Peter Achterberg: ‘Iedereen is ook maar alleen in een massa van eenlingen’
Cultuursocioloog Peter Achterberg is een bedlezer. Niet ideaal als je veel wil lezen, en dat doet hij dan ook niet. Hij is dol op de boeken van de Vlaamse veelschrijver Brusselmans, maar zijn favoriete boek is de sociologische bestseller The lonely crowd van David Riesman.
Welk boek heeft een onuitwisbare indruk op jou gemaakt?
‘The lonely crowd van David Riesman. Het is eigenlijk de eerste sociologische bestseller. Het is heel bekend, het wordt ook gebruikt bij alle inleidingen sociologie. Bij cultuursociologie heb ik ook een heel college over dit boek. Ik heb het boek voor het eerst gelezen in 2000. Als student had ik er al over gehoord bij het vak Inleiding Sociologie. Ik heb het gekocht in de ramsj, voor vijf euro of zoiets.
Waar gaat het over?
‘Zijn theorie is een soort tijdsdiagnose van de Amerikaanse samenleving. Elk tijdperk brengt zijn eigen sociale karakter met zich mee. Zo heb je tribale samenlevingen. Die zijn heel erg gericht op tradities, mensen met hetzelfde doel. Zulke samenlevingen zijn heel behoudend en weinig gericht op verandering.
‘Maar na een periode van veel geboortegroei past die traditionele wereldblik niet meer. Het leidt tot mensen die wegtrekken en dat vergt weer een ander soort blik: in een nieuwe omgeving weet je niet meer hoe je iemand kunt controleren door bijvoorbeeld schaamtegevoel. Dat leidt tot een tweede fase, de innerlijk georiënteerde culturen. Die zijn heel sterk gericht op normen en waarden die ervoor zorgen dat je altijd de goede keuzes maakt, ook in een nieuwe omgeving.
Zomerserie
Soms slaat een boek in als een komeet. Lees je iets wat je nooit eerder hebt gelezen. En blijf je vol verwondering en verbazing achter. Voor deze zomerserie vroeg Univers verschillende (ex)-medewerkers van Tilburg University naar het boek dat hun wereld veranderde.
‘Nu zitten we in een op anderen georiënteerde fase, waarin we niet zoveel meer hebben aan ons innerlijk kompas, omdat we ons meer moeten richten op wat anderen vinden. In plaats van een innerlijk kompas dat je richting geeft, is het meer een radar waarmee je aan anderen kunt afmeten hoe je ergens mee moet omgaan.
Dit blijkt heel mooi uit deze quote: ‘If the other-directed people should discover how much needless work they do, discover that their own thoughts and their own lives are quite as interesting as other people’s, that, indeed, they no more assuage their loneliness in a crowd of peers than one can assuage one’s thirst by drinking sea water, then we might expect them to become more attentive to their own feelings and aspirations.‘
Wat is er bijzonder aan het boek?
‘Ik vind het een goed boek vanwege het extreem actuele karakter, ook al is het uit 1962. Het is door een geïnteresseerd lekenpubliek net zo goed te lezen als door een expert. Sommige sociologen denken: laat ik maar ingewikkeld schrijven, dan lijkt het net wetenschap. Dit boek is toegankelijk geschreven, maar door de analyses is het heel wetenschappelijk.
‘In dit boek doen ze echter alsof ze objectief zijn, alsof ze geen moreel oordeel hebben over de mens anno nu. Tegelijkertijd kleeft er een impliciete toon aan dat ze het eigenlijk ook maar niets vinden. Dat iedereen ook maar alleen is, in een massa met andere mensen die ook alleen zijn.’
Wat is er mooi aan?
‘Er is iets moois aan de sociologie van de jaren ’60. Iedereen heeft nu een computer met SPSS, dus als je een theorie hebt en bakken met data, kun je die zo toetsen. Dat hadden ze niet in die tijd niet. Het kostte toen heel veel denkwerk om een weldoordachte theorie te brengen, en dan kostte het heel veel moeite die empirisch te onderbouwen. Zulke diepgravende sociologen vind je niet meer zo snel tegenwoordig.’
Heeft het boek iets veranderd in je leven?
‘In mijn leven is niets veranderd door dit boek. Het is wel merkwaardig dat tal van sociologen in de jaren tachtig zijn gestopt omdat ze geloofden in de geïndividualiseerde samenleving. Iedereen alleen, het collectief zou niet meer bestaan. Dat vind ik interessant. Aan de hand van dit boek kun je je afvragen in hoeverre mensen individuen zijn, terwijl iedereen zo sterk kijkt naar elkaar. Het is nog steeds een groepsproces.’
Wie zou het moeten lezen?
‘Iedereen zou dit boek moeten lezen. Mannen, vrouwen, kinderen, dieren, dingen. Alles. Iedereen. Altijd! Het is een actuele tijdsdiagnose van wat er aan de hand is in onze samenleving. Het analyseert zelfs ‘underpriviliged data’: dagboeken, reclames, romans, dromen van mensen, interviews, participaties uit het dagelijks leven, van alles, behalve wat nu de standaardmethode is.
‘Ik laat studenten altijd papers schrijven over theorie die ze zelf mogen kiezen. De helft van de studenten pakt daarvoor dit boek. Toen ik hier net werkte heb ik een student gehad die helemaal doordraaide van dit boek: elke keer als ze dacht dat ze iets leuk vond, vroeg ze zich af: komt dat omdat ik me laat beïnvloeden door anderen?’
Wat voor lezer ben je?
‘Ik zou meer moeten lezen, maar ik lees niet heel veel. Ik zit nu een beetje in de boeken die me trainen minder chaotisch te zijn, maar dat werkt natuurlijk niet. Van mijn kinderen krijg ik wel eens boeken van Herman Brusselmans, daar moet ik altijd hard om lachen. Ik lees in bed. Maar dat is onhandig. Het verklaart ook waarom ik niet zo veel lees. Na een tijdje lezen val ik in slaap.’
Peter Achterberg is hoogleraar Sociologie bij Tilburg University.