‘Ze hebben ons leven afgepakt en dat hadden ze nooit mogen doen’

‘Ze hebben ons leven afgepakt en dat hadden ze nooit mogen doen’

Joke Vermeulen (1955) verrichtte drie jaar lang dwangarbeid in de naaikamers van de Zusters van de Goede Herder in Almelo. Op haar zeventiende mag ze naar huis, maar het koude regime bij de nonnen laat diepe sporen na. Samen met lotgenoten strijdt ze nu voor erkenning van het leed dat hen is aangedaan.

“Mijn familie gelooft me nog steeds niet. ‘Stel je niet zo aan’, zeggen ze dan, ‘het is zo lang geleden, wat moet je nou nog?’ Ja het is vijftig jaar geleden, maar het leeft nu en het gaat ook nooit meer weg.

Zo stond ik ineens te huilen na een avondwandeling met de hond. De gemeenschappelijke voordeur van mijn flat viel met een klap achter me dicht. Het voelde alsof ik terug was in Almelo. De deur valt dicht en je kunt geen kant op.Lange tijd dacht ik weinig terug aan die jaren bij de Goede Herder. Tot ik dertig jaar geleden mijn dossiers ben gaan halen in Rotterdam, bij de kinderbescherming. Ik denk dat ik een van de weinigen ben die haar dossier nog heeft. Maar of ik daar blij mee moet zijn? Ik ben gaan lezen en ik dacht telkens: over wie hebben ze het nou toch?

Een meisje van dertien was ik.

Maar ze hebben het over een Joke die ‘doortrapt is als een vrouw van tachtig’. ‘Door en door verrot’, dat staat er echt. Ik was een hartstikke jong meisje, niks mis mee. Een pubertje. Die woorden hebben zo’n impact op me gehad. Het dossier is één grote aanklacht tegen mij. Het enige positieve dat ze op wisten te schrijven was dat ik mijn typediploma heb gehaald.

Mensen vragen wel eens of ze mijn dossier mogen lezen. Nou, nee! Ik schaam me dood. Dadelijk geloven ze het nog.

Over de meisjes van de Goede Herder

Hard werken zonder enige vorm van betaling. Naaien, wassen, strijken en schoonmaken, zes dagen per week. Onder strikt toezicht en continue bedreiging van straf en eenzame opsluiting. Het overkwam zo’n vijftienduizend meisjes in Nederland tussen 1860 en 1978. Zij werkten in de wasserijen en naaiateliers van de Zusters van de Goede Herder. Vrijwel allemaal werden ze op last van de kinderbescherming in deze instellingen geplaatst. Vaak na het overlijden van een ouder, huiselijk geweld, verwaarlozing of seksueel misbruik.

De meisjes leefden afgesloten van de buitenwereld in een instelling met hoge muren. Ze mochten niet met elkaar praten en kregen geen onderwijs. Wie wegliep werd door de politie teruggebracht.

Lees meer in dit Univers-verhaal.Ik was een misbruikt meisje. Kon ik er wat aan doen dat een of andere randdebiel zijn handen niet thuis kon houden?

Na het misbruik werd ik als negenjarig meisje naar een kindertehuis in Mook gestuurd en later naar Nijmegen en Lisse. Daar heb ik het fijn gehad. Ik mocht er paardrijden, we gingen naar de film en we hadden er allemaal een eigen kamertje. Ik heb me daar veilig gevoeld.

Op een dag moest ik mijn koffertje pakken en werd ik naar Almelo gebracht.

Je had er chambrettes, een slaapzaal met bedden afgescheiden door schotjes en gordijntjes. Daar kreeg ik een bed toegewezen. De volgende ochtend begon het werk in de naaikamer. Er werd niet gevraagd, ‘hoe gaat het nou met je, kun je een beetje wennen hier?’ Er werd uitgelegd wat je moest doen en dat was het. Gewoon, werken!

Bang was ik, want ik begreep er helemaal niks van. Waarom word ik opgesloten? Ze gaven me kalmerende middelen om me rustig te houden.

Het was een horrorfilm. Als ik eraan terugdenk word ik enorm boos. Al die meiden, wat hebben we in godsnaam verkeerd gedaan om daar te moeten zitten? Nog steeds maakt het me boos.

We mochten alleen maar werken. Nooit gezellig met de meiden onder elkaar.

Joke Vermeulen

Joke Vermeulen

We waren pubermeisjes, die horen over jongens te kleppen, zo gaat dat toch? Ze hebben ons leven afgepakt. Dat is wat mij boos maakt. Ze hebben ons leven afgepakt en dat hadden ze nooit mogen doen.

Op mijn zeventiende mocht ik opeens naar huis. Ik kwam terug bij mijn familie en was natuurlijk dat rare kind. De vreemde eend in de bijt. Ik probeerde toegelaten te worden tot een opleiding als ziekenverzorger, zodat ik op mezelf kon gaan. Maar nadat ze inlichtingen hadden ingewonnen bij de Goede Herder werd ik afgewezen.

