Liefde in tijden van corona

Veel mensen lopen in paren. Zij aan zij vormen ze een eigen veilige bubbel, een zekerheid in tijden van onzekerheid. Ze lopen dicht tegen elkaar aan, arm in arm of hand in hand. De ruimte tussen hen en anderen oogt haast een niemandsland.

Beeld: Ton Toemen

De soms eenzame vrijgezel is een ander lot beschoren. Met een licht gevoel van jaloezie en verlangen slaat hij de stellen gade. Deze tijd van het jaar is te koud, te druilerig om alleen te zijn, denkt hij. Hij snakt naar een warm lichaam, een kloppend hart naast het zijne, handen en vingers om te omstrengelen.

Het gaat de vrijgezel niet gemakkelijk af, liefde te vinden in tijden van corona. Steeds weer zijn de gezichten van passerende mensen op de ogen na bedekt. De ogen zijn de vensters van de ziel, zeggen ze, en toch komen die ogen hem, zonder de rest van het gezicht, wat nietszeggend voor.

Van liefde vinden op straat moet je het tegenwoordig niet hebben, peinst hij. Hij opent een app op zijn telefoon, een digitale wereld met eindeloos veel gezichten, en begint zijn vinger ritmisch over het scherm te bewegen. Hij heeft het eigenlijk niet zo op die vleeskeuring, maar hij kent mensen die zo aan een relatie zijn gekomen. En hoewel ze dan misschien niet kunnen spreken over een romantische, filmische eerste ontmoeting, is daar niets mis mee.

En zo gaat de vrijgezel op date met iemand die hij nog nooit in het echt heeft gezien, wiens stem, geur en lichaamstaal hij nog niet eerder heeft waargenomen. Een sprong in het diepe. Ze bestellen twee speciaalbier en dan nog twee en kauwen ondertussen op wat borrelnootjes. De date valt hem niet tegen, maar hij praat te veel over zichzelf (de zenuwen, de alcohol?), ziet dat de aandacht van de ander verslapt en het verhaal krijgt geen vervolg.

De vrijgezel stapt ’s avonds de deur uit en voelt de ongure wind langs zijn gezicht strijken. Normaal gesproken zou hij naar de sportschool gaan, maar die is nu dicht en dus gaat hij deze avond met enige tegenzin een rondje hardlopen. Op de weg terug naar huis, houdt hij halt bij een stel stoplichten.

Naast hem staat een leeftijdsgenoot, van wie het gezicht wordt verlicht door de straatlichten om hen heen. De ander glimlacht naar hem. Plotseling is hij zich heel bewust van zijn voorkomen, van zijn warrige haren en zijn bezwete oksels. Hij haalt vlug een klamme hand door zijn haren heen en glimlacht terug. “Hoi, koud hè”, begint hij het gesprek.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.