Hans Haans: ‘Toen ik een agenda kocht begon mijn gestructureerde leven’
De universiteitsraad heeft vanaf maart een nieuwe voorzitter, Hans Haans. We kennen hem al als associate dean van de Economische faculteit en voormalig Uraadslid namens de fractie Onafhankelijken. Wat velen nog niet wisten: hij was twee weken marinier en vroeger deed hij niet aan agenda’s.
1. Wat wilde je als kind graag worden?
‘Ik wilde oppasser worden in de dierentuin. Ik heb veel met dieren. Ik heb ook op de biologische school gezeten. Dat was een lbo-opleiding met kippen, geiten, ganzen, ratten, muizen. Alles hadden we, maar geen groot vee. Je kon je daar focussen op plantkunde en dierkunde, maar uiteindelijk ben ik de kant van de bedrijfsadministratie op gegaan.’
2. Waar ben je het meest trots op?
‘Persoonlijk ben ik het meest trots op dat ik op de lbo ben begonnen en daarna doorgestroomd ben en uiteindelijk toch gepromoveerd ben. Eigenlijk ben ik een megastapelaar, de nachtmerrie van Jo Ritzen (voormalig onderwijsminister, red.). Ik denk dat maar weinig mensen zich voor kunnen stellen hoeveel innerlijke trots ik heb dat ik dat gehaald heb.’
3. Waar lig je wakker van?
‘Over het algemeen slaap ik heel goed. Als ik mijn hoofd op mijn kussen leg, kan ik niet eens tot drie tellen. Als ik me ergens druk om maak, word ik daar juist heel vroeg van wakker, om vijf uur. Dat kan dan gaan om familie of kinderen, nooit werkgerelateerd.’
4. Wat is voor jou een perfect avondje uit?
‘Ik ben geen stapper. Mijn avond uit is lekker uit eten en een bioscoopje met mijn vrouw, of met mijn maten een potje gaan rikken. Als ik maar op tijd in bed lig, ik ben geen avondmens. Om half elf, dan lig ik plat. Ik ben ook geen kroegmens. Dat had ik vroeger al, herrie, drukte, alcohol, daar ben ik niet zo van.’
5. Van welke muziek kun je geen genoeg krijgen?
‘Van heel veel muziek, zolang het maar geen house is. Ik ben een echte muziekfiend. Mijn eerste echte grote aanschaf was een Kenwood stereotoren, die heb ik nog steeds. Ik heb een hele brede smaak. Op 23 oktober ga ik naar Nothing But Thieves, die vind ik gewoon geweldig, alles wat je daarvan terugluistert is goed. Ik ben benieuwd naar het concert, ik hoop dat het niet tegenvalt.
‘Ik heb altijd muziek aan. Als ik aan het fietsen ben, als ik aan het werk ben. Thuis heb ik Sonos-boxen. Ook in de badkamer, daar zet ik lekker hard muziek aan als ik aan het douchen ben.’
6. Je hebt een onverwachte vrije middag, hoe besteed je de tijd?
‘Heel makkelijk, dan pak ik mijn fiets uit de garage en ga ik een rondje fietsen. Dat is een racefiets, niet mijn woon-werkfiets. En in de winter maak ik er een relaxte dag van. Nietsdoen, muziek aan en chillen.’
‘Ik heb bij de mariniers gezeten. Maar na twee weken schoppen en slaan, vond ik dat dat toch niet mijn ding was’
7. Wat weten maar weinig mensen over jou?
‘Dat ik in mijn diensttijd een blauwe maandag bij het korps mariniers heb gezeten. Na twee weken daar kreeg ik eervol ontslag. Eigenlijk wilde ik niet in dienst, maar als het toch moest, dan wilde ik wel iets te doen hebben. Niet zomaar veertien maanden nietsdoen. Zo kwam ik bij de mariniers terecht. Maar al bij de basistraining, na twee weken schoppen en slaan, vond ik dat dat toch niet mijn ding was.
