De spoorstudent

Buiten is het nog pikkedonker, maar stipt om half 6 springt de lamp van de spoorstudent aan. Een snelle douche en een droge boterham later wordt de iets te verre fietstocht naar het provinciale station ingezet. Net te lang haar en een nette tas om zichzelf te differentiëren van de rest van het dorp waar hij kromgebogen doorheen snelt. Hij is weer aan de late kant.

Hijgend op het perron neemt hij de situatie vast op, want de mate van drukte is uiterst relevant. In een lege trein kan je nog snel een opdracht afmaken in je ruime vierzitplek, in een rustige trein kan je nog wat hoofdstukken lezen in je krappe tweezitter, maar in een volle trein probeer je vooral niemand aan te raken.

Het is relatief rustig, maar toch vindt hij geen lege tweezitplek en blijft staan. Het is net niet druk genoeg om al naast iemand te gaan zitten, dus hij voelt zich veroordeeld tot het tussenstuk met houvast aan een vingervette paal.

Geforceerd op zoek naar een nonchalante houding voelt hij de priemende blikken van de gezetelde forensen op zich en durft zijn mondkapje niet tot beneden zijn kin te trekken. Een beslagen bril als logisch, ongemakkelijk gevolg. Voorzichtig frunnikt hij vervolgens het wegwerpmondkapje, dat hij voor de zeventiende keer draagt, richting het topje van zijn neus om de uitgeademde lucht zo een kans te geven via een andere weg te ontsnappen.

Door de glazen mist ziet hij dan een vage bekende instappen. In de kroeg zouden ze elkaar innig omhelzen, maar in de derde klasse durven ze elkaar, bang voor afwijzing, niet eens te begroeten en kijken daarom opzichtig verschillende kanten uit.

In alle haast is hij in de ochtend vergeten zijn behoefte te doen. Het treintoilet lonkt, maar hij is zich nog altijd pijnlijk bewust van de keurende blikken in de coupé. Tien minuten voor de eindbestemming houdt hij het niet meer. Zo onverschillig mogelijk schiet hij de wc in, waarna de deur piepend en tergend langzaam achter hem sluit. Is de deur wel op slot? Betekent dat gekleurde randje nou dat hij wel of niet van buiten open kan? Hij durft niet, wacht een gepaste tijd en wast dan maar gewoon zijn handen.

Eindbestemming Tilburg Universiteit. In de vroege ochtend was het een stuk kouder dus is hij nu te warm aangekleed en voelt natte zweetplekken opkomen onder zijn stoffen winterjas. Iets te rap baant hij zich op ongemakkelijke wijze een weg richting collegezaal en bijbehorend toilet. Onderweg ziet hij studenten langsfietsen die duidelijk net pas uit bed komen en produceert voor het eerst vandaag geluid. “Studenten die op kamers wonen,” mompelt hij, “die sporen niet.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.