Niet lang daarna werd ik zwanger.

Ik ontmoette een man met wie ik ben getrouwd. In totaal kreeg ik drie kinderen. Ik was heel blij met mijn kinderen. Ze hebben denk ik mijn leven gered. Toch dacht ik altijd: hebben ze toch gelijk gehad, die nonnen. Er is niks van me terechtgekomen. Het zwarte schaap van de familie, al vroeg moeder. Je voelt je zo nutteloos, jaar in jaar uit. Ok, je bent moeder en huisvrouw, maar ik voelde me altijd weinig waard.

Ik weet niet goed hoe ik het moet uitleggen, maar ik voelde altijd een soort vervreemding. Je maakt van alles mee in je leven en toch voelt het alsof je het niet meemaakt. Het leven met mijn kinderen, alsof het een stukje toneelspel was. Een film waarin je mee mag spelen, alsof het niet echt is. Je leeft een leven, maar het is niet jouw leven. Er klopt iets niet. Dat gevoel heb ik altijd gehad.

Ik mocht van mezelf ook niet blij zijn, dat verdiende ik niet.

Mensen die om me gaven stootte ik weg. Hoe kun je mij nou aardig vinden, ik ben door en door verrot. Dat blijft je altijd achtervolgen.

Je komt met mensen in aanraking of in situaties terecht waarvan je eigenlijk wel weet dat ze niet goed voor je zijn. En toch laat je het gebeuren. Ook in mijn huwelijk deed ik wat er van me gevraagd werd. Tegengas geven, dat kon ik niet en dat durfde ik niet. Je gaat geen nee zeggen, want dat gehoorzamen zit in je hoofd. Niet gehoorzamen betekent straf. Dat heeft heel lang geduurd. Pas toen ik een jaar of vijftig was ging ik meer voor mezelf opkomen, toen was ik binnen no time van mijn man af.

Opeens was ik op mezelf aangewezen en dan komt er van alles naar boven. Dat maakte me heel onzeker, heel bang. Doordat ik niet wist waarom ik me zo voelde. Ik heb mijn polsen door willen snijden en een overdosis genomen. Later kreeg ik de diagnose borderline en PTSS. Dat is een hele vervelende tijd geweest, maar ik kroop uit het dal.

Joke Vermeulen

Joke Vermeulen

Die gedachte van ‘ze hebben gelijk gehad’, dat voelt nu niet meer zo. Twee jaar geleden zijn we terug geweest naar de Goede Herder, Lies Vissers en ik, om verhaal te halen. Maar dat liep op een teleurstelling uit.

Daarna heb ik drie weken op de bank gelegen.

Ik wilde me niet aankleden, wilde niet eten, wilde niet wassen, wilde helemaal niks. Tot ik op een dag wakker werd en dacht: dat gaat me toch niet nog en keer gebeuren! Toen ben ik opgestaan. Toen ben ik echt opgestaan. Zo veel macht mag die Goede Herder niet over me hebben. Nooit meer!Nadat het NRC uitgebreid heeft geschreven over onze zoektocht naar erkenning zijn we een gesloten Facebookgroep gestart. Met het idee dat andere vrouwen ons makkelijker kunnen vinden en zich aan kunnen melden om mee te doen met een eventuele rechtszaak. Ondertussen zijn er 87 vrouwen actief in de groep. Allemaal met hun eigen specifieke verhaal en herinneringen.

Ik denk dat de Facebookgroep voor deze vrouwen heel belangrijk is.

De vrouwen voelen zich veilig en zijn onder elkaar Ze kunnen er praten over bepaalde dingen. Je kunt natuurlijk ook praten met hulpverleners, dat is prima, maar praten met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt is veel beter. Want wij begrijpen elkaar.

Mensen die het niet hebben meegemaakt worden er moe van. Dat kan ik me ook voorstellen, dat de buurvrouw denkt: weer die Goede Herder, mens houd eens op. De wereld gaat gewoon door! En de wereld gáát ook door. Maar voor veel vrouwen is de wereld gestopt bij de Goede Herder. Hun leven is daar stil blijven staan.”Univers sprak ook met Joyce,  Joke de Smit, Paula Vrij en Lies Vissers over de diepsnijdende gevolgen van hun tijd bij de Goede Herder. Klik op de foto’s hieronder om hun verhalen te lezen.

Joyce Geaerds Thesing

Joyce

Joke de Smit

Joke de Smit

Paula Vrij

Paula Vrij

Lies Vissers

Lies Vissers

Dwangarbeid

Volgens emeritus hoogleraar victimologie Jan van Dijk (Tilburg University) was er in de instellingen van de Goede Herder overduidelijk sprake van jeugddwangarbeid en mensenhandel.

De overheid was verantwoordelijk voor deze kwetsbare kinderen en had hen moeten beschermen, zo stelt Van Dijk. Hij steunt de meisjes van de Goede Herder in hun strijd voor erkenning en herstelbetalingen. Lees alles over die strijd in dit Univers-verhaal.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.