Wordt de situatie in Gaza beter als je niet samenwerkt met Israëlische universiteiten?
In het academisch onderwijs leren studenten dat argumenten en bewijs standhouden tot het tegendeel is bewezen. Studenten mogen daarom niet beweren dat er een onweerlegbaar verband bestaat tussen de samenwerking met Israëlische partijen en de voorzetting van de oorlog in Gaza, schrijft hoogleraar Jan Bouwens.
Op de universiteit leren we hoe we op basis van argumenten en onderliggend bewijs een oordeel kunnen geven bij een situatie. We leren ook dat een oordeel nooit definitief is, maar slechts standhoudt tot het tegendeel bewezen is.
In dat verband is het opvallend dat de eisen van de actievoerders aan het College van Bestuur zijn gebaseerd op de aanname, dat er onweerlegbaar bewijs bestaat voor de stelling ‘dat samenwerking met mensen en organisaties uit Israël ondersteuning van de oorlog met Israël reflecteert’. Hoe weet men dat?
Voorts is het onbegrijpelijk dat leden van deze universiteit (medewerkers en studenten) met een wetenschappelijke achtergrond deze relatie voor waar aannemen. Je kunt de oorlog afkeuren op principiële gronden maar dat is een eendimensionale beslissing.
Er is geen houdbare relatie tussen ondersteuning van de beslissing van de Israëlische regering om de oorlog voort te zetten, en de beslissing van het individu om samen te werken met mensen uit Israël en universiteiten en andere organisaties uit Israël. Als studenten die bij ons afstuderen volhouden dat de relatie onweerlegbaar bestaat, dan hebben we als opleidingsinstituut vreselijk gefaald.
‘Wat een beëindiging van de oorlog te maken heeft met samenwerking met mensen uit Israël is onduidelijk’
Natuurlijk mag eenieder boos zijn over de oorlog, dat ben ik ook. Maar wat een beëindiging van de oorlog te maken heeft met samenwerking met mensen uit Israël is onduidelijk. Hooguit kan men hopen dat opzegging van elke samenwerking een signaal vormt naar de regering in Israël.
Bedenk dan dat je ook de samenwerking beëindigt met mensen uit Israël die ook willen dat de regering van Israël de oorlog stopt. Laat ik ter illustratie (dit is geen bewijs) een voorbeeld noemen. Aan de Universiteit van Haifa komt 45% van de studentenpopulatie uit de Arabische samenleving en 50% bestaat uit studenten van de eerste generatie die hoger onderwijs volgen. De universiteit wordt geleid door de Arabisch-Christelijke professor Mouna Maroun.
Wordt de situatie beter als je niet zou samenwerken met mensen van de Universiteit van Haifa? Ik zie het niet. Niet op basis van argumenten, noch op basis van onderliggend bewijs.
Als we echt willen helpen, dan zouden we beter met zijn allen kunnen nadenken over hoe we de nood in Gaza nu kunnen ledigen. De universiteit is immers opgericht om te begrijpen en daarop te handelen!
Jan Bouwens was tot 2017 hoogleraar accounting aan Tilburg University en is nu hoogleraar accounting aan de Universiteit van Amsterdam en is research fellow aan The University of Cambridge.
Deze opinie verscheen eerder in het Amsterdamse universiteitsblad Folia.