OM eist 180 uur taakstraf tegen Vindicat-student
De student die tijdens een ontgroening op het hoofd is gaan staan van een medestudent, heeft 180 uur taakstraf tegen zich horen eisen in de Groningse rechtbank.
De eis voor een taakstraf werd aangevuld met een celstraf van 91 dagen, waarvan 90 voorwaardelijk. In zaken waar sprake is van opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel moet een celstraf geëist worden. De officier van justitie vond dat in deze zaak niet terecht en eiste derhalve een symbolische straf van één dag.
Volgens het openbaar ministerie is de verdachte tijdens de ontgroening in augustus 2016 te ver gegaan. Aspirant-leden werden in een donkere kamer tegen een muur gezet en fysiek belaagd. Het slachtoffer werd naar eigen zeggen extra hard aangepakt. De verdachte zou zijn voet op het hoofd van het slachtoffer hebben gezet, waarna hij er op ging staan. Het slachtoffer liep hierdoor hersentrauma op.
Verdachte ontkent
Wouter B. vond niet dat hij verantwoordelijk was voor de verwondingen van het slachtoffer. Als hij echt te ver was gegaan tijdens de ontgroening, hadden andere leden van Vindicat hem afgeremd. Daarbij stellen de verdachte en zijn advocaat dat lichamelijk letsel niet bewezen is, bij het slachtoffer zou nooit een schedelbasisfractuur zijn vastgesteld.
Volgens getuigen zou de verdachte het slachtoffer juist extra hard hebben aangepakt. Voorafgaand aan de ontgroening zou het slachtoffer de verdachte hebben geslagen. Tijdens de ontgroening zou Wouter B. hiervoor wraak hebben willen nemen.
Over twee weken doet de rechter uitspraak in de zaak.