Altijd alles onder controle

Goede vriend Ruud komt een nachtje logeren. Hij is vanaf het noorden des lands onderweg naar Eindhoven Airport om vanaf daar het vliegtuig naar verre einders te nemen.

Nu is Ruud nogal een chaoot, altijd verdwenen in zijn eigen gedachten. Maar zelf vindt hij van niet. Het gevolg: ik kijk er niet van op dat hij de oplader van zijn iPhone lijkt te zijn vergeten. Maar hij wel.

Foeterend keert hij zijn rolkoffertje ondersteboven. Niets. Daarna klopt hij op al zijn zakken. Weer niets, nergens een oplader te bekennen. Ruud kan er maar niet over uit. “Hoe is het mogelijk? Ik heb altijd alles onder controle!”

Nou ja, dan moet hij op het vliegveld maar een nieuwe oplader kopen. Maar dat vindt hij een minder idee: “Ik heb er thuis al zeker drie liggen!”

De volgende ochtend laadt Ruud met mijn oplader zijn iPhone op. Hij is niet bij het ding weg te slaan. Tijdens het ontbijt checkt hij wel een keer of vier het percentage van de accu. Maar we moeten nu toch echt naar het station. Terwijl ik met de autosleutels in mijn hand op hem wacht, graait R. al zijn spullen bij elkaar.

“Heb je niets laten liggen op de logeerkamer?” vraag ik.

“Nee hoor!”

“Check toch maar even.”

Ruud stommelt de trap op. Even later is hij er weer, zwaaiend met zijn portemonnee. “Bijna vergeten!” grijnst hij. “Nu alleen nog mijn iPhone pakken.”

Terwijl ik zuchtend naar de auto loop, trekt Ruud de voordeur achter zich dicht.

Onderweg naar het station blijft hij er maar over bezig: “Ongelooflijk, hoe kan ik nu toch mijn oplader vergeten?” Het zit hem nog steeds dwars.

Na Ruud gedropt te hebben op het station, rijd ik naar huis. Onderweg gaat mijn telefoon. Drie keer raden wie het is. “Luuk, goddomme nog aan toe, ik heb per ongeluk jóúw oplader in mijn jaszak gestoken.”

“Dat is niet zo mooi.”

“Nee, want nu kun jij je iPhone niet meer opladen. Kom hem maar snel halen.”

Zo gezegd, zo gedaan. Voor het station staat Ruud zwaaiend met de oplader. Door het open autoraam drukt hij het ding in mijn hand. “Nu moet ik rennen, mijn trein staat al op het perron!” En weg is hij. Ik kijk naar de oplader. Het snoertje ziet er compleet verfrommeld uit. Hoe hij dat zo snel voor elkaar heeft gekregen, is mij een raadsel. Nou ja, het zal wel.

Even later ben ik weer thuis. Terwijl ik mijn jas uittrek en de oplader op de keukentafel leg, valt mijn oog op het stopcontact. Ook daarin zit een oplader. De mijne.

Ik bel Ruud “Je hebt me net je eigen oplader gegeven, idioot.”

Even is het stil. Dan volgt het antwoord, dat zich laat raden: “Hoe is het toch mógelijk. Ik heb altijd alles onder controle.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.