Startersbeurs gaat Europa in
De Startersbeurs gaat Europa in. Het idee van UvT-hoogleraar Ton Wilthagen kan Europese jongeren sneller aan een baan helpen. Lodewijk Asscher, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, presenteerde de Startersbeurs gistermiddag tijdens de EU-top over jeugdwerkloosheid in Berlijn.
“Er is tot nu toe veel over werkloosheid gesproken en nagedacht, maar er zijn weinig concrete maatregelen getroffen”, vertelt hoogleraar Ton Wilthagen aan Univers. ”De Startersbeurs kan snel worden toegepast en is niet al te duur. Bovendien hoeven er geen wetten voor worden veranderd.”
Met de regeling krijg je als jonge werkzoekende de kans om werkervaring op te doen, je cv te versterken en heb je als jongere sneller kans het vinden van een baan. “Veel jongeren bevinden zich nu buiten de arbeidsmarkt. Ze krijgen geen reacties meer op hun verstuurde cv’s, omdat bedrijven mensen kwijt willen”, aldus Wilthagen.
In plaats van een uitkering krijgen deelnemers aan de Startersbeurs een gemeentevergoeding van 500 euro per maand. Hiervan betaalt de werkgever 100 euro per maand aan scholing of cursussen. De stage duurt maximaal zes maanden.
De jeugdwerkloosheid is in veel Europese landen groter dan in Nederland. In sommige regio’s in Griekenland zit 72 procent van de jongeren zonder baan. Toch neemt het aantal Nederlandse thuiszitters ook toe. De jeugdwerkloosheid in Noord-Brabant steeg sinds 2008 met 75 procent.
Lodewijk Asscher, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, trok in maart dit jaar 25 miljoen euro uit om de jeugdwerkloosheid in Nederland te bestrijden. Meer dan 100 Nederlandse gemeenten passen de Startersbeurzen momenteel toe. Sinds de start van de beurs op 1 april kregen veertig Tilburgse jongeren een baan.