‘Ik moest toen op gesprek in Amsterdam, en omdat ik niet op boten wilde, konden ze me nergens meer plaatsen. Ze mochten me ook niet overplaatsen van de marine naar de landmacht of de luchtmacht. Dus ik werd naar huis gestuurd. Dat kwam goed uit. Op woensdag kwam ik thuis en op maandag ben ik begonnen aan een studie aan de heao. Ik heb later nog wel een bruine envelop in de bus gekregen met een uitnodiging om lid te worden van de oud-mariniers. Dat heb ik toch maar niet gedaan.’
8. Beste kritiek die je ooit hebt gehad?
‘Dat was van studenten. Die dachten dat ik zelf vragen had toegevoegd aan de evaluatieformulieren. Er was een vraag: is de docent enthousiast. Daar scoorde ik 4,9 op een schaal van 5. Ze dachten dat ik die vraag zelf toegevoegd had om goed uit de bus te komen.’
9. Waar krijg je een kort lontje van?
‘Van meerdere dingen. Van mijn kinderen, als ik heel eerlijk ben, soms moet ik wel eens tot tien tellen. Ik kan niet tegen slecht personeel in de dienstverlening. Ik snooker en bij de zaak waar ik kom zijn nieuwe mensen aangenomen die niet servicegericht zijn. Daar kan ik heel kriebelig van worden. In de fabriek maakt zoiets niet uit, maar wel als je met klanten moet omgaan. Maar meestal weet ik me redelijk te beheersen.
‘En het verkeer. Ik woon in Gemonde. Vroeger reed ik die 30 kilometer met de auto. Maar nu kom ik elke dag met de fiets naar de universiteit, met een speed pedelec. Mensen die langzaam rijden op het fietspad en alles blokkeren, bijvoorbeeld scholieren die drie rijen dik rijden, daar kan ik ook slecht tegen.’
10. Ze zeggen wel eens dat je het meeste leert van je fouten. Wat is jouw beste miskleun?
‘Ik deed vroeger alles uit mijn hoofd. Ik had geen agenda, maar onthield wanneer ik een vergadering, meeting of college had. Dat ging lang goed, tot een keer een vergadering naar voren werd gehaald. Het was een belangrijke vergadering en ik was er niet bij. Mijn baas was er niet blij mee. De dag daarna heb ik een agenda gekocht. Ik was altijd vrij chaotisch en dat was het begin van mijn gestructureerde leven. Je moet je zwakke punten leren kennen om eraan te kunnen werken.’
11. Wat zou je eigenlijk (meer) moeten doen?
‘Fietsen op de racefiets. Mijn vrouw zegt dat ook wel eens: je moet gewoon wat vaker fietsen. Ik heb zo’n druk leven, met werk, gezin, met familie dat dat erbij inschiet. Ik zou ook wat vaker met mijn vrouw tijd moeten doorbrengen. Dat doen we ook te weinig. We gaan wel eens een dag naar de sauna en samen eten. En elke keer zeggen we: dat moeten we vaker doen. Maar dat gebeurt nog niet genoeg.’
12. Nederlands of Engels?
‘Brabants. Mijn vrouw corrigeert me altijd: ik spreek te veel Brabants. Zij komt niet uit Brabant. Nederlands of Engels, mij persoonlijk maakt het niet uit. Voor bepaalde groepen kan het wel vervelend zijn. Bijvoorbeeld in de universiteitsraad, daar wordt tegenwoordig Engels gesproken. Stel dat iemand het Engels niet goed beheerst dan kan dit wel een probleem zijn. Iedereen moet zich op zijn gemak voelen om in de universiteitsraad plaats te nemen. Taal moet daar geen belemmering zijn.’
13. Carnaval of skivakantie?
‘Allebei niet, allebei verschrikkelijk. Carnaval wordt ‘m niet. Ik hou niet van carnavalsmuziek en ik drink niet, dus daar word ik niet vrolijk van. De zondag van carnaval vertrekken we met de kinderen vier dagen naar Disneyland Parijs. En een skivakantie heb ik één keer geprobeerd. Lift in, naar beneden. Lift in, naar beneden. Lift in, naar beneden. Dat is echt niet mijn ding.’