Rolmodel met wandelwagen
Toen ik laatst met mijn zus en haar kinderen in een landelijk pretpark was, werd mij enige tijd de zorg over haar dochtertje van bijna 1 jaar toevertrouwd, dat gelukkig rustig lag te slapen in haar wandelwagen. Terwijl zij zelf iets onduidelijks ging doen met kind nummer 2, besloot ik maar wat rondjes te gaan draaien met het slapende wicht. Veel andere mogelijkheden tot vermaak waren er op dat moment niet. En aldus geschiedde; ik liep, zij sliep. Onderweg trokken wij veel bekijks van relatief jonge vrouwen, die waarschijnlijk een kinderwens hadden, of een huwelijk dat op het punt van kinderverzorging heel anders was uitgepakt dan zij zich hadden voorgesteld. Vol waardering keken zij mij aan. Zo van: kijk die vader eens leuk met zijn dochtertje aan het wandelen zijn. Wisten zij veel. Ik legde op zulke momenten iets getroffens in mijn blik, en keek vol warmte naar het slapende mensje in de wandelwagen. Veel dames vonden dit dermate vertederend dat zij even kwamen kijken. Zij bogen zich voorover over de wandelwagen, soms heel diep, hetgeen een aangenaam gezicht was. Maar aan al dit eenvoudige geluk kwam plots een einde. Mijn nichtje werd wakker en begon aanstonds deerlijk te schreien. Een penetrante lucht verspreidde zich. Onmiskenbaar de lucht van een sinds lang verteerd fruithapje. Iets met banaan. De dames lachten mij vriendelijk toe en vervolgden hun weg. Mijn zus was in geen velden of wegen te bekennen.