Bedrijven willen geen ouderen op de werkvloer
Nederlandse werkgevers vinden 55 plussers maar dure kostenposten. Steeds meer mensen willen langer doorwerken, maar veel Nederlandse bedrijven zien dat niet zitten. Personeelsbeleid en maatschappelijke doelstellingen bijten elkaar.
Dit schrijft Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarktbeleid en directeur van onderzoeksinstituut ReflecT aan de universiteit van Tilburg, in het Brabants Dagblad. Nederlandse werkgevers vallen zelfs internationaal op vanwege hun negatieve houding tegenover oudere werknemers. “Dit gegeven heeft duidelijk te maken met het automatisme waarmee lonen in Nederland met de leeftijd stijgen, met de kosten van ontslagvergoedingen en procedures en de lange loondoorbetaling bij ziekte”, schrijft Wilthagen.
Oudere werknemers bieden veel voordelen. Ze zijn naar verhouding minder vaak ziek dan jonge collega’s en hebben natuurlijk veel meer kennis en ervaring. Toch wisselen bedrijven vanwege de hoge kosten oudere werknemers liever in voor jongeren. Daar komt nog bij dat ouderen te kampen hebben met nadelige regels. Cao’s waarbij een leeftijdsonafhankelijk personeelsbeleid wordt nagestreefd komen niet van de grond. De leeftijdsgrens van 65 jaar wordt vaak strak nageleefd en maar weinig bedrijven geven hun werkgevers de mogelijkheid om geleidelijk uit te treden. Ook de economische crisis werkt niet mee.
“Conclusie: mensen kunnen en willen – geleidelijk aan – langer doorwerken, maar werkgevers in Nederland willen daar nu nog niet aan (uitzonderingen daargelaten) en het beleid werkt ook nog onvoldoende mee”, schrijft Wilthagen. En dat is een gemiste kans, want onderzoeken wijzen uit dat oudere werknemers goed zijn voor de economie. Die potentie blijft nu ongebruikt. Wilthagen: “Zonder een dergelijk beleid, gericht op duurzame inzetbaarheid en menselijke waarden, kan niet worden verwacht dat mensen in de extra speeltijd de wedstrijd blessurevrij en succesvol uitspelen”.
Advertentie.
