Docenten over thuiswerken: ‘Op dag één had ik al viltstift op mijn voorhoofd’
Een campingtafel op zolder en twee rondrennende kleine kinderen. Hoe vergaat het universitair docenten thuis? Univers sprak met Paula Mommersteeg en Floortje Mols over de uitdagingen van het online lesgeven en de ondergang van proctoring. ‘Studenten spieken gewoon.’
Ik zie bij jullie allebei een schuine witte muur op de achtergrond. Is dit de plek waar jullie normaal werken?
Floortje Mols, universitair hoofddocent medische en klinische psychologie: “Dit is nu al negen weken lang mijn coronawerkplek. In het begin gebruikte ik mijn normale werkplek in de speelkamer, dus ik had op dag één al klei op mijn toetsenbord en viltstift op mijn voorhoofd. Sindsdien heb ik met campingtafels en wifiversterkers mijn werkplek op zolder gecreëerd.”
Paula Mommersteeg, universitair docent medische en klinische psychologie: “Ik zit normaal beneden in de huiskamer. Daar heb ik er een extra tafel bijgeschoven. Maar voor zo’n gesprek wil ik rust, ook op de achtergrond. Dus nu zit ik op de werkplek van mijn man.”
Hoe gaat het thuiswerken tot nu toe?
Mommersteeg: “Dit gesprek begon twintig minuten later vanwege technische problemen. Er is altijd wel iemand die problemen heeft. Dat is minder prettig. Maar ik mis ook mijn collega’s, mijn werkplek op de campus. Ik mis de rust, de studenten, het collegegeven. Het gaat wel, maar het is omschakelen.”
Mols: “Het is wennen. Natuurlijk is het fijn als je ’s ochtends de trap oploopt naar de zolder en dat je dan meteen op je werk bent. Dat scheelt tijd. Maar het kost zo veel tijd om mensen online te krijgen.”
De omslag van fysieke colleges naar online colleges is snel gegaan. Hoe hebben jullie dat ervaren?
Mommersteeg: “Dat ging tamelijk abrupt. Donderdag stond ik nog les te geven en vrijdag was de lockdown een feit. Ik heb sindsdien nog wel mijn spullen opgehaald. Scherm, toetsenbord, stoel.”
Mols: “Ik ook. Mijn stoel niet hoor, want die paste niet in de auto.”
Mommersteeg: “We moesten ook meteen omschakelen naar het online lesgeven. Via MyMediasites heb ik mezelf aangeleerd hoe ik kon opnemen, maar dat kostte wel veel extra tijd.”
“We moesten meteen omschakelen naar het online lesgeven”
Mols: “Ja, het kost gruwelijk veel tijd. We hebben allebei wel een keer gehad dat je een compleet college opneemt – daar ben je uren mee bezig – en er vervolgens achterkomt dat het geluid wegvalt. Dan kun je dus helemaal opnieuw beginnen.”
Mommersteeg: “Gelukkig zitten we als docenten bij elkaar in appgroepen. We zijn ‘smart people’. We’ll figure this out.”
Mols: “Je moet veel zelf uitzoeken in deze tijden. Ik moet wel zeggen, zodra je een technisch probleem hebt – of ik het nu heb of de student het heeft – IT-support helpt je meteen. Dat is echt geweldig.”
Ik kan me voorstellen dat jullie werkweek, ook door dit soort aanpassingen, uitpuilt. Redden jullie het nog wel?
Mommersteeg: “We hebben een aanstelling waarbij we de ene helft van onze tijd besteden aan onderzoek en de andere helft van de tijd aan onderwijs. Op dit moment hebben we allebei cursussen lopen die we coördineren, dus we zitten midden in het onderwijs. Tegelijkertijd hebben we dus onderzoek lopen, moeten we studenten begeleiden en hebben we promovendi die we moeten zien.
“En dat staat nog los van het feit dat we het onderwijs op een geheel andere manier moeten zien vorm te geven. Ik heb vanaf het begin van de lockdown tegen mezelf gezegd: als het niet kan zoals het moet, dan moet het zoals het kan. Het is niet perfect, niet ideaal. Maar we doen het met de middelen die we hebben.”
Mols: “We roeien inderdaad met de riemen die we hebben. Normaal sta je les te geven en beantwoord je vragen in de pauze of van tevoren. Nu krijg je alles per mail. Dat is prima, maar een e-mail beantwoorden kost meer tijd dan tussendoor iemand een vraag laten stellen en die even beantwoorden. Normaal loop je ook even binnen bij een collega, nu heb je geen idee wanneer je collega’s überhaupt aan het werk zijn. Iedereen werkt op de meest vreemde tijden. Ikzelf ook hoor, maar dat maakt het wel lastig.”
De universiteit heeft gezegd dat de focus nu even uit moet gaan naar het onderwijs, niet naar onderzoek. Zie je dat ook terug in jullie eigen verhouding?
Mols: “Het is fijn dat ze dat zeggen, maar het is natuurlijk niet de realiteit. Mijn onderzoek loopt veelal gewoon door. Ik doe ook onderzoek in ziekenhuizen. Daar ligt het nu wel nagenoeg stil. Maar om die studies stil te leggen en straks weer op te starten ben je veel tijd kwijt.
“Natuurlijk voel je minder druk qua onderzoek, maar het onderzoek is er nog wel gewoon. Daarnaast neemt het onderwijs veel meer tijd in beslag dan normaal gesproken. De verhouding is denk ik nog hetzelfde, alleen loop ik nu met veel dingen achter. En die moet je ooit weer inhalen.”
