Opkomst bij verkiezingen nauwelijks bepalend voor uitslag
Huilend keken de thuis gebleven Britse jongeren toe hoe de oudere generaties vrolijk met de Brexit instemde. Diep teleurgesteld was team Clinton door de onverwacht lage opkomst van Afro-Amerikanen en Latino’s bij de Amerikaanse verkiezingen. Zal ook in Nederland de opkomst bij de verkiezingen bepalend zijn voor de uitslag? Daan Jacobs, onderzoeker aan Tilburg School of Politics and Public Administration, betwijfelt het.
Jacobs maakt in zijn analyse gebruik van de zogeheten ‘stemintentie’. De stemintentie drukt in een percentage uit hoe groot de kans is dat men gaat stemmen. Mocht bijvoorbeeld de stemintentie van VVD-stemmers opmerkelijk laag blijken te liggen, dan is het bij een lage opkomst te verwachten dat vooral deze groep weg is gebleven.
Op basis van een data van 3156 respondenten is per partij een schatting gemaakt van de stemintentie. Hieruit blijkt dat geen enkele grote partij een opvallend lage stemintentie heeft. De drie partijen die volgens de peilingen van het LISS panel van 22 februari het grootst zijn (VVD, PVV en D66), zitten allemaal tussen de 80 en 90 procent.
Sterker nog, de meerderheid van alle partijen hangt gestaag boven de 80 procent. De enige partijen die hun kiezers nog iets harder aan zullen moedigen daadwerkelijk te gaan stemmen, zijn DENK en VNL. Met een relatief lage en zeer schommelende stemintentie, zal het electorale succes van deze twee partijen in sterkere mate ervan afhangen of zij die op DENK en VNL willen stemmen ook daadwerkelijk zullen gaan stemmen op 15 maart.
Kijk voor meer voorspellingen over het stemgedrag op 15 maart op de site van het LISS panel.