Recensie: Next to Normal
Het is een doodnormaal gezin. Bestaande uit een saaie vader, een bezorgde moeder, een etterzoon en een muzikale dochter, ieder met zijn nukken en grillen zoals er duizenden gezinnen zijn. Althans, dat denk je na de eerste scene. Maar niets is wat het lijkt in deze musical.
Want moeder Diana Goodman (gespeeld door Simone Kleinsma) is zwaar depressief. De dood van haar zoontje, zeventien jaar geleden, is ze nooit te boven gekomen. Ze heeft slapeloze nachten, leeft in een schemerwereld, leest met afgunst de namen van de doden in de krant en zit zwaar aan de pillen. “Potjes met roze, potjes met blauw, dat zijn de kleuren waar ik zo van hou,” zingt ze dan ook als haar pillenboer (Rene van Kooten) haar weer van een nieuwe lading voorziet.
De medicatie heeft effect, “Ik voel niets meer,” zegt Kleinsma, die zichzelf mist en de pillen weggooit. Een instorting en een zelfmoordpoging zijn het gevolg.
Next to Normal is een verhaal over een vrouw met pijn. Het gaat over loslaten en verwerken. De regisseur, de 4-koppige band en de zes acteurs slagen erin een perfecte sfeer neer te zetten. Het decor bestaat uit het geraamte van een huis, zonder enige opsmuk. Niet te veel, niet te weinig, alles klopt, het gaat hier om de inhoud.
De zang is loepzuiver. Maar het acteerwerk is nog beter. De acteurs spelen hun rol zo overtuigend, met zo veel gevoel, dat je in de zaal hun pijn voelt. Hoeveel verdriet kan een mens verwerken? En Kleinsma, tja, het woord vakvrouw dekt de lading niet eens meer voor hetgeen ze hier laat zien.
Next to Normal snijdt de adem af, zorgt voor een brok in de keel en een stortvloed aan tranen. De musical heeft (gelukkig) geen happy end en dat maakt het verhaal extra sterk. Je blijft de pijn en het verdriet nog voelen als je het theater al lang uit bent. Wie een gezellig avondje wil, moet vooral niet gaan. Wie vakwerk wil zien, kan morgen (zondag) nog terecht in de Tilburgse Schouwburg.
Next to normal, met Simone Kleinsma, Freek Bartels, René van Kooten, Wim van den Driessche, Michelle van de Ven en Jonathan Demoor.