Dissidenten zijn nog lang niet klaar

Science in Transition: eind 2013 gooien vijf gerenommeerde wetenschappers een knuppel in het academisch bestel. Hun pamflet Waarom de wetenschap niet werkt zoals het moet, en wat daaraan te doen is maakt veel los. Inmiddels is het acht maanden later. Wat is er geworden van de hooggestemde ambities?

Er is het nodige mis op onze universiteiten. Afgelopen november sprak Wijnand Mijnhardt ? één van de ‘rebellen’ ? van “grote onvrede”. In wezen gaat het de initiatiefnemers om zeven speerpunten: imago, vertrouwen, kwaliteit, fraudegevallen, democratisering en beleid, communicatie en onderwijs. De ampele toelichting vind je hier. Meer concreet springen er twee zaken uit: publicatiezucht en ‘perverse’ financiële prikkels vanuit de overheid.

Publicatiefetisj en foute financiering
In november zei Mijnhardt ? hoogleraar Vergelijkende Wetenschapsgeschiedenis in Utrecht ? tegen Univers: “We zien een krankzinnige publicatie-overload. De balans is zoek. Om carrière te kunnen maken in de wetenschappelijke wereld wordt vooral naar het cv gekeken en niet naar de kwaliteit van onderzoek. Doordat onderzoekers worden afgerekend op het aantal publicaties, besteden ze minder aandacht aan onderwijs.” Publiceren is niet langer een middel, maar een doel. Het was dit punt dat in het debat van de voorbije maanden de meeste aandacht kreeg, stelt Wijnand Mijnhardt nu. “De onderzoekscultuur ligt ook internationaal onder vuur. Maar om er daadwerkelijk iets aan te doen is een structurele aanpak nodig.”

De publicatiefetisj wordt in de hand gewerkt door het financieringsstelsel. De subsidieverstrekkers van het Rijk of intermediairs als NWO laten zich bij de beoordeling van proposals leiden door de reputatie van de onderzoeker. Hoeveel publicaties staan er al op zijn/haar naam? Kwaliteit en maatschappelijke relevantie zijn bijzaak. Ook op beleidsgebied is de financiering volgens Mijnhardt c.s. niet goed geregeld. Universiteiten krijgen € 93.000,- voor een promotie. Bij Tilburg University brengt iedere aangemelde student € 3489,- in het laatje. Kwantiteit gaat vóór kwaliteit: het is een verkeerd signaal, zo betogen de initiatiefnemers. Mijnhardt gaat inmiddels zo ver dat hij de toewijzing van geld in de wetenschap vergelijkt met de zorg. “Alles wordt uitgedrukt in harde munt. Diensten (zoals examinering) worden vertaald in tijd met bijbehorend prijskaartje. Een garantie voor kwaliteit is het allemaal niet.” Misschien is op financieel gebied wel de grootste omslag nodig, zo concludeert Mijnhardt. “Ga over op directe financiering: vergroot de lumpsum voor de universiteiten en doe minder krampachtig over de besteding van dat geld.”

Afkalven
Volgens de initiatiefnemers bedreigt het groeiende aantal studenten de kwaliteit van het onderwijs. De lat komt steeds lager te liggen, mede omdat wetenschappers almaar in het onderzoekslab zitten. Mijnhardt: “Het wetenschappelijk onderwijs lijdt onder de grootschaligheid. Een topuniversiteit als Princeton is naar verhouding klein. In Nederland kijken we te veel naar volume. Met als gevolg dat afgestudeerden niet eens een baan op niveau vinden.” Mijnhardt is van mening dat de drive hier vooral van onderaf moet komen. “Mensen als onderwijsdirecteuren kunnen bij uitstek de gewenste veranderingen inzetten. Zij kunnen de kwaliteit van het onderwijs omhoog tillen- zij zitten ook niet zo in de bureaucratische regelwolk als de bestuurders.”

Hoe nu verder?
Geen wonder dat het pamflet tot felle reacties leidde. In zijn terugblik zegt Mijnhardt: “Veel mensen vielen over de tone of voice. Maar als je iets wilt losmaken, mag je geen blad voor de mond nemen.” Stiekem kreeg het pamflet ook veel bijval. En: in de acht maanden sinds de publicatie is er het nodige bereikt. Zo verscheen afgelopen maart het nieuwe Standard Evaluation Protocol. Het SEP geeft voorwaarden voor de evaluatie van universiteiten. Het criterium van het aantal afgeronde onderzoeken is geschrapt en maatschappelijke relevantie weegt voortaan zwaarder.

In het Status Report van juni vinden we opnieuw een reeks aanbevelingen. Overigens zijn die al een stuk vastomlijnder dan in november. Even wat cherry-picking: universiteiten en subsidieverstrekkers moeten de kwantitatieve criteria met betrekking tot onderzoek loslaten. Beoordeling vindt plaats op inhoud. Bij de toekenning van gelden moeten bovendien maatschappelijke stakeholders worden betrokken. Sowieso moet er sprake zijn van een structurele dialoog tussen wetenschap, politiek en maatschappij. En uiteraard moet de focus terug naar onderwijs. Wetenschappers worden afgerekend op hun onderwijsvaardigheden, niet op publicatiezucht. Op de aanbevelingen wil Mijnhardt niemand vastpinnen. “Natuurlijk vinden wij dat ze hout snijden. Maar ze dienen vooral als voer voor debat.” De echte ingrepen liggen straks op het bord van de politiek. “Wat dat aangaat verwachten we veel van de Wetenschapsvisie waarmee de minister bezig is. Die verschijnt komend najaar.”

Science in Transition gaat door. Het debat zal voorlopig niet verstommen. Meepraten kan altijd. Bijvoorbeeld op 3 december 2014: dan wordt het tweede Science in Transition-symposium gehouden bij de KNAW in Amsterdam.

In de serie Follow-Up houden we enkele toonaangevende ontwikkelingen tegen het licht. Wie of wat haalde het voorbije collegejaar de Univers-kolommen en hoe is de situatie nu? Dit is aflevering 1.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.