Nederland wordt steeds slimmer
Het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking is verder gestegen. Het aandeel Nederlandse jongeren van 25-34 jaar met een opleiding op hbo en/of universitair niveau bedraagt nu 41 procent.
Dit blijkt uit het vandaag verschenen rapport Education at a Glance 2012, de jaarlijkse internationale vergelijking op het terrein van onderwijs van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De vergelijkende cijfers dateren uit 2009 en 2010.
Education at a Glance laat verder zien dat een startkwalificatie meer kansen biedt, ook in economisch moeilijke tijden. Zo is onder hoger opgeleiden de werkloosheid kleiner en de kans op baanbehoud groter dan bij lager opgeleiden. Van alle hoger opgeleiden in Nederland heeft bijna 90 procent werk. Nederland staat hiermee op de 6e plaats binnen de OESO. Hoewel lager opgeleiden minder vaak werk hebben, hebben lager opgeleiden in Nederland wel vaker werk dan in de meeste andere landen. Positief is dat de werkgelegenheid van mensen met een startkwalificatie en hoger opgeleiden sinds 2004 in vrijwel alle vergelijkingslanden is toegenomen. Nederland behoort samen met Denemarken en Zweden tot de landen met de sterkste toename.
In de OESO-landen als geheel is een opvallende toename van onderwijsdeelname te zien in de groep 20-29 jarige jongeren tussen 2009 en 2010. Ook in Nederland zien we dat dit aandeel is gegroeid van 29 procent in 2009 naar 30 procent in 2012. Tegelijkertijd staat de werkloosheid onder 25-34 jarigen in Nederland nog steeds op het laagste niveau binnen de OESO (3,4 procent voor jongeren met een startkwalificatie als hoogst behaald niveau). Sinds 2008 is er wel sprake van een stijging van dit cijfer.