maar!”
“Idiote hippies?” Benjamin was verontwaardigd. “Wij hebben vandaag de boodschap verspreid!”
Ach… die boodschap. Ik keek om. De enigen die, ondanks het grootscheepse vluchten van studenten en professoren, waren blijven staan waren de rokers. Een van hen aanschouwde de quarantaine die onze actie had veroorzaakt en haalde zijn schouders op, een beweging die door de sensoren van de automatische deuren werd opgepikt waarna de deur openschoof.
“Ik zal er niet minder om leven…”, zei de roker, en hij kuchte zachtjes.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.