“Mijn onderzoek gaat gewoon door, alleen loop ik nu achter”
Mommersteeg: “Ik had eigenlijk vorige week een vrije week gepland, maar omdat we toch niet op vakantie gingen en ik zo achterloop met alles, is het juist stress verminderend om wel aan het werk te gaan.”
Mols: “Er ligt zoveel extra werk qua onderwijs. Op Bevrijdingsdag en Dodenherdenking heb ik ook gewoon gewerkt, net als veel andere collega’s, want je moet toch een keer je uren maken. Met kleine kinderen haal je die veertig uur per werkweek maar met moeite. Je bent continu bezig met je werk, je huishouden of je kinderen. Het loopt allemaal door elkaar heen. Je hebt geen afgebakende tijden.”
Mommersteeg: “Dingen moeten gewoon af. Tentamens moeten worden ingevoerd, vakken afgerond, colleges opgenomen en gepubliceerd. Dat kost nu meer tijd, moeite en inzet. Het loopt over.”
“Met kleine kinderen haal je de veertig uur per werkweek met moeite”
Mols: “Voor corona wist ik al dat het qua onderwijs een drukke periode ging worden. Ik ben zo’n nerd die vooruitwerkt. Dus ik had al twee tentamens en hertentamens, allebei in het Nederlands en in het Engels, klaarliggen en ingevoerd in TestVision. Toen kwam het coronavirus en moesten we de dubbele hoeveelheid vragen aanleveren. Je wilt je studenten zo goed mogelijk onderwijs geven, maar het kost allemaal extra tijd.”Docenten TiU over proctoring (video):
Er is veel kritiek geweest op de manier waarop online tentamens zouden worden gehouden. Met name proctoring was daarbij een boosdoener. Hoe kijken jullie daar tegenaan?
Mommersteeg: “De examencommissie heeft zich echt 24/7 over dat vraagstuk gebogen. Vorige week vrijdag om tien uur ’s avonds kregen we dan eindelijk een mailtje, waarin stond hoe we het gaan doen. TestVision en Canvas bieden verschillende mogelijkheden. Soms zal daarbij proctoring worden gebruikt, maar meestal niet.”
Mols: “Veel mensen hebben de petitie tegen online proctoring getekend. Dat snap ik goed, maar we moeten ons ervan bewust zijn dat de overgrote meerderheid die petitie niet heeft getekend. Nu worden ook zij de dupe.”
Mommersteeg: “Ja, ook ik snap de studenten heel goed, want het zijn echt spannende tijden. Het is emotioneel heel zwaar. Ik ben aan het einde van mijn werkdag ook vermoeider dan normaal.”
Er gaat dus anders getoetst worden. Hoe ziet dat eruit en wat vinden jullie daarvan?
Mommersteeg: “Er wordt vaak gezegd dat er andere mogelijkheden zijn voor tentamens. Een survey, presentatie of iets anders. Maar sommige vakken hebben leerdoelen die niet op een andere manier getoetst kunnen worden. Ik kan niet ineens omschakelen van een kennistentamen, waarin je gewoon dingen moet weten, naar: verzin er een verhaal of geef er een presentatie over. Ook een openboektentamen kan vaak niet, want dan wordt niet kennis getoetst, maar inzicht. En daarmee wordt het leerdoel van dat vak niet meer gehaald.”
“Maar als de student geen proctoring wil, dan moeten we iets anders bedenken. Alternatieven zijn bijvoorbeeld dat tentamenvragen voor een beperkte tijd zichtbaar zijn. Studenten kunnen dan niet terug naar een voorgaande vraag. Een andere oplossing is het aanleveren van meerdere sets tentamenvragen zodat tentamenvragen in een willekeurige volgorde getoond worden.”
“Alleen heeft mijn tentamen normaal een bepaalde opbouw. Het begint bijvoorbeeld met een vraag over het eerste college. Als je willekeur toepast dan kan het voor studenten minder helder worden. Als je voor zo’n vraag dan ook nog maar 75 seconden tijd hebt om te beantwoorden, dan vind ik dat erg pittig.”
“Als de student geen proctoring wil, dan moeten we iets anders bedenken”
Mols: “Eigenlijk verliezen we nu allemaal. We moeten extra vragen aanleveren, dat kost ons veel extra tijd. Ook voor studenten is het niet fijn, want nu moeten we andere dingen verzinnen om het spieken tegen te gaan. Helaas blijkt dat nodig. In Groningen zijn twee weken geleden tentamens zonder proctoring gehouden. Daar hebben studenten appgroepen gemaakt, waarin antwoorden aan elkaar werden doorgeappt. Je wilt toch dat de waarde van het diploma gewaarborgd blijft, ik denk dat proctoring zo slecht nog niet was.”
“Als argument tegen proctoring wordt vaak gegeven dat er binnengekeken wordt in je huiskamer. Ik heb bij zoveel mensen naar binnen kunnen kijken en kinderen door het beeld zien rennen. Mijn studenten zien ook weleens mijn kinderen om twaalf uur ’s middags in pyjama hier rondlopen. Sorry, maar zo werkt het gewoon nu.”
Mommersteeg: “Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel voor ogen. Wij willen goed onderwijs geven, studenten willen goed onderwijs krijgen. We doen echt ons uiterste best.”