Recensie: Randy Newman in 013
De liedjes van Randy Newman zijn vaak rijkelijk georkestreerd. Maar afgelopen zaterdag in popcentrum 013 hield hij het klein. Eenzaam zat de 68-jarige muzikant achter zijn piano, op een verder verlaten podium. En ook dan weet Newman een zaal te betoveren.
Randy Newman in Tilburg, dat is niet niks. Eigenlijk is Newman een artiest in dezelfde orde der grootte als Bob Dylan of Neil Young, alleen heeft hij nooit helemaal dezelfde waardering gekregen. Onterecht, bewees Newman afgelopen zaterdag voor een uitverkocht 013.
Om alleen achter een piano bijna twee uur lang een volle zaal te boeien, dat is maar weinigen gegeven. Newman doet het, achteloos en nonchalant. De ene klassieker na de andere rolt van de toetsen van zijn Steinway, en juist die eenvoud onderstreept de kwaliteit van zijn liedjes. Short people, Lonely at the top, You can leave your hat on, Political science, allemaal komen ze voorbij. Zelden duren ze langer dan drie minuten, nooit worden ze nodeloos ingewikkeld, maar wat zijn ze goed.
En dan die teksten: ironisch, cynisch, vol van zelfspot. Maar tegelijkertijd ook beeldend, en wanneer Newman een keer vol op de ontroering mikt, zoals in Marie, dan krijg je opeens een brok in de keel.
Maar Newman is meer dan een liedjesmaker. Hij is ook een gastheer en entertainer. Tussen de nummers door amuseert hij het publiek met anekdotes en rake opmerkingen. Juist dan krijg je soms het idee dat de sleet er een beetje op zit bij Newman. Je vraagt jezelf af: hoe vaak heeft hij dit grapje al gemaakt? Neemt niet weg dat het publiek gretig lacht, en als er gevraagd wordt om luidkeels mee te zingen met I’m dead (but I don’t know it), zet het publiek vol overtuiging in.
Dat slijtagepuntje daargelaten, is het concert voor de verdere rest indrukwekkend en geïnspireerd. “Short people got no reason to live”, zingt Newman. Vanuit de zaal bezien is Newman zelf maar een klein mannetje achter een grote piano. Maar reden om te leven heeft hij zeker.