Prinsjesdag: wat willen de universiteiten?
Vandaag is het Prinsjesdag: traditioneel de dag waarop de Nederlandse regering haar plannen voor de toekomst ontvouwt. Maar wat willen de universiteiten?
De veertien Nederlandse universiteiten, verenigd in de VSNU, laten via een academisch wensenlijstje weten hoe zij uitdagingen in de toekomst het hoofd willen bieden. In de agenda ‘Kennis voor onze toekomst‘ worden ambities en voornemens geformuleerd.
Meer samenwerken staat voorop. En dan niet alleen met het bedrijfsleven, kennispartners en de overheid, maar ook met andere universiteiten. Er wordt gerept van een nauwe samenwerking ’tussen de domeinen alfa, bèta, gamma, techniek en medisch’ en van samenwerking binnen ‘geprofileerde clusters van universiteiten’.
Regionaal ambitieplan
Tilburg University heeft in haar regionaal ambitieplan al aangegeven dat de universiteit nauwere betrekkingen wil onderhouden met de zuidelijke hogescholen (Fontys, Avans, NHTV) en universiteiten (Eindhoven, Maastricht).
De universiteit van Nijmegen zou eveneens een interessante partner voor Tilburg kunnen zijn vanwege een gelijkaardig profiel en de gedeelde katholieke achtergrond.
Toegankelijkheid onderwijs
Ook belangrijk volgens de VSNU: een leven lang jezelf blijven ontwikkelen. Daarom moet er een platform komen met een groot cursusaanbod op uiteenlopende terreinen.Verder willen de universiteiten het lerarentekort aanpakken, blijven inspelen op internationalisering, en de impact van onderzoek op de maatschappij vergroten.
Opmerkelijk is hoe er wordt gehamerd op de toegankelijkheid van onderwijs. ‘Het Nederlandse hoger onderwijs is één van de meest toegankelijke van Europa en dat moet zo blijven,’ schrijven de universiteiten. Er wordt gepleit voor terughoudendheid met numerus fixus-besluiten en kansengelijkheid voor toelatingsprocedures. De wens om de basisbeurs te laten terugkeren wordt echter niet hardop uitgesproken.
Verstoorde relatie
Het wensenlijstje van de VSNU verschijnt op het moment dat de verstandhouding tussen de Nederlandse universiteiten en de regering ernstig verstoord is. De herverdeling van onderwijsgeld zoals voorgesteld door de commissie Van Rijn heeft onder vrijwel alle universiteiten afkeurende geluiden opgeleverd.
Carel Stolker, rector magnificus van de universiteit van Leiden, zei onlangs nog dat de relatie tussen overheid en universiteiten tot een ‘ongekend dieptepunt is gedaald.’
Of die relatie na Prinsjesdag gaat verbeteren is maar de vraag.