Onderwijs evaluatie

Goedemiddag, mijnheer Broers, fijn dat u deze keer wèl de moeite heeft genomen om voor deze commissie te verschijnen. Zoals wij u reeds schriftelijk hebben medegedeeld blijft het klachten regenen over het door u verzorgde onderwijs betreffende de vaderlandse geschiedenis in het algemeen, en de historische ontwikkeling van het recht in het bijzonder.

Het schijnt dat u tijdens uw onderwijs de geschiedenis niet zozeer beschrijft als wel herschrijft, met de nodige verdichtingen, verduisteringen en vervalsingen. Nu is de geschiedenis natuurlijk voor meerdere interpretaties vatbaar, maar Karel de Grote was toch echt geen transseksueel, zoals u dat aan de studenten leert. En Karel V was niet het vijfde kind uit een gezin waarin ook de vier andere kinderen Karel heetten, inclusief de meisjes. En Napoleon heeft wel degelijk bestaan, daar zijn genoeg bewijzen voor. Nog een paar laatste voorbeelden, want ik zou zo wel uren kunnen doorgaan: Nederland kent niet langer de doodstraf, en zeker niet door middel van radbraking; die tijden liggen reeds lang achter ons. En de pijnbank is intussen ook afgeschaft en een ‘brandmerk voor ongehoorzame kinderen’ hebben wij nooit gehad.

Niet alleen is de inhoud van uw colleges zeer omstreden, maar ook is de wijze waarop u ze presenteert alleszins laakbaar, en grievend voor de studenten. Zo schijnt u meer dan eens in kennelijke staat te hebben staan doceren, en moest het college dan diverse malen worden onderbroken omdat u moest vomeren. Inderdaad, kotsen. Ook is het voorgekomen dat u een college voortijdig beëindigde omdat u aan een badmintontoernooi ging deelnemen of ging vissen. Verder viel u voortdurend de vrouwelijke studenten lastig met handtastelijkheden en opmerkingen die wij hier maar niet zullen herhalen. Mannelijke studenten werden daarentegen geschoffeerd, uitgescholden en niet zelden uit de zaal verwijderd zonder dat daartoe een legitieme reden bestond, maar alleen omdat ze u aankeken, of omdat ze u juist niet aankeken. Of omdat ze hun pen lieten vallen, of op hun horloge keken, of aan hun haar zaten, of wat dan ook. Meer in het algemeen schijnt u in uw omgang met studenten en collega’s zeer arrogant te zijn, en neerbuigend, en provocerend, terwijl u voorts ijdel, verwaand en snel geïrriteerd bent. Wat heeft u op dit alles te zeggen? Wat zegt u? Ach zo, u bent niet ijdel.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.