Achter de wolken

Het is maandagochtend en het duurt even voor ik me besef wat me uit mijn heerlijke slaap deed ontwaken. De telefoon blijft onophoudelijk rinkelen, ik hijs me met moeite uit mijn bed in het huis van mijn ouders. Als ik het ding al tachtig keer heb doodgewenst en het eindelijk weet te vinden, ben ik te laat. Mijn strekkende vingers blijven in het luchtledige hangen en de stilte is weer teruggekeerd. Natuurlijk doe ik eenmaal terug in mijn bed geen oog meer dicht.

Aan het ontbijt waag ik een nieuwe poging tot een goed begin van de dag. Ik zet de achterdeur open, dek de tafel (voor mezelf, want iedereen is de deur al uit) en leg een vers broodje op mijn bord. Als ik me omdraai om thee te zetten, hoor ik het stiekeme getrippel van hondenpootjes op het laminaat. Ik spring terug naar de tafel maar ben wederom te laat; de hond van mijn ouders heeft mijn ontbijt in zijn bek en vliegt ermee de tuin in.

De trein naar Tilburg arriveert op het station en ik wurm me tussen alle andere reizigers door om een zitplaats te bemachtigen. Ik heb inmiddels hoofdpijn en mijn benen voelen als lood. In de coupé vind ik een van de laatste stoelen, in een vierzits, en ik plof erop neer. Ik zit naast een kleine, kauwgomkauwende jongen die me geen blik waardig gunt en met zijn voeten op de stoel tegenover hem leunt. Op het allerlaatste moment – de trein kan ieder moment vertrekken en de hele coupé zit vol – schuifelt er een oude dame naar mijn richting. Ze spiekt hoopvol naar de plek in onze vierzits, maar kan haar teleurstelling en enigszins angstige blik niet verbergen als ze ziet dat de jongen naast me de plek bezet houdt met zijn voeten. Met protesterende benen en een kloppend hoofd sta ik op en biedt de mevrouw mijn plek aan, ze glundert. De jongen kijkt me brutaal aan maar zijn voeten verroeren zich niet. Ik heb geen zin in ruzie en blijf in het gangpad staan, vang nogmaals de dankbare blik van de oudere dame en kijk dan grimassend naar buiten. Het begint te regenen.

Nog doorweekt van de stortbui start ik het internet op. Mijn kamer is een grote rotzooi maar ik heb geen tijd om op te ruimen. Er staat een tentamen op de planning, voor morgen. En ik heb er nog niets voor gedaan, nog geen letter geleerd. De kans op een voldoende is nihil. Zwaarmoedig zoek ik de datum van de herkansing op, maar dan valt mijn oog op iets anders. In mijn rooster, achter de datum van morgen en mijn geplande tentamen, prijkt één rood woordje op het scherm. Cancelled.

Er is maar een woord dat me te binnen schiet:

Karma.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.