Recensie: Sherlock Holmes, a game of shadows
Sequels zijn zelden beter dan het eerste deel. En dat geldt ook voor de tweede film van Guy Ritchie over Sherlock Holmes. Het is vooral veel van hetzelfde. Dat betekent echter niet dat de nieuwe film over de Engelse detective niet vermakelijk is. Integendeel. De humor uit het eerste deel komt ook in de sequel terug, evenals de schitterende actiescènes.
Met het eerste deel van de filmreeks die in 2009 uitkwam, wist Ritchie nog te verrassen. Terwijl voorganagers Holmes massaal neerzetten als een stoffige detective met pijp en ruitjesjas, maakte de actieregisseur er een actieheld van die vechtend en zuipend door het leven gaat. Die lijn wordt in ”Sherlock Holmes: A Game of Shadows’ doorgezet. Verrassend is dat niet meer, maar het levert het nodige spektakel op. Al in de eerste scene, komt Holmes, weer gespeeld door Robert Downey Jr., in een knokpartij terecht.
Holmes neemt het op tegen professor Moriarty (de schurk die aan het eind van het eerste deel werd genoemd) die een wereldoorlog wil beginnen. Een hoog tempo, mooie actiescenes, goede humor, gedoseerde meligheid en een goede interactie met tegenspeler Jude Law (als zijn sidekick Watson). De sequel heeft het allemaal. Dat het verhaal af en toe wat warrig is (het leidt via een vrijgezellenfeest, een waarzegster, een zigeunerkamp en een treinreis naar de schurk), neem je op de koop toe. We want more! Wanneer komt deel 3 uit?