Vluchtelingen: toen en nu

In de rubriek ‘Sprekend verleden’ nemen we een duik in de rijke Erfgoedcollecties van Tilburg University. Deze keer vertellen Irma van Bommel en Emy Thorissen over Brabantse fotografen die vluchtelingen in beeld brachten.

Leven in puin: illegale Koerden, Afghanen en anderen wonen op een weinig gebruikt rangeerterrein van de spoorwegen in hutjes van karton of golfplaten en bielzen. Griekenland, Athene, oktober 2000. (Foto: Piet den Blanken, Breda) Bekijk de hele foto verderop in de tekst.

Migratie is van alle tijden. Wereldwijd zijn mensen op de vlucht voor oorlog, armoede, vervolging of onderdrukking. Fotografen doen al decennialang verslag van vluchtelingenstromen en proberen hun foto’s te publiceren, in de hoop dat er actie ondernomen wordt en er een einde komt aan mensonterende toestanden waarin vluchtelingen terecht zijn gekomen. De recente stagnerende opvang bij het COA in Ter Apel is een regelrechte ramp. Na Heumensoord in 2015/2016 nu ook een vluchtelingenkamp in Ter Apel?

Begin jaren vijftig al reisde fotograaf Martien Coppens (1908-1986) verschillende keren naar West-Duitsland en Oostenrijk, waar mensen die het communistisch regime ontvlucht waren in oude bunkers en barakkenkampen verbleven. Met journalist Fred Thomas en pater Wiro van Aken (hoofd van de Nederlandse afdeling Oostpriesterhulp) bezocht Coppens onder andere de Charlottenbunker in Frankfurt-Höchst.

Zijn foto’s verschenen in het katholieke tijdschrift Echo der Liefde. Via de katholieke gemeenschap werd geld ingezameld om de gevluchte christelijke geloofsgenoten te helpen. Met dat doel wilde Coppens ook een fotoboek publiceren, Ontheemden, maar verder dan een dummy is het niet gekomen.

Het waren de jaren van de wederopbouw, net na de Tweede Wereldoorlog, en overal in Europa heerste woningnood. Dat maakte het voor de Oost-Europese vluchtelingen moeilijk om een plaats in de samenleving te bemachtigen. Ook nu zijn er, althans in Nederland, te weinig woningen, wat een van de redenen is dat de opvang van vluchtelingen problematisch verloopt.

Fort Europa

In 1989 viel het IJzeren Gordijn en de eerste vluchtelingen uit Oost-Europa waren welkom in het vrije en welvarende West-Europa. Dat veranderde in de loop van de jaren negentig, vluchtelingen werden tegengehouden bij de Oder-Neisse grens tussen Duitsland en Polen. Vanaf dat moment fotografeerde Piet den Blanken (1951-2022) vluchtelingen die probeerden ergens Europa binnen te komen. Maar de toestroom werd steeds groter én om ‘economische’ vluchtelingen te weren werd Europa steeds meer een fort. Met schrijnende situaties als resultaat.

‘Wij leven op een eiland van welvaart in een zee van ellende’

“Er zou geen onderscheid gemaakt moeten worden tussen mensen die vluchten voor geweld en mensen die migreren voor armoede en honger”, vertelde Den Blanken vorig jaar op een discussiemiddag over migratie tijdens zijn expositie bij Pennings Foundation in Eindhoven. “Wij leven op een eiland van welvaart in een zee van ellende. Niet zij zijn de uitzondering, wij zijn de uitzondering.” De expositie toonde een overzicht van vijfentwintig jaar migratie, veelal van mensen die tevergeefs probeerden Europa te bereiken, maar door grenswachters werden tegengehouden of op zee de verdrinkingsdood stierven.

Tekst loopt verder onder foto.

Links: Mensen op straat bij portaal van Charlottenbunker, Frankfurt-Höchst (Duitsland), 1953. (Foto: Martien Coppens. Nederlands Fotomuseum, Rotterdam | Brabant-Collectie, Tilburg University). Rechts: Leven in puin: illegale Koerden, Afghanen en anderen wonen op een weinig gebruikt rangeerterrein van de spoorwegen in hutjes van karton of golfplaten en bielzen. Griekenland, Athene, oktober 2000. (Foto: Piet den Blanken, Breda)

Visuele geschiedschrijving

De krant was Den Blankens podium. “Toch wil ik dat mijn foto’s langer meegaan dan de krant van morgen. Ik hoop dat mijn werk een soort visuele geschiedschrijving wordt.” Zijn wens was dan ook dat zijn foto-archief ondergebracht zou worden bij de Brabant-Collectie van Tilburg University.

Hij overleed april dit jaar onverwacht aan een longontsteking toen hij op reportage was in Nicaragua en Guatemala. Als hij de kans had gehad, had hij ongetwijfeld de schrijnende situatie in Ter Apel gefotografeerd, evenals de Oekraïners die wel welkom zijn en de andere vluchtelingen voor wie de grenzen van Europa gesloten blijven.

Wat een ramp!

Oktober is de Maand van de Geschiedenis. Dit jaar is het thema: ‘Wat een ramp!’ Het vormde de aanleiding voor deze bijdrage, die eerder is gepubliceerd in het tijdschrift In Brabant, jg. 13, nr. 3 (september 2022), p. 46-55.

Brabantse fotografie is een van de speerpunten van de Brabant-Collectie (gehuisvest in de Universiteitsbibliotheek Tilburg). De vintage prints en het archief van Martien Coppens worden hier beheerd. Binnenkort wordt ook het gehele oeuvre van fotojournalist Piet den Blanken aan de Brabant-Collectie overgedragen.

Over de auteurs:
Irma van Bommel is kunsthistoricus en medewerker bij Pennings Foundation in Eindhoven en schrijft voor het online tijdschrift Brabant Cultureel.

Emy Thorissen is eveneens kunsthistoricus en werkt bij de Brabant-Collectie in de Universiteitsbibliotheek Tilburg als conservator Oude en Bijzondere Collecties en is beeld- en eindredacteur van In Brabant.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.