Studeren op z’n Tilburgs
Enig idee wat een koekwaus is? Of een pilsvogel? Studeren is inburgeren, binnen maar ook buiten de universiteit. Univers helpt je een handje op weg met een woordenlijst Tilburgse taal en een woordenlijst studententaal. Voor je het weet praat je vloeiend mee met de Tilbo’s en de natnekken.
Tilbotaal:
-Dè ken: dit behoort tot de mogelijkheden
-Ge wit mar nôôt: daarover kan ik u geen enkele zekerheid bieden
-Ge wit ôôt nôôt nie: als ik zou kunnen voorspellen, stond ik wel op de kermis
-Wè: wat zeg je?
-Dè dènk: dat ben ik niet van plan
-Eeej: algemene begroeting: hallo, aangenaam u te zien
-Gemak zat: hiermee denk ik geen problemen te ondervinden
-Heu?: Echt waar?
-Dès sund: dat is zonde
-ôh jao? : deze informatie is nieuw voor mij
-doededè dikkels: doet u dit vaker?
-tis wè: het is wat
-meudedè: mag je dat?
-meepussaant: wil je dat zo snel mogelijk doen?
-dè nie nèè: daar wil ik niets van weten
-dès nie: daar klopt niets van
-nie waor: het is niet waar
-himmòl nie: dat is niet waar
-gao naa: u belazert de boel, denk ik
-gullie ammol: iedereen
-wèn kèènd: Wat een kinderachtig gedrag
-braojer: ik heb niet het idee, dat ik van u iets wijzer word
-kwôsse begôsse: voor mij heeft het wachten lang genoeg geduurd. Beginnen!
-den dieje, nie: het gaat u alleen maar om geld, als ik me niet vergis
-gaoperd: had je beter uit moeten kijken
-hou’t oewe meule: hou toch je kop, je praat onzin
-ut gòj: het gaat wel
-wèn kwèèk: iemand die alleen maar kan schreeuwen
-witte gè’t: u mag gerust met de oplossing komen
-nèè gij: in plaats van de ander te beschuldigen, mag je ook eens naar jezelf kijken
-dè nukt nie: het maakt echt helemaal niets uit
-ôôt: dat zou best eens kunnen gebeuren
-nie pitse: niet kleine hapjes eten
-zullie: het is onbekend wie hier verantwoordelijk voor is/zijn
-wèljot: voor deze keer ga ik akkoord
-koekwaus: hij baseert iets op hele vreemde ideeën
-intje van ginne kaant: van over het spoor. Meer praatjes/geld dan verstand
-witte wèl witte nie: ongenuanceerd volk
Studententaal:
Atten: in één keer je biertje opdrinken
Afpilsen: na een lange nacht nog een pilsje drinken
Barrel: scharrel van slechte kwaliteit
Bijstandsstokjes: goedkope, zoute stokjes
Brokkelen: overgeven
Brallen: opscheppen. Vaak in combinatie gebruikt met corpsballen: brallende corpsballen
Brassen: weghalen van een unit van een andere studentenvereniging of dispuut, liefst van emotionele waarde
B’vo: bravo. Waardering uiten
Collegehengst: student die trouw colleges volgt
CV-rukker: iemand die bestuurswerk doet om het goed te laken lijken op zijn of haar cv
Cursus: Hbo-opleiding
Dichtgetikt: alleen maar omgaan met mensen van je vereniging
Feut: aspirant-lid. Sukkel.
Galamos: ongeschreven regel onder studentenverenigingen, die bepaalt dat de heer tijdens een gala alles betaalt, en de dame hem daarna lichamelijk bedankt
Grondpizza: Kots op de grond
Hertje: meisje
Kleien: poepen
Kwarrel: scharrel van hoge kwaliteit
Koning: heel groot compliment
Knor: iemand die niet bij een vereniging hoort en de regels niet kent. Kent Niet Onze Regels
Natte tosti: iemand die zichzelf geweldig vindt
Regelen: zoenen/seksen/vingeren/beffen/pijpen/trekken
Sjaars: eerstejaars
Scholier: hbo-er
Pandapunten: punten die aangeven hoelang je geen seks hebt gehad
Kleine speler: iemand die weinig pils drinkt
Kerel: veelgebruikte aanspreekvorm. Net als sherrif, gozer en lullo
Vomeren: kotsen
Zaak: sociëteit
Zuipen: natte halzen kantelen, knuppels vouwen, halve liters spoelen, pijpjes zuigen, containers strepen, goude rakkers nemen, vloeibaar brood zuipen, bakken gieten, bier wegkolken, groene palen klappen en cilinders wegkolken
Pilsvogel: veel zuipend persoon
Pilsmonarch: veel zuipend persoon
Botte keizer: veel zuipend persoon
Stuko: studententaaltje. (Jij bent stuko! Coole student met mooi studentenvocabulaire).
Stukosauriër: iemand die heel veel studententaal gebruikt
Waakvarken: lelijk meisje dat over haar knappere vriendin